Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

vrijdag 28 oktober 2016

Het rood-met-witte-stippen-bos


Soms.
Zoek je al weken.
Bos in, bos uit.
Naar boden van de herfst.
Zwammen van de natte aarde.
Wonderlijke schimmels.
Groeimonsters uit het niets.
En vind je niets.
Wellicht, hier en daar, verdwaald, een enkel brokje.
Vertrapt en al.

En soms.
Dan.
Zomaar.
Uit het niets.
Vind je een bos vol.
Vanuit het niets.
In een week tijd helemaal vol.
Als je ze weet te vinden.
Op de plekjes waar ze ook vorig jaar stonden.

Zoals van de week.
Een berkenbos.
Bosje, oké.
Maar wel.
Helemaal vol.
Rood met witte stippen.
Wauw.
Vet gaaf, toch ....?!



zaterdag 22 oktober 2016

Struinen in de Grote Nes




Persoonlijk

Het is tijd voor iets persoonlijks.
Het wordt tijd voor wat openheid.
Naar mijn lezers, mijn volgers, mijn collega-bloggers.

Nu zijn alle foto's die ik maak uiteraard persoonlijk gemaakt, van al wat ik buiten mij zie en meemaak.
En zijn ook alle woorden die ik hier schrijf mijn eigen woorden, waar ik iets mee wil zeggen.
Maar ze wijzen beide van mij af.
Ik ben slechts toeschouwer.
Doorgever.
Camera obscura.
Ik objectiveer in mijn beelden en woorden.
Althans, dat probeer ik zo veel als mogelijk.

Nu gaat het, in dit bericht, echter heel specifiek om mijzelf, mijn eigen persoon, mijn persoonlijkheid, wie ik ben, maar dan met name hoe de 'lichamelijke' kant inwerkt op mijn 'geestelijke' kant.

De directe aanleiding hiervoor is, dat ik vorige week getriggerd werd door de titel van een artikel in CW (voorheen Christelijk Weekblad), waarin mijn weblog in het zonnetje werd gezet.
Overigens een hele eer, ik ben daar uiteraard heel blij mee.
Voor de liefhebbers, is het eventueel te lezen.

Maar de titel van dat artikel luidde: 'Weinig tekst, maar des te mooier beeld.'
En dat is uiteraard waar, als je de laatste jaren beziet.
Maar in eerste instantie ben ik, in 2011, met woorden begonnen.
Spontaan, tijdens een periode van ziek thuis zijn in verband met hernia.
Natuurlijk heb ik mijn hele leven al geschreven.
Maar het waren perioden.
Het heeft lang en veel gesluimerd.
Er waren grote, donkere pauzes van stilte.
Maar toen, toen ik dit weblog startte onder de naam 'God-is-in-de-stilte', toen ontdekte ik pas echt mijn gave.
En een gave kan lang sluimeren, maar hij groeit pas echt als je hem gebruikt.
En dat werd steeds intensiever.

Het mooie is dat woorden niet alleen iets kunnen zeggen, je kunt een boodschap over brengen, je kunt bij wijze van spreken je eigen ziel er in leggen, het grootste wonder was voor mij het fenomeen 'inspiratie'.
Dat je zomaar uit het 'niets' een 'idee' kunt krijgen.
Net voor je in slaap valt, komt er iets bij je binnen.
Een woord, een beeld, een visie, een vergelijking.
Dat zich hecht, zich nestelt in je geest, dat sluimert, dat herkenning geeft, dat naar woorden gaat zoeken, dat zich uiten wil, dat langzaam aan vorm krijgt, en dat dan naar buiten treedt.
En weer herkenning geeft.
Resonans.
Ik vond en vind het nog steeds een wonder.
En het bleef maar komen.
Verhalen, gedichten, essays, polemieken, probeersels, stenen in de vijver.
Zo teer en vluchtig, zo mooi, zo waar, zo rimpelingen wevend in het water van alle dag.

Maar.
Ik had een onbestemd gevoel.
Een drang.
Naar meer, naar verder, naar dieper.
Ik kreeg haast.
'You are running out of time ...'
Het was of het werd ingefluisterd.
Was het doodsangst?
Nee, beslist niet.
Een vage onrust, dat wel.

Ondertussen.
Terwijl mijn geest overuren maakte.
Bijna hyper-actief was.
En de woorden bleven komen.
Haperde mijn lichaam.
Er was iets.

