Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 16 oktober 2011

De zin van zijn

Er zijn van die perioden in je leven, dat je geleefd wordt, dat je het gevoel krijgt het stuur niet meer in eigen hand te hebben, maar dat je wordt meegevoerd op een kolkende maalstroom. Dat je het op je werk te druk hebt om zelfs maar de prioriteiten te bepalen, dat je avonden zich vullen met afspraken, verjaardagen en andere verplichtingen, zonder dat je de tijd krijgt om de dingen die je ook nog zou moeten uitwerken, daadwerkelijk om te zetten in papier of acties. En dat er dan thuis ook nog van alles mis gaat, of aandacht wordt gevraagd of actie nodig is.

Je hapt naar adem, snakt naar lucht. Je bent hyper, opgefokt, voelt de druk alsmaar toenemen. En je komt niet meer toe aan rust, of zelfs aan slapen. Woelend lig je uren wakker en als je slaapt is het onrustig en dromend, en schrik je elke keer weer wakker, en alles wat nog te doen is, staat ook meteen weer haarscherp op je netvlies. Weer van voren af aan beginnen dus. En elke keer sta je doodmoe op.

Dat is een moment om een keus te maken. Een stap te nemen. Een daad te stellen. Op de rem te gaan staan. Ook al heb je geen keus en moet alles nog steeds gebeuren en ben jij het die het moet doen.

Stop. Zit. Stil.

Dat is het moment om adem te halen. Heel diep. Heel vaak. Heel lang. Tot je weer rustig kunt ademen. Tot er maar één waarheid, een constatering meer overblijft en al het andere, hoe nodig of belangrijk ook, wegvalt.

Ik ben.

That's it. De Waarheid. Dat is Alles wat je weten moet. Beseffen moet, diep van binnen. Ervaren moet, tot in de toppen van je vingers en je tenen, de vezels van je bestaan. Het enige dat telt.

Is that all?

Ja, dat is alles. Niet wat je doet, is wat jou jou maakt. Niet hoe hard je holt. Niet de stapels die je wegwerkt. Niet de berg waar je tegenop klimt. Niet je daden, niet je woorden, niet je zekerheden, niet je werk of ook maar je geld. Niet je kinderen of je vrouw zelfs, maar jijzelf, wie je bent. Wie je ten diepst bent.

Kaal en naakt, zonder bescherming, omhulsels, zelfgebouwde illusies of schijnzekerheden.

Wees stil en ervaar. Luister. Constateer. Wees je bewust van alles wat om je heen hangt, en laat het los. Laat het gaan. Allemaal. Niet omdat het geen waarde heeft, maar omdat je je erachter verstopt.

Je hebt waarde in jezelf. Betekenis. Er is Iemand die jou heeft gewild. Gemaakt. Bedacht.

Hij wacht. Hij luistert. Geduldig. Afwachtend.

Ken je Hem? Luister je ook wel eens naar Hem? Ervaar je Hem? Geloof je in Hem?

Hij is de Ik ben. De Altijd Aanwezige. De Bron van kennis en liefde en schoonheid. De Bedenker van het Leven. De Maker van al wat er is. De Beheerder van de Toekomst die nog komt. De Koning van het nieuwe Koninkrijk. De Belofte van alles wat nieuw wordt.

Hij die iets maakt uit niets. Hij die potten vormt uit klei. Hij die met Zijn Geest Adem geeft. Tot leven wekt. Tot aanschijn roept. Tot Zijn beweegt. De Zingever van het bestaan.

Hij bedacht en maakte jou. Uit liefde. Uit pure, gunnende, schenkende liefde. Wonderlijke genade. Hij koos jou, willens en wetens.

Omdat Hij wilde.

Ik ben wilde dat jij was. Ik ben wil dat jij bent. Ik ben wil dat jij komt, zult zijn.

In Hem. Zonder einde. Zonder beperkingen. Zonder restricties.

Zijn, alleen maar zijn.

Kom, zeg ik. Wees jezelf. Wordt jezelf.
You are the only one there is, there is no other you.
Maar ook, daarbovenuit, nog verder, veel groter en mooier en onbevattelijker, Hij was het die het mogelijk heeft gemaakt:

Wordt één met Hem. En laat Hem nooit meer los. Hij is Alles. In Allen. Hij is het zijn, dat eeuwig is. De zin van zijn. Hij is.
God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat Ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’ Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’ Ook zei hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En Hij heeft gezegd: ‘Zo wil ik voor altijd heten, met die naam wil ik worden aangeroepen door alle komende generaties.’” (Exodus 3 : 12 -15)
'Ik zal jullie aannemen als mijn volk, en ik zal jullie God zijn. En jullie zullen inzien dat Ik, de HEER, jullie God ben, die jullie bevrijdt.' (Exodus 6 : 7)
‘Morgen,’ zei de farao. ‘Zoals u wilt,’ antwoordde Mozes. ‘Dan zult u beseffen dat er niemand is als de HEER, onze God.' (Exodus 8 : 6)
‘Niemand is als u, o HEER, u bent groot, groot is uw naam door uw kracht. Wie zou geen ontzag voor u hebben? Koning van de volken, dat komt u immers toe. Onder alle wijzen van de volken, onder al hun koningen is niemand als u.’ (Jeremia 10 : 6-7)
'Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die Ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat.' (...) Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals Hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend. (Deut. 6 : 4-7; 29)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten