Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zaterdag 31 december 2011

Prayer for protection

I want to run
and hide
in the dark corner
of a quiet cathedral

alone
without words
worries
or fears

dig deep
a warm shelter
for the night
waiting
for the storm
to pass

but
when churchbells
starts ringing
and I hear 
someone
in another corner
whispering
his urgent prayer
I have to admit
my Hidingplace
is on a different level

so
here 
I am
Lord
take me
as I am
and send me out
in the darkness
of the night

let me recognise
Your whirling whispers
the strong wind
of Your love
the stormy wheathers
of an unknown future
the hearts
that seek You
in the moments
of surrender

You are a Hidingplace
indeed
not for the diggers
and those who wait
in silent places
but for the doers
and the daring
the workers
and those who pray
in he middle
of their broken dreams
the powerless
and the worriers
the ones who lost
all images
of You

when 
everything else
is gone
You are the One
who stays
the Rock
strong and stable
the Shelter
for the storm

protect me Lord
on my way out
with the wings
of your care

I know
You know me

take all my fears
break through
my silence
and make
my footsteps 
firm

Middernachtsgebed

dank Heer
voor de dagen
die vervlogen
U heeft ze gewogen
ze komen niet weer

dank voor de zegen 
Heer 
het wonder van regen
telkens weer
het gras op het veld
dat groen en groeizaam was

elke morgen wakker
elke dag 
een nieuw begin

dank U
voor de beloften
het strijklicht
de wolken aan de horizon
de regenboog
de zon die kwam of ging

dank ook
voor de schemer
van de zorgen
die vormden
dank
voor het wonder
van wachten en zien

zegen ons Heer
en koester ons
vul ons
van binnen 
met liefde
die ziet en uitgaat
zo te ervaren
dat afstanden vervagen

vergeef wat wij misten
vergaten
nalieten
of verprutsten

leer ons Heer
maar elke dag
te leven en verwachten
stilstaan bij de tijd
in het zicht van Uw licht
gericht op wat komt
al doende
wat wordt verwacht

leer ons maar
bidden en geloven
vertrouwen en liefhebben
zoeken en vinden
uitzien naar U

vrij zijn van alles
wat binden kan
afleidt van de kern
tijd vult
die niet weer komt

vrij
gerust
gedragen

wandelen

wachtend
op Uw komst

Reflectieve oudejaarswandeling

Welaan dan, het jaar is bijna voorbij. Tijd voor reflectie. Terwijl het buiten knalt en snierikt, boze geesten worden verdreven, of misschien wel juist opgeroepen en wakker gemaakt, de overbodige rook ten hemel schreit, werp ik aan het eind van dit jaar een blik naar binnen. Ben even stil. Verwoordt gedachten en gevoelens. Spiegel mezelf.

Hijgend, steunend en puffend loop ik het bergpad op, gruis onder mijn voeten, rotsen om mij heen en kale bergwanden. De lucht is blauw, de zon is fel. Zweetdruppels parelen van mijn voorhoofd. En eindelijk, na kilometers lopen en stijgen, slingeren en overhangende boomtakken ontwijken, ben ik boven aan de top. Laat mijn rugzak zakken. Schudt mijn hoofd, veeg het zweet af met een doek. En kijk om me heen. Neem het in me op, als water die de dorst lest. Geniet. Bewonder. Overzie. Leg vast, fotografisch, diep in mijn geest. Maak een herinnering. Proef met mijn hart.

Een bevlogen jaar. Een bewogen jaar, dat ook. Heftige beroering. Geknetter en gesputter. Niet te ontlopen problemen. Niet te bagatelliseren hobbels.

Aanvallen op de rust. In je lichaam, in je geest, in je huis, in je gezin, in je familie. Op je werk. In je hoofd. Je gevoelens.

Veel kan een mens hebben, accepteren, ondergaan, relativeren. Over sommige dingen stap je heen, andere kun je niet ontwijken, daar moet je dwars doorheen. Sommigen zaken kun je van een afstand bekijken, observeren.  Maar andere raken je hart, je leven. Zetten je wereld op zijn kop. Doen je naar adem snakken. Houden je wakker 's nachts.

Heel veel kan een mens hebben. Maar rusteloosheid went niet. Elke morgen moe wakker worden als het werk nog beginnen moet is niet leuk meer. Lichamelijke inspanning en frisse lucht zijn niet meer voldoende.

Ik overzie mijn gelopen pad, vol kronkels, soms onzichtbaar achter de bomen en struiken, die beneden nog wel staan. Hier is het kaal en rotsachtig. Hier is het rustig. Stil. Verstild. Bedachtzaam. Wijds en uitgestrekt. Reikend naar de hemel. Verre vergezichten. Weidse uitzichten. Open blikveld. Geen storende factoren.

Het begon allemaal met mijn eigen hernia, eind januari. Onverwacht, noodgedwongen zes weken thuis. Aanslag op je lichamelijke gezondheid, alle wandelingen en fietsritten ten spijt. Pijn ervaren, echte pijn. Voetje voor voetje weer opkrabbelen. En zomaar onverwachts ook tijd hebben om je te verdiepen in de bloggerswereld, aangestoken worden door een virus, herinneringen aan heel lang opgesloten schrijfpogingen opgraven en in het licht brengen. Een onverwachte vulkaanuitbarsting aan woorden, ideeën, en zelfs gevoelens voorbij zien komen. Mooie bijkomstigheid. Boordevol plannen. Nieuwe werelden ontdekken. Reacties krijgen. Feedback. Herkenning ervaren. Bijna twintigduizend hits in ruim 10 maanden, niet te geloven ... onwerkelijk. Twitter opende een andere, hele nieuwe wereld. Nog meer contacten. Dialoogjes. Weetjes. Prachtige teksten. Herkenbare wonderen van de taal. Herkenning leidde ook tot volgers en gevolgden. Pittige één-tweetjes (!). Humor ook. Relativering. Spiegel van het gewone leven.

Mijn ademhaling is langzaamaan tot rust gekomen nu. Mijn hartslag weer normaal. Ik bekijk de foto's die ik onderweg genomen heb. Verslag van een zoektocht. Bloemen langs de weg. Lichtval in het bos. Structuren van de natuur. Variaties groen. Boeiende beelden van rust en verstilling. 

Maar het lichaam herstelde zichzelf. Werk kan niet wachten. Het leven gaat door. Op andere vlakken meldden zich andere problemen, in de familiekring. Dokter, psycholoog, worsteling, liefdesverdriet, schoolverzuim. Na de vakantie je collega weg, dubbel werk, niks meer af krijgen. De ongelooflijke drukte, ook 's avonds met alle, noodzakelijke, maar ongelooflijk uitputtende bezigheden thuis en elders. Nog nooit zo heftig, tijdopslokkend, allesbepalend. En dan. Schoonvader na langzame lichamelijke aftakeling plotseling naar het ziekenhuis, getuige van ontluistering, vechten tegen onmenselijkheid, inmiddels opgenomen in een verpleeghuis, omgeven door in de war zijnde medereizigers, bezig aan hun laatste eindje. Schokkend, beklagenswaardig, meelijwekkend. Onaanraakbaar, ondoordringbaar leed. Gedeelde eenzaamheid. Trieste uitgestelde uitgang.