Ik heb altijd al slecht geslapen.
Het duurde erg lang voor ik in slaap viel.
Draai-, maal- en waakuurtjes.
Maar die schemertijd, dat was ook inspiratie-tijd.
Gedachten vielen in, ideeën werden geboren.
Gouden momenten.
In de stilte van de nacht.

Maar, ik werd steeds vaker moe wakker.
Ging op den duur steeds slechter slapen.
Uiteindelijk ben ik naar de dokter gegaan.
Die me doorstuurde naar de neuroloog.
Dat was eind 2012.
Er volgde een slaaponderzoek in het ziekenhuis.
Met allerlei plakkertjes met draadjes aan je hoofd en je benen.
Een slangetje in je neus, een borst- en buikband om.
Een saturatie-meter aan je vinger.
En dan weken lang wachten op de uitslag.
Maar die gaf wel duidelijkheid.
De diagnose luidde: PLMD.
Periodic Limb Movement Disorder.
Een variant op rusteloze benen, maar dan juist 's nachts optredend.
Onwillekeurige bewegingen van spieren/zenuwen.
Waardoor je perioden van diepe slaap verstoord worden.
Daar word je echt moe van, dus.
En de oorzaak is onbekend.
Al leg ik zelf een directe link naar de hernia.

Gelukkig waren er wel medicijnen voor.
Die heb ik dus al meerdere jaren geslikt.
Medicijnen die je in slaap doen vallen en je bewegingen verminderen.
Medicijnen die ook gebruikt worden voor patiënten met Parkinson of epilepsie.
Verboden om auto mee te rijden, dus alleen vlak voor het slapen gaan in te nemen.
Ik kon dus weer redelijk normaal slapen.
Al hebben alle medicijnen bijwerkingen, ze zijn niet echt verslavend.

Maar ...
De slaperigheid blijft wel.
Omdat ik fiets naar mijn werk, ben ik goed wakker overdag.
Op mijn werk functioneer ik dus gewoon.
Maar met name 's avonds is mijn puf een beetje op.
Multitasken, zoals vroeger, dat gaat niet meer zo goed.
Waardoor ook de woorden niet meer zo makkelijk komen als vroeger.
De inspiratie en de concentratie zijn niet meer zoals vroeger, dat wil zeggen, zoals tot voor kort.
Vandaar dus de 'minder woorden' op deze weblog.
Er is een duidelijke reden voor.
Beelden zijn wat dat betreft minder vermoeiend.
En die maak je ook nog eens buiten.
Knap je lekker van op ...

Maar.
Een tweede maar.
Ik ben i.v.m. de bijwerkingen van de medicijnen een aantal keren van soort gewisseld.
Maar ik knapte er niet echt van op.
Het gaat vanaf een half jaar geleden eigenlijk alleen maar slechter.
Meerdere keren per nacht wakker.
's Morgens niet goed uitgeslapen.
Concentratieproblemen overdag.
Af en toe vergeetachtig.
's Avonds achter elkaar geeuwen.
Maar bijna niet één avond de slaap niet direct meer kunnen vatten.
En dat allemaal, ondanks de medicijnen ...

Vorige maand heb ik daarom opnieuw een slaaponderzoek gehad.
Weer een nachtje slecht geslapen met alle toeters en bellen.
En daar heb ik afgelopen donderdag de uitslag van gekregen.
De beenbewegingen bleken goed onderdrukt te worden door de medicijnen.
Maar er is wel geconstateerd dat mijn ademhaling regelmatig stopt.
Wel twintig keer in een uur.
Te veel dus.
Waarschijnlijk door snurken, sluit de tong de keelopening even af.
Tot het middenrif een signaal afgeeft naar de hersenen en je ademhaling geforceerd weer opstart.
En dat verstoort de slaap en geeft op den duur ernstige vermoeidheidsklachten.

Kortom.
Diagnose: slaap-apneu.
Duidelijkheid dus, dat is een voordeel.
En de remedie?
Vanaf a.s. vrijdag mag ik proberen met een neusmasker op te gaan slapen en een pomp naast mijn bed, die de luchtcirculatie op gang moet houden, waardoor je niet meer met je mond open kunt slapen.
Ik ben benieuwd.
Hoe het leven verder gaat.
We zullen zien.
Leven bij de nacht.
En hopen op betere tijden.

Impressive cloud-expressions




Sprokkelen in het Alblasserbos (2)