Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

vrijdag 27 december 2013

De wet van de liefde

Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: u zult uw naaste liefhebben als uzelf. (Galaten 5:14)
De liefde is als een bloem, maar te vaak vergapen we ons aan de exoten in rijk geïllustreerde bladen of in andermans tuintje, terwijl we over het hoofd zien wat zich voor onze ogen bevindt.

De liefde is als een boom, waaronder we genieten van schaduw en stilte-ritselingen, maar we vergeten dat zij met heel veel geduld is gegroeid en dat haar wortels in de diepte evenredig zijn aan de stevigheid en de hoogte van die boom.

In veel kerken wordt elke zondag de wet voorgelezen, de tien geboden die God aan het volk Israël gaf door de hand van Mozes, maar in het Nieuwe Testament zegt Paulus dat wie de ander liefheeft, de wet vervult.
Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld. Want