Wachten op de morgen

wachten
op de morgen

zoeken
naar het licht

graven
naar de stilte

weten
van het wonder

verlangen
naar de rust

uitzien
naar ontmoeting

vechten
tegen twijfel

worstelen
met jezelf

morgen
is alles
anders

hoop
overziet 
alles
wat remt
en belemmert

geloof
geeft
ogen
om verder
te kijken

liefde
overwint
de dood

vrijdag 30 december 2011

Kritisch ...?

Zo af en toe gooi ik er op Twitter wel eens een spreuk uit. Geleend of zelfbedacht. Soms heeft deze je aangesproken, herken je er iets in. Of wellicht is het een knipoog naar de werkelijkheid, een relativering, een ironische glimlachoproeper. Of er zit diepte in, onpeilbare diepte. Wijsheid. Een leermoment kortom, voor mij, en wellicht ook voor iemand anders.

Soms merk je direct dat iets ook bij anderen aanslaat. Bij Twitter kun je dat zien, omdat deze tweet dan door iemand anders ge-re-tweet wordt, opnieuw verzonden aan al zijn of haar volgers. Vanmiddag zond ik er één de sociale-media-ether in, en daar volgden al snel een aantal reacties op. Gesputter. Correcties. Protesten.

De desbetreffende tekst luidde:
'Mijn levenslange #goedevoornemen: wees mild voor anderen en kritisch naar jezelf ...'
Uiteraard een reactie op de overvloedig voorgenomen en uitgesproken, maar na enkele weken al weer lang vergeten of genegeerde goede voornemens, zo rond deze tijdstipswisseling van een oud, voorbij, naar een nieuw, nog helemaal blanco voor ons liggend jaar. Maar ook een reactie op datgene, waar ik gisteren hier al over schreef, de vriendelijkheid. Vriendelijkheid is iets innerlijks wat je uitzendt naar een ander, de ontvanger.

Maar, er is meer nodig dan alleen vriendelijkheid. Er is wat anders wat aandacht behoeft, voor je je echt aan de ander kunt geven. Naar binnen kijken. Mediteren. Contemplatie. Zelfonderzoek. Kritische zelfreflectie. Diepere bespiegeling van je eigen keuzes en aannames, vooroordelen en fouten. Aan het licht brengen van de donkerste plekjes van je ziel. Blootleggen van beweegredenen. Correctie en bijsturing waar dat nodig is. Vergeving vragen voor fouten. Luisteren naar de stem van je eigen geweten. Je daden en gedachten spiegelen aan de norm, de waarden, de waarheid, wijsheid, rechtvaardigheid, de liefde, het Woord, God.

Zo heb ik dat geleerd. Van jongsaf aan. Aangeleerd. Beoefend. Gepraktizeerd.

Misschien heeft het iets te maken met mijn kerkelijke opvoeding, waar kritisch zelfonderzoek hoog op de agenda staat, maar dan met name gericht op de zondige en duistere kanten van de menselijke ziel, ons 'verdorven hart'. Het wordt, althans in mijn beleving, tot vervelens toe herhaald. Waardoor het ook weer gaat tegenstaan.

Wellicht heeft het echter meer te maken met mijn kritische geest. Niet alles voor zoete koek slikken, voor waar aannemen. Proberen te doorgronden, voor je een voorzichtig oordeel geeft. Kijken of er ook een tegengeluid mogelijk is, of de andere kant van het verhaal, de andere zijde van de medaille ook genoeg belicht is. Hoor en wederhoor toepassen. Lezen, veel lezen, andersoortige meningen tot je nemen. Buiten je eigen kringetje kijken. Niet meteen mensen met een andere mening wegzetten, de mond snoeren, of veroordelen. Maar de ander uit laten praten. Je mening vormen uit meerdere geluiden. Bedachtzaam bedenken voor je je mond opent. Bezinnen voor je begint.

Een van mijn lijfspreuken is dan ook, rechtstreeks ontleend aan de Bijbel:
Hij die zichzelf beheerst, is sterker dan die een stad inneemt. (Spreuken 16:32)
Maar om jezelf te beheersen, moet je eerst jezelf kennen. En kennen gaat pas lukken, als je langdurig, telkens weer, continu naar jezelf en je doen en laten, zelfs je eigen gedachten en gevoelens, kijkt, observeert, registreert, analyseert en beoordeelt. Naar binnen kijken dus. Kritische zelfreflectie.

Zo ben ik tenminste. Of dat bij anderen gaat of werkt, kan ik niet beoordelen. Een ieder passe de schoen zelf.

Daar komt nog een dimensie bij. Als je christen bent, dan leef je ook 'Coram Deo'. Voor het aangezicht van God. Niet, omdat je bang voor Hem zou moeten zijn. Nee, omdat je Hem liefhebt. Omdat je weet dat Hij met je mee gaat. Alles ziet en weet. En desondanks van je houdt. En daarom wil je heilig leven. Zuiver. Rein. Zo het mogelijk was, zonder smet en rimpel. Niet dat je daarmee geen leuke dingen meer kan doen, niet zou mogen genieten, niets mooi zou mogen vinden. Zeker niet. Maar je weet, dat overtreding van Zijn liefdegebod niet alleen jezelf raakt, anderen benadeelt, maar ook Hem kwetst, pijn doet, plastisch gezegd.

Dat is, kortom, de reden waarom ik vanmiddag één van mijn andere lijfspreuken twitterde, mild naar anderen, kritisch naar jezelf.

Maar binnen de kortste keren kreeg ik vier reacties terug.
- Ik zou het willen aanvullen: wees ook mild voor jezelf.
- Wees OOK mild voor jezelf.
- Kom niet op een beter woord dan zelfreflectie i.p.v. kritisch ...
- Je mag naar jezelf ook best mild zijn hoor. Er is niks mis met zelfreflectie, maar dat mag toch ook mild en met mededogen.

Tja, zelfreflectie OK, maar mild en met mededogen? Dat vind ik wel erg zoetig klinken, hoor. Tegennatuurlijk. Modern en zelfvleiend gekietel ... Jezelf verwennen en zo, schouderklopjes geven .... brrr.

Oké, als mensen een negatief zelfbeeld hebben, dan is opkrikken van het zelfvertrouwen noodzakelijk. Oké, goed voor jezelf zorgen, op tijd rust nemen, iets extra's bij de koffie, je lichaam en je geest gymnastische oefeningen uit laten voeren. Niks mis mee. Af en toe. Zo nu en dan. Niet te vaak ...

Maar voor de rest? Complimenten aan jezelf geven? Mededogen? Doe maar gewoon, alsjeblieft. Daar ben ik toch iets te nuchter voor. Te relativerend. Te kritisch ....

Te ... afstandelijk misschien?

Hmmm?!

donderdag 29 december 2011

Ontmoeting

Op het eeuwige moment dat hij de deur van verwachting opent van de kathedraal van ontmoeting, overvalt hem op een welhaast magistrale wijze het allesomvattende licht van inzicht, zo fel, zo overweldigend, dat hij de deurknop nog in zijn hand, zijn ogen sluiten moet. En nog snijdt het dwars door zijn ziel van verlangen. Een siddering van goddelijke aanraking gaat door zijn lichaam. Hij voelt een onwillekeurige glimlach van aanvaarding zijn mond van verstilling krullen. Dan loopt hij voorzichtig, zijn ogen nog dicht, handen uitgestrekt naar de toekomst, voetje voor voetje verder het gangpad door, naar voren, links en rechts voelt en herkent hij de zitbanken van rust.

Dan pas wordt hij de hemelse muziek gewaar, zacht, verstild en fluisterend, vanuit een verre verte, maar uitermate helder waarneembaar en intens invoelbaar. Hij kent de melodie, herkent zijn eigen herinnering, voelt een nieuwe sensatie opkomen vanuit zijn tenen, langzaam omhoog zijn lijf doortrekken. Het felle licht en de sensuele muziek ontmoeten elkaar in zijn intens invoelbare binnenste, smelten ineen tot een mysterieuze mix van goedheid en bewogenheid.

Hij gloeit onbarmhartig heftig van sintelende warmte, gevolg van zichzelf uitende innerlijke liefde, op zijn beurt weer veroorzaakt door de verinnerlijkende uiterlijke impulsen van emotionele muziek en lieflijk licht.

En hij lacht. Hard. Diep. Geraakt. Zwaar van opgekropt, weggestopt, overgroeid, zwaar ommuurd verdriet, overschilderde schuld, geverniste kwetsuren van verre wonden, gepareerde angst, verloren onschuld. Licht van intense blijdschap, fladderende verwondering, aangename acceptatie.

Geliefd. Geschokt. Overwonnen. Verwacht.

Langzaam doet hij zijn ogen open, knippert, voelt de tranen branden. Slikt. Vecht. Laat gaan. Kijkt. Ervaart. Aanvaardt. Drinkt alle indrukken langzaam op. Licht, ritme, melodie, liefde, warmte, vertrouwen, verbazing.

Voort gaat hij, de eeuwigheid tegemoet, het eindeloze gangpad door, helemaal naar het buitenste voren, de overtreffende trappen op naar het podium van verheffing.

Leeg, helemaal leeg, gevuld met niets, kaal en vlak. Verwondering. Kijken. Teleurgestelde verwachting. Uitgestelde ontmoeting. Verdaagde berechting. Maar hij proeft nog steeds verbazing en positieve energie, geladen stilte, opmerkzame aandacht.

Aandacht ja. Hij draait zich langzaam om, overziet met vreemde ogen zijn eigen, zojuist gelopen levensweg. Ontwaart voor het eerst de gevulde banken, de inderdaad aandachtige, verwachtingsvolle, tot het uiterste gespannen blikken van honderden, duizenden mensenkinderen. Ziet nu de bron van muziek. Een in heftig glanzend licht gehulde medereiziger. Die prompt stilvalt en hem zacht doordringend aanziet. Mild en beheerst.Nadrukkelijk ingehouden.

Hij ontroert heftig. Weet zich onverwacht en ongedacht het middelpunt van het heelal. Op een onmogelijk voetstuk geplaatst. Hij aarzelt. Worstelt. Denkt. Ervaart. Nieuwe sensatie. Voelt zijn eigen verleden herboren worden, in een overzichtelijk en allesomvattend ogenblik. Begrepen en geduid. Ervaren en geleefd. Gevoeld en ondergaan. In het licht gebracht van verwondering, verlangen en doelgerichtheid. Door overweldigende liefde omarmd. Door gezonde en gezonden genade gestreeld en gekoesterd.

De muzikant in licht wenkt hem. Bescheiden. Onopgemerkt door de anderen. Maar de woorden die hij spreekt klinken niet hardop, hoorbaar voor de horenden, maar resoneren tot in het diepst van zijn ziel.

Toe maar, zeg het, spreek het uit. Vertel het verhaal van je leven. Breng het in het ultieme licht van dankbare reflectie en achterwaarts begrip. Luister naar jezelf. Laat anderen mijn werk in jou herkennen. Voel en ervaar, beleef en erken.

Hij slikt. Zucht. Herkent nu pas. Nieuwe prikkelende en emotionele sensatie, duizelingwekkende gedachten en gevoelens, overstelpende flitsen die zijn ultieme zijn verlichten en raken, tot in de diepste kern.

Hij lacht opnieuw. Anders nu. Weldadige rust en sidderende stilte overweldigt hem, tilt hem op, geeft hem vleugels van zelfvertrouwen.

Hij heft een hand omhoog, bezwerend. Glimlacht. Schudt zijn hoofd. Schraapt zijn keel.

Het licht dempt. De muziek zwelt aan. Een ieder houdt de adem in ...

woensdag 28 december 2011

Vriendelijkheid

Gisteren kwam mij een nieuw initiatief op Twitter en internet onder ogen. Hé, leuk, dacht ik, een actie tegen de verloedering van de maatschappij, maar dan positief gebracht. Maar tegelijk aarzelde ik om meteen de actie te ondersteunen. Zoals ik in bijna alles probeer ik niet primair te reageren, maar eerst even te wikken en wegen. Een bezonnen, soms wijze, maar voor buitenstaanders niet altijd te begrijpen eigenschap. Waarom ga je niet af op je eerste indruk, waarom geef je niet meteen een mening ergens over? Waarom hou je je op de vlakte? Waarom ben je altijd zo kritisch?

Ik heb het over het initiatief om vanaf 1-1-2012 allemaal een maand lang bewust vriendelijk te zijn tegen elkaar. Zie de website Benvriendelijk.nl waar het een en ander wordt uitgelegd. Volg het op Twitter of Facebook.

Helder doel. Kun je als fatsoenlijk mens toch alleen maar achterstaan? Zeker als je om je heen kijkt, op straat, op televisie, de commentaren leest onder sommige krantenartikelen. Het onfatsoen waarneemt, het gescheld, gevit, gevloek. Korte lontjes ziet, gedrag in het verkeer, voortkomend uit stress, egoïsme of gewoon baasje-willen-spelen. Aankondigingen van bepaalde bizarre films ziet, waarin het hoofddoel is om mensen te schofferen, en zo hard en grof mogelijk te vloeken. Kaskrakers ... succes verzekerd.

En ja, ik ben christen, geloof in de manier, het voorbeeld, de leefwijze, de opdracht, de leefregel van Jezus. Kwaad met goed vergelden. De andere wang toekeren. De tweede mijl gaan. Bidden voor je vijanden, zelfs liefhebben, hoe onmogelijk dat ook lijkt. Elkaars voeten wassen in plaats van elkaars oren. Dienen. De minste willen zijn. Nederigheid beoefenen. Geven in plaats van nemen. De laatste plaats zoeken in plaats van de hoogste.

Toch ... betweter, eigenwijs, tegendraads als ik af en toe kan zijn, ik heb wat 'maren' getwitterd richting de initiatiefnemer(s). Nadat ik overigens eerst de 'volgen-knop' had aangeklikt ...

- Het initiatief waardeer ik. Bewustwording tegen de negativiteit, vuilspuiterij en korte lontjes. Maar waarom niet altijd?
- Bovendien, mensen die al vriendelijk zijn, zijn vaak te lief. Zij zouden juist wel wat meer op mogen staan, stem verheffen.

En jawel, het leuke van Twitter, er ontspon zich een korte discussie, die ik hier verder niet zal herhalen. 

Waar het mij met name om ging is het feit, dat we ook te lief, te zacht, te soft kunnen zijn. Je hebt als individueel persoon een verantwoordelijkheid, daar is volgens mij de bergrede voor uitgesproken, hoe wij als mensen met elkaar onderling moeten gaan. De ander uitnemender achten dan jezelf, zoals Paulus dat later verwoord heeft. Zelf de minste willen zijn. Daarnaast heeft ook het aangestelde gezag, de overheid met name, met haar gezagsdragers, de rechtspraak, de opgelegde wetten die nageleefd dienen te worden, een eigen, andersoortige verantwoordelijkheid. Waarin we met name in Nederland nog wel eens zijn doorgeslagen. Losgeslagen. Verwaterd. Ik hoef maar het woord 'gedogen' te noemen, en iedereen weet wat ik bedoel. Wel wetten vaststellen, maar die niet controleren. En overtredingen niet of nauwelijks bestraffen. Softe aanpak. Polderen tot iedereen tevreden lijkt, maar de oorspronkelijke intentie verwaterd blijkt te zijn.
'Geen groter onrecht dan een te ver doorgevoerd recht.'
Als je nu kijkt naar de hufterigheid om je heen, de agressiviteit die hand over hand toeneemt, dan lijkt het alsof er steeds meer mensen zijn, die zich daar gewoon langsheen reppen, op weg naar een heel belangrijk doel, en zich er bewust niet mee bemoeien. Ze zien het, maar doen er niets aan. Het gaat niet om hen, ze zijn niet rechtstreeks betrokken. Of ze zijn wellicht bang zelf agressief benaderd te worden. Dus, je hebt daders, je hebt slachtoffers, en je hebt de zwijgende meerderheid.

Dat was een van de redenen van mijn hartenkreet op Twitter. Hou je niet afzijdig, maar doe iets, blijf niet werkeloos aan de kant staan, doe niet alsof je niets ziet. Sta op tegen onrecht, onfatsoen. Recht je rug. Verhef je stem. Een vuist omhoog tegen de hufterigheid.

Een andere insteek. Nog heftiger ingrijpend wellicht in een mensenleven, is het langdurig geweld en misbruik van mensen, zowel lichamelijk en geestelijk. Er zijn vaak naar buiten toe signalen afgegeven, die niet opgepakt, dan wel bewust of onbewust genegeerd worden. Kijk maar naar het misbruik wat binnen de Katholieke kerk kortgeleden in de publiciteit is gekomen, maar wat natuurlijk al veel langer heeft gespeeld. Er zijn mensen die dit geweten hebben, maar het bewust niet naar buiten hebben gebracht, bang voor een rel, bang voor imago-schade. Jammer dan, voor de slachtoffers. Geen mededogen. Met de mantel der liefde bedekt onrecht schreeuwt om vergelding en toepassing van recht. Zwijgen is ook een misdaad. Weten, en niet willen vertellen. En het woord 'vergeving' kan in sommige gevallen ook wel eens te snel worden aangereikt of voorgeschreven aan slachtoffers. Je moet daar wel aan toe zijn. Er is ook schade aangericht, die niet zo makkelijk is weg te wissen. Krassen op de ziel. En, ook belangrijk, is er bij de dader sprake van spijt, berouw, besef van de reikwijdte van de daad, de kneuzingen die bij de andere partij zijn aangebracht?

Of zie ik dat soms allemaal te zwart-wit?

En dan, als ik naar het leven van Jezus kijk, hoe Hij omging met mensen, dan waren er toch wel opvallende verschillen in Zijn benadering te zien. Mensen met problemen, handicaps, ziekten, zonden, Hij zag ze, ging naar hen toe, stelde ze vragen, waarvan Hij de antwoorden al wist, had belangstelling, genas, herstelde, veroordeelde niet. Inderdaad, een kwestie van zien, vriendelijkheid, helpen, niet veroordelen. De persoonlijke benadering. Maar Hij kon ook tekeer gaan tegen onrecht en dode vormen. Lees hoe Hij de verkopers en geldwisselaars de tempel uitranselde, omdat ze het huis van Zijn Vader tot een rovershol maakten. Verbaas je over de manier waarop Hij de Farizeeërs verbaal te lijf ging. 'Adderengebroed' en 'witgepleisterde graven'. Niet misselijk. Hij kon dus wel degelijk boos worden in plaats van liefdevol. Niet te zuinig.

Ook wij mogen daar een les uit trekken, lijkt me. Om pal te staan, heilig verontwaardigd, tekeer te gaan tegen onrecht. Wetten te gehoorzamen en na te leven. Maar ook op te staan tegen onrecht, negatief gedrag, laksheid, te snel oordelen, dode vormen, schijn van vroomheid, vermenging van hoge idealen met lagere driften, bedekken van zonden met de 'mantel der liefde'.

Misschien zijn wij als christenen wel te 'lief' geworden, te onzichtbaar, te in-onze-schulp-kruiperig, en moeten we meer tevoorschijn komen uit onze zuilen, uit onze gebouwen, uit onze veilige kaders, uit onze ivoren torens. De straat op, het café in, het land in.

Soms, als het nodig is, met spandoeken, met ons bekende vingertje.

Maar ook, natuurlijk, uiteraard, met het goddelijk bevel van liefde, genade, behulpzaamheid en vriendelijkheid. Wis en waarachtig. Daar geloof ik in, zeer zeker.

Daarom, ik steun het initiatief van de oproep tot vriendelijkheid. Te beginnen met een maand ... tot het eind van je leven, dat dan wel. Maar wel met de bovengenoemde nuance. Dat we ook oog hebben voor onrecht. Er iets aan zullen doen, voorzover in ons vermogen.

Want, liefde is niet zoetsappig. En vriendelijkheid is geen garantie voor een rustig leventje, zeker niet.

Maar liefde is wel een opdracht.
Hebt uw naaste lief als uzelf. (Matth. 19:19; 22:39; Mark 12:31; Lukas 10:27; Rom. 13:9; Gal. 5:14; Jakobus 2:8)

maandag 26 december 2011

Mijn hart

mijn hart
is een huis
van binnen
zacht en warm
licht en gezellig

als ik behoefte heb
loop ik maar gewoon
de open deur binnen
geniet en onderga
mijmer en besta
graaf in het verleden
wandel de toekomst in
ben daar puur mezelf

maar die muren
die ik heb gebouwd
ja die heb ik nodig
kom niet te dichtbij
althans niet iedereen
het is mijn eigen plek
het beschermen waard

het is maar zelden
dat er iemand
binnen komt

vaak sta ik wel
voor de ramen
te turen naar de verte
zie mensen voorbijgaan
observeer ze
zwaai wat
maak een praatje
ontmoet

mijn hart
is ook een kerkje
toegegeven
wel een beetje mini
met maar een bezoeker
maar ja dat is dan ook
meteen de musicus
de koster
de luisteraar
en de dominee

en nou ja
gepreekt wordt er
eigenlijk
ook maar zelden

geluisterd
des te meer
geluisterd
naar de stilte
gedachten gevangen
gevoelens getoetst
ideeën geboren

wel een beetje gek
ondertussen
dat je huis
ook kerk kan zijn
of andersom

of niet?

juist ook wel mooi
natuurlijk weer
dat God wil wonen
in mijn huis
onzichtbaar
en verdraaid ongrijpbaar
en dat ik dan weer
in mijn kerkje
juist kan zingen
bidden en danken

genieten
van Zijn Verstoppertje spelen

zondag 25 december 2011

Geboren om dood te gaan

The cross must be raised again at the center of the marketplace as well as on the steeple of the church. I am claiming that Jesus was not crucified in a cathedral between two candles, but on a cross between two thieves; on the town garbage heap, at a crossroads so cosmopolitan they had to write His title in Hebrew, Latin, and Greek. At the kind of place where cynics talk smut, and thieves curse, and soldiers gamble, because that is where He died and that is what he died about and that is where churchmen ought to be and what churchmen should be about. (rev. George MacLeod – founder of the Iona community)
Vorige week kwam ik bovenstaand citaat tegen op de site/weblog 'Eeuwigheid' van Jan Wolsheimer. Een prachtig citaat, dat mooi verwoordt wat de taak en de opdracht van de kerk van Jezus Christus is, maar dat tegelijk schrijnend en vlijmscherp laat zien, hoe dat ideaalbeeld van diezelfde kerk in schrille tegenspraak is met de alledaagse werkelijkheid. Dat kwam wel even bij mij binnen, zelfs bij mij zou ik bijna zeggen, die toch al redelijk kritisch staat tegenover de al aardig tot instituut geworden kerk, waar ik nochtans met hart en ziel deel van uit maak en van wil blijven uit maken. Hoe ziek, slaperig of afgedwaald die kerk ook is.

Het is Kerst. Christus kwam naar de aarde, in het vlees, werd mens. Daar is niets romantisch of idyllisch aan. Want Hij kwam er om te sterven, dat was Zijn opdracht. Hij kwam om doden leven aan te bieden, blinden ziende te maken, doven horend, verlorenen redding te schenken. De geboorte is niet los verkrijgbaar, geen sfeertje wat je op kan hangen of waar je in kan duiken. En vervolgens weer achter je laten. Met een zucht, gelukkig, het is weer voorbij. We gaan weer over tot de orde van de dag.

Dat is wat mij in deze dagen tegenstaat aan alle toeters en bellen, alle opgefokte entourage, de reclamefake van kunstlicht en opgepoetste ijdelheid. Het Woord is vlees geworden, ja. Goddelijk wonder. Dichterbij de mens gekomen dan de mens zelf kon komen. Maar we eten ons vol met vlees en vergeten maar al te snel het Woord. Als we het al horen, gaat het vaak langs ons heen, omdat het o zo bekende woorden zijn, die ons niet meer raken. Ze glijden af als water van een eendelijf.

Nee, Kerst heeft met Pasen te maken, met Goede Vrijdag, met Hemelvaart, met de Wederkomst. Christus werd geboren om dood te gaan. En tegelijkertijd, laten we dat goed beseffen, zijn dat geen objectieve heilsfeiten, die we van een afstandje kunnen aanschouwen, uit gewoonte meevieren, gedenken. Nee, het raakt ons leven, het legt de kaalheid, de naaktheid, de doelloosheid van een leven zonder God akelig helder bloot. Maar ook, het toont de ongelooflijke liefde van de Schepper, de Vader, die Zijn Zoon zond om orde op zaken te stellen, Zichzelf weg te schenken, als offer. Midden in de gebrokenheid, de zonden, de duisternis, kwam Hij Zichzelf geven, aanbieden. Hoe tegendraads, een Machtige God, die Zichzelf door zwakheid openbaart.

Telkens weer is de ontmoeting van God met mensen in de Bijbel een overdonderende, alles op zijn kop zettende kennismaking met het wonder van genade, liefde en ontferming. Adembenemend. Levensveranderend.

In heel de Bijbel wordt vooruitgewezen naar, geprofeteerd over de komende komst en aanbieding van redding, we mogen er aan de hand van vier getuigenissen bijna live bij zijn, we krijgen er een uitgebreide uitleg bij, een handleiding, een levenswijzer. We krijgen zelfs nog een doorkijkje cadeau over de nabije toekomst, als de tijd ophoudt te bestaan, het eeuwigheid is geworden en het geslachte Lam als Koning wordt geëerd en lof krijgt toegezongen.

Als dit allemaal zo is, en we geloven erin, dan moet dat dus ook betekenis krijgen in ons dagelijks leven, in de manier waarop we als christenen vorm geven aan onze opdracht om uit te gaan, naar buiten te treden, die boodschap handen en voeten geven, maar ook woorden proberen te vinden om deze diepe boodschap ook aan anderen bekend te maken. Door ons heen naar buiten.

En hier haper ik. Hier moet ik even stil staan. Aarzelend. Ik wil niet te snel oordelen, niet te kritisch zijn, niet te grof alles afbranden.

Maar als ik om me heen kijk, hoe we een natuurlijke neiging, om onszelf terug te trekken binnen veilige muren om even gevoed, getroost en geleerd te worden, zo hebben vorm gegeven, dat we vervolgens niet meer buiten lijken te komen, dan kan ik toch ook niet anders doen dan concluderen dat dat beeld niet overeenstemt met het hierboven aangehaalde citaat van George MacLeod.

De kerk op het marktplein. Jezus tussen twee misdadigers. Op de vuilnisbelt. Voor iedereen zichtbaar, op een openbaar kruispunt van drukke wegen, niet in de stilte van de kerk. Het opschrift boven Zijn hoofd vertaald in vele talen, opdat iedereen het begrijpen zal. Midden tussen cynische veroordelers, spottende betweters, vloekende misdadigers, gokkende soldaten. Dat is de plaats waar Jezus was. Stierf.

Dat zou ook de plek moeten zijn waar de kerk, de kerkmens, de christen weer zichtbaar en hoorbaar is. Aanwezig. Met de voeten in de modder. Met de ogen gericht op degenen die het niet willen horen, of juist wel. Je kunt dat nooit aan de buitenkant zien. Je merkt het pas als je met mensen spreekt, ze niet veroordelend ontmoet.

Natuurlijk, wij denken aan hen, wij geven voor armoede, wij bidden regelmatig. Maar geven wij ook vanuit ons leven, vanuit de ontmoeting, vanuit de ontlediging van onze veiligheid? Durven we uit onze comfort-zone te stappen? Kostte wat het kosten mag. Hebben wij er alles voor over om anderen te wijzen op het wonder, van genade, liefde en vrijheid? Zelfs ons leven?

Ik weet het, ik stel moeilijke vragen, ook aan mezelf. Er zijn geen standaardantwoorden. Geen goedkope one-liners. Ik heb op bovenvermeld citaat op de site gereageerd met het volgende antwoord, en meer is er eigenlijk niet over te zeggen. Het moet tot inkeer en bezinning brengen. En uiteindelijk tot actie.

Maar hoe, en wat? Ik weet het niet. Echt niet.
Amechtig, verstard en verward, fluister ik: "Amen. Maar hoe, o God, en waar en hoe? Moet ik dan hier, aan het eind van mijn Latijn, echt alles loslaten, om bij U te kunnen zijn? Midden in de gebrokenheid, poten in de modder, duister om mij heen?" En U, U kijkt. En zegt alleen: ‘Heb je mij lief?’

zaterdag 24 december 2011

Mixed feelings

Mixed feelings vandaag.

Aan de vooravond van Kerstfeest 2011. De herdenking van de geboorte van het Lam van God. Kruispunt van de geschiedenis en de toekomst, God en mens, hemel en aarde.

Gisteren voor de tweede keer opa geworden. Vandaag het wonder van nieuw leven aanschouwd, teer en kwetsbaar, klein en afhankelijk.

En vandaag aan het graf gestaan van onze zoon Nathaniël, 21 jaar geleden geboren, zeseneenhalve week later overleden. Herinneringen die boven komen. Pijn aan het licht gebracht. Deel van je leven.

Mixed feelings, inderdaad. Leven en dood. Geschiedenis en toekomst. Kwetsbaar en kostbaar. God en mens.

What more is there to say ...? How much deeper can we go?

Kind van de schepping

Ze zeggen dat wij zijn ontstaan uit het niets. Uit het onbestaanbare niets geworden tot iets. Tergend langzaam toeval. Wow, wat een ontzettend groot geloof heb je dan ...

Ik weet wel beter. Niet omdat ik er ben, het centrum van alles. Nee, omdat er een God is, Schepper van al wat leeft. En ja, dan vooral omdat Hij er behoorlijk deel van uitmaakte. Dwars door al het gemaakte heenging, er tot op het bot deel van uitmaakte. Hij is van transcendent immanent geworden, om het maar eens moeilijk te zeggen.

- Geboren uit een mens. Dat is niet niks toch, als de Schepper van alles, in een split-second vanuit het niets tot aanzien roepend, zelf de weg van de langzame groei van celklomp tot foetus tot baby doormaakt. De zware, beknellende, ademafsnijdende geboorte 'live' meemaakt, spartelend en in het bloed ter aarde komt, zijn longen volschreeuwt met lucht. Dat Hij honger kreeg, dronk aan Maria's borst. De weg van groei naar puber onderging. Moet toch tergend langzaam zijn gegaan ...

- Hij wandelde door Zijn eigen schepping, zag de velden, de oogst, de dieren, de vogels. Stond te kijken bij het vissen toen Hij Zijn discipelen riep.

- Hij nam van de vruchten van het veld, dronk wijn. Ja, ook water, doodgewoon water.

- Hij leerde Zijn moeder Maria helpen bij de eenvoudige klusjes in het huis, hielp later Zijn pleegvader Jozef bij zijn werkzaamheden als timmerman, gaf met hout als gereedschap vorm, bouwde op. Hout, van de bomen die Hij eerst gemaakt had.

- Hij werd wakker gemaakt door de discipelen, terwijl Hij in het schip lag te slapen. Zag de storm. Glimlachte misschien wel, toen Hij haar bedaarde. Maar Zijn stem klonk bars. Spelen was het, spelen met Zijn eigen speelgoed ....

- Altijd weer fascinerend is het om te lezen, hoe Hij met mensen omging, bekenden of onbekenden. Hij zag ze staan, letterlijk. Bewogen, gericht. Verder kijkend dan de eerste aanblik. Vragen naar de bekende weg. Hij werd 'met ontferming bewogen', geroerd bij het zien van de schapen zonder herder. Hij was op mensen gericht, een echt-mensen-mens. Vragend, helend, delend.

- Hij vertelde verrassende verhalen, zette denkbeelden op z'n kop, gaf inkijkjes in het koninkrijk van Zijn Vader, maar deed dat telkens weer door beelden uit het dagelijks leven te nemen, als vergelijkingsmateriaal, als metafoor, om zo iets uit te leggen, duidelijk te maken. Er zijn veel voorbeelden te noemen. Water, zaad, wijnrank, vruchten, schapen, herders, zelfs munten.

- Tegelijk brak Hij vele malen Zijn eigen natuurwetten. Verrichtte talloze wonderen. Waar mensen bij stonden, verbluft, verwonderd, verbijsterd. Feitelijk deed Hij dat ook ten opzichte van alle menselijke verwachtingen over Hem. Hij liet Zich niet vangen, al onderging Hij wat Hem was opgelegd. Hij was tegendraads. Schopte tegen onrecht, voer uit tegen verstrakte vormen, ontmaskerde (mis)leiders genadeloos.

- Tegen het eind van Zijn leven en vlak erna, was zelfs de meest elementaire vereenzelviging met de elementen van de natuur waar te nemen. De timmermanszoon hing aan het hout, met ook door Hemzelf ooit toepaste spijkers. Tussen hemel en aarde. Verstoten door Zijn Vader, bespot en veroordeeld door Zijn medemensen. De duisternis trad in, drie uur lang, de aarde beefde, toen Hij de geest gaf. Hij ging diep de aarde in, verborgen achter het hardste steen. Weggestopt, begraven, overgegeven aan de letterlijke ontbinding. Na de opstanding zat Hij te wachten op Zijn discipelen, vissen geroosterd boven het vuur. Hij ging weliswaar heen, waaierde tussen de wolken, maar niet om weer in het grote niets te verdwijnen. Niks lucht en leegte. Hij onttrok Zich slechts aan onze ogen. Tijdelijke onzichtbaarheid.

- Jezus was God, maar niet een God van afstand, onbereikbaar ver. Hij kwam bij ons. Wandelde onder ons. At en dronk met ons. Toen. Maar ook nu. Niet Zijn eigen, opgestane, verheerlijkte lichaam, maar Zijn eigen, beloofde, bewust gezonden, te ervaren, te ontvangen, Heilige Geest. Dichterbij kan bijna niet. In ons.

Kortom, Hij kwam bij ons. Heel gewoon, zingt een lied. Maar zo gewoon was het feitelijk niet. Wel voor Hem, Hij wandelde als het ware door de Hof van Heden, de gebroken schepping, om de Engel met het zwaard ervan te weerhouden ons het recht te ontzeggen om weer binnen te treden. Hij legde een verbinding, maakte een brug over de onoverbrugbare kloof. Niet door vertoon van majesteit, kracht en geweld, wat had gekund, maar door het teerste uit Zijn schepping tot voorbeeld te nemen. Door dwars door de kwetsbaarheid heen te gaan. Lichaam te zijn. Te eten en te drinken. Te slapen. Te bidden tot zijn Vader, die daardoor onze Vader mocht worden. Bloeddonor te zijn.

Hij was onder ons.

En Hij is nog onder ons. Onder onze neus. Deel uitmakend van de schepping, maar er tegelijk boven staand. Immanent en transcendent tegelijk. En dat is onze redding. Als we het geloven willen.

Wonder van genade.
Vader van de schepping.
Kind van de schepping.

Welke God uit welke godsdienst of religie daalde zo diep af? Welke God doorbrak Zijn eigen regels? Ontledigde Zichzelf? Stierf voor anderen?

Geen geschiedenis, maar toekomstmuziek.

Geen evolutie, maar instantschepping. Zelf geproefd. Wie kan het beter weten?

Cynische bezinning

Gek zou je worden. Overspannen. Doorgedraaid. Chaos in je leven, chaos in je hoofd. Een bewogen, overvuld, spanningsvol, heen en weer slingerend, stormachtig, tijdverslindend, adembenemend, jaar. Het elastiek wordt bizar ver uitgereikt. Kan er nog meer bij?

Woorden zijn een uitlaatklep en stoomafblazer. Gelezen, tot het je duizelt. Gesproken, geschreven, gedeeld, onuitgesproken, bedacht. Maar niet altijd, niet onbeperkt. Gevoelens laten zich niet altijd verwoorden. Verdriet kun je niet analyseren. Relaties zijn geen metaforen, ze beïnvloeden je zijn, je functioneren.

Hoe ver kun je nog verzinken, hoe diep kun je zakken, hoe lang blijft het elastiek gespannen staan voordat het breekt? Je lichaam protesteert. Slapen geeft geen rust meer. Je nek, je hoofd, je spieren, negeren helpt niet langer.

Terwijl de zon buiten schijnt, komen er twee tegenstrijdige behoeften bovendrijven. Behoefte aan storm en aan stilte. Aan de ene kant, vechten tegen de elementen, kop in de wind, al je krachten in de strijd. Maar ook, de drang te gaan zitten, rust om je heen, stilte van binnen, beschouwend, analyserend, objectief. De enige beweging de ademhaling. Een woordeloos gebed. De strijd tussen die behoeften brengt alleen al verwarring ...

En nu, Kerst. Heel de wereld juicht in kunstlicht en mierzoete muziek, hoteldebotel, rusteloos, van diepzinnig tot oppervlakkig, van eenmalige liefdadigheid tot nihilistische zinloosheid. 

Er wordt een wonder herdacht. Er wordt een Kind verwacht. Een brok geschiedenis, eeuwen geleden, wordt eindeloos opgeleukt. Wat doet het nog, wat heeft het nog te zeggen? Het is bijna zover, de engelen gaan weer zingen, de o zo bekende woorden worden herhaald, de boodschap uitgemolken. De boodschappen zijn in huis. De rijk gevulde tafel kan weer worden klaargemaakt.

En ondertussen staat de wereld in brand, overstromingen, aardbevingen, bomaanslagen, een nooit meer op te lossen honger in grote delen van de wereld,  aangekondigde crisis, opstanden, democratische wanorde. De gebrokenheid ten top. De wereld op zijn kop. De schepping ontwricht. De elementen omgekeerd. Zelfs het weer is van slag.

Mijn God, wat klinkt dit allemaal cynisch en weinig verwachtingsvol ...

Waar is de goede aarde voor het zaad? Waar zijn de harten die brandend wachten op Uw komst? Waar zijn de kinderen, die verlangend kijken of de hemel opengaat? Waar zijn de mensenherders, die bedremmeld neerknielen bij het wonder, gelouterd opstaan, gedreven en bewogen woorden proberen te vinden voor de diepste oorzaak van de schepping van de mens, voor de meest onbegrijpelijke boodschap die ooit gebracht is? Waar zijn de deuren die opengaan, voor een verdwaalde zwerver uit een ander land, verder dan ooit? Waar zijn de ultrawijze wetenschappers die wonderen niet analyseren, bewijzen of tegenspreken, maar gebruiken om het wonder onder de aandacht te brengen? Waar zijn de mensen die nog gewoon het Woord van God simpel achter elkaar doorlezen, zonder theologische ballast proberen te aanvaarden wat er gezegd, bedoeld en ervaren werd door mensen die en glimp van het Mysterie hebben opgevangen? Waar is de kerk, het gebouw van symbolen waar verwarde mensen stilte kunnen zoeken? Waar is de kerk, de mensen die het weten kunnen, uitgaan, de gebrokenheid van het leven in, op zoek naar roependen in de woestijn, vreemdelingen, daklozen oprapen en uitnodigen voor het eeuwige feest?

Waar ben ik? Voor wie het nodig heeft?

Waar is God? Als je Hem nodig hebt?

God ... eigenlijk, eerlijk gezegd, toegegeven, met zoveel woorden uitgesproken, heb ik U nodig. Vandaag. Om overeind te blijven, niet te bezwijken, niet verward en boos en gek te worden. Opgebrand en uitgeblust. Feitelijk heb ik Uw woorden nodig, om te overleven, om uit te zien, te verlangen. Om te leven.  

Ten diepste heb ik U nodig, elke dag, verbonden met Uw onbegrijpelijke liefde, de adem van Uw Geest om woorden van U te ontvangen, woorden te murmelen, mijn hart te richten op het Wonder van boven, het Wonder van beneden. Om mens te zijn. Met een lijntje naar boven, een blik naar binnen, ogen om te zien en handen om te doen.

God ... het is dat U dat allemaal al lang wist. Het Wonder bedacht en ontrolde. Het uitriep in de donkerste duisternis. God, van God verlaten. Daarom alleen kan ik geloven, aanvaarden, vechten in de storm, zitten in de stilte. Leven bij de gratie Gods.

Daarom is er zelfs een boodschap, een verlangen, een waarheid, in kunstlicht en zinloosheid.

Alleen door U.
There is a crack in everything, that's where the light comes in. (Leonard Cohen)

donderdag 22 december 2011

Knielen

niet dat u te groot bent
of te ver weg
te ongrijpbaar
of te hoogverheven

al bent u dat wel
bij tijd en wijle
zelfs vaker
dan ik zou wensen

maar dat u
de hemel verliet
afdaalde op mijn niveau
zichtbaar werd
nog lager dan
mijn ooghoogte

zwakker werd
dan mijn 
vermeende waardigheid

wilde krimpen
en ondergaan
de woestijn inging
de diepe schaduwen opzocht
van de valleien
van de dood

voor mij uit
de poort doorging
van het graf
de weg baande
tot nieuw leven

dat doet mij
verstomd 
verstild
bewogen

ter aarde vallen
het o zo bekende
overdenken
telkens weer
bedremmeld zingen

knielen
in het stof

Zij waren er bij (2)


aangetrokken 
door een ster
aan de hemel

hun land verlaten
jarenlang op reis
de weg niet weten
verdwalen 

niet de koning vinden
die ze zochten
maar verwonderd staan
bij een kind
en toch aanbidden

stiekem weer terug
naar niemandsland

reizigers
uitgroeiend
boven eigen wijsheid
en wijsheid
wil je delen

Zij waren er bij (1)

denken dat je rustig
je ding kunt doen
in je veilige schuilplaats
in het holst van de nacht
en dan zomaar 
uit het hemelse niets
overdonderd worden

in het volle licht
verbijsterd
een diepe wijsheid horen
van de hemelse Alles

je werk loslaten
gaan
zien
en geloven

en helemaal
hoteldebotel
terugkeren
naar je werk


in al hun eenvoud
en ontvankelijkheid

vol
van iemand
die iets
zal gaan doen
voor iedereen
die het gelooft
zoals al lang
beloofd


Boek

ooit schreef God
met ongelooflijk oog voor detail
variatie en samenhang
het boek van de natuur
met het oog op de mens 
als middelpunt

later kwam de Logos
Woord in wording
en eeuwig tegelijk
het Woord werd vlees
met een hoger doel

Hij schonk ons mensen
de Bijbel
boeken in een boek
woorden van het Woord
bij tijden adembenemend

woorden over leven
woorden over anders leven
woorden over na dit leven

als je geraakt bent
door dat Woord
gevuld door Zijn Geest
dan wordt je ook een boek
met een lage instap
en een hoger doel

beeldend vermogen
lezenswaardig
inspirerend
voor herhaling vatbaar

woensdag 21 december 2011

Koninkrijk

als u de verwachte koning bent
die ons kwam vertellen
dat het koninkrijk
gekomen was

maar niet op een koning leek
in de verste verte niet
zo daar in die stal
en later ook
zo tegendraads
en onnatuurlijk mens
anders apart

als u ons bidden leert
uw koninkrijk kome
terwijl het feitelijk
al aanwezig was
vanaf dat moment
dat u er was

als uw dood
het doel was
van uw komst
met als doelgroep
ons

als uw opstanding
ook ons leven schenkt
en uw gaan naar de hemel
betekende dat alles
aan uw voeten ligt
de strijd overwonnen was

kan het dan zijn
dat ik er niets van snap
u niet kan volgen
in uw tegendraadse
anders dan andere
niet logische
en onnavolgbare
manier van doen
en zijn

terwijl
u wel vraagt
aan mij
om u te volgen

dat ik dus
mij buigen moet
ogen gesloten
bezinnend op het wonder
dat ik mijn beelden
aan moet passen
mijn denkbeelden
in moet leveren
mij aan moet passen
aan het tegendraadse
met zeer opmerkzame ogen
voor anders
miniem en kwetsbaar
halfdood of leeg
onmogelijk

mijn handen zegenend
of strijdend door te bidden
en vooral meer wapperend
zwijgen waar te veel
gesproken wordt
spreken waar het nodig is
veel vaker
in beweging komen
opstaan tegen onrecht

kortom
dat ik het leven
anders leven moet
eigenwijs
gewoon moet gaan
en doen
en zijn

als dat zo is
dan heb ik nog
een hoop te leren
leren door te kijken
naar toen
hoe u dat deed
en leren door te doen
terug naar school
een echte ambachtsschool
geloven in praktijk

staan en gaan
in het koninkrijk
dat komt
en al gekomen is

op weg
en onderweg

dinsdag 20 december 2011

Als je Hem zoekt

als je Hem zoekt
Hij is hier niet

niet te vinden
of al weer vertrokken
te dichtbij
te vergezocht

het heeft geen nut
de ster te volgen
die blijft op vaste afstand
en daarmee onbereikbaar
en aardse sterren
bieden zeker
geen houvast
altijd onnavolgbaar

het heeft geen zin
in de voederbak te kijken
die van toen blijft leeg
hoeveel schattige fake
je er ook overheen
deponeert
en die van tegenwoordig
zijn juist weer boordevol
overtollige weelde

je zult Hem
ook niet vinden
aan het kruis
het is leeg
wat rest 
is een symbool
van bloed en hout
en dood

en weet je
ook het graf is leeg
het werd er ooit
met zoveel woorden
bijgezegd
Hij is hier niet

je kunt ook staren
naar de wolken
waar Hij verdween
wachten totdat Hij 
weer zal komen
en nog langer wachten
maar in zichzelf
zijn ook die wolken
lucht en leegte

maar al met al
er is maar één conclusie
Hij is hier niet
het is allemaal geschiedenis
eenmalig en uniek
maar wel voorbij

je kunt nog gaan zoeken
in vage religie als therapie
of kathedralen
van kille steen betreden
je wordt er vaak
niet wijzer van
mensenwerk
al die vormen en symbolen
bekende woorden
o zo vertrouwd
maar inhoudsloos

althans
Hij is er niet

je kunt de boeken openslaan
waarvan er zoveel zijn
die een poging doen
het wonder te vatten
de logica te snappen
de zin te doorgronden

maar nee
Hij is er niet
als je Hem daar zoekt

het dartelt alles
maar met woorden
eromheen
de vraag is
waaromheen
Hij is het niet

Hij is ook niet te vinden
door te kijken
want
Hij is zoals een schim
die weg is
als je de bocht omgaat
telkens weer 
voorbij de horizon verdwenen
een schaduw die vlucht
als je omkijkt

je kunt zelfs proberen
in het licht te kijken
die de bron lijkt
van het leven
maar hoe zouden
je tere ogen
het kunnen verdragen

nee 
als je Hem zoekt
Hij is er niet

ook niet in opsmuk en overdaad
in warmte en weelde
niet tussen bekenden
en ook niet 
in een potten en pannen
bijgeloof

als je Hem zoekt
Hij is hier niet

maar wellicht
kom je Hem tegen
soms
niet altijd
ongezocht
spontaan
als je er open voor staat
en het tegelijk
niet verwacht

voorbij de horizon
over de oceaan
van liefde
achter het gordijn
van eeuwigheid
of juist heel laag
bij de grond
in de modder
van het leven
in gebrokenheid en pijn

bijvoorbeeld
in de lachende neger
vol onbevangen blijdschap
voor zijn armoedige woning

bij een armoedige zwerver
kleumend aan de soep
levend in zijn eigen wereld

in de ogen van een kind
dat in zijn spel verdiept
geniet

of wellicht kun je Hem horen
in de roep van een vogel
die voorbijvliegt

ervaren in de pure stilte
in het eenzame huis
van het bange bos

proeven
in de emotie
bij het zingen
van een lied

herkennen
in de eenvoud
van simpele dingen

opdrinken
als je een moeder
gadeslaat
in de zorg
voor haar kinderen

soms staat Hij
zomaar naast je
bij het graf
van een bekende

als je Hem zoekt
echt zoekt
dan moet je wel
willen geloven
dan zul je moeten letten
op de wind van Zijn Geest
ademhalen
in Zijn fluisterende stilte

moeten knielen
bij de symbolen
die Hij achterliet
de laagbijdegrondse kribbe
het te ver om te reiken kruis
de getroffen medemens
de geopende hemel
het licht
de stilte
de natuur

je zult je ogen moeten sluiten
voor het overweldigende licht
van Zijn glorie
waardoor Hij nu
onzichtbaar
maar des te machtig is

weet je
als je Hem zoekt
Hij is niet zo ver als je denkt
noem maar gewoon
Zijn naam

niet uit te spreken
niet te ontleden
wel te aanbidden
en zeker te vertrouwen

als je Hem zoekt
met heel je hart
gevouwen handen
en ontvankelijk
luisterend
openstaat

dan kan het niet anders
of zomaar op een goed moment
dan wordt je je bewust
van iets heel groots
te groot om vast te houden
te begrijpen
te onderzoeken

Hij is in de stilte
Hij is in de ander
Hij is in de liefde
Hij is liefde

Hij is een Mysterie
niet te doorgronden
en toch is Hij
echt heel dichtbij
Hij ziet en kent je
en wacht al lang
op jou

als je Hem zoekt
dan vindt Hij je
zo vast als
amen
zeker is

dat je Hem zoekt
is al een wonder 
op zich
het betekent gewoon 
dat zijn diepe liefde
resonantie vond

dat je Hem zoekt
betekent
simpel gezegd
maar wonderlijk verrassend
dat Hij bestaat

dat Hij er is
niet hier
maar toch ook wel
Hij is er
en Hij is anders
dan je ooit had durven denken
Hij is hier
Hij is God

geboren om te sterven
gekomen om te brengen
gegeven om te zijn
ontledigd om te vullen
gepijnigd om te helen
geworsteld
om te dienen
in liefde

door Zijn dood
kunnen wij Hem eeuwig zien
in het licht
dat Hij bracht

Hij vond ons
zodat wij nooit meer hoeven zoeken

dus
als je Hem nog zoekt
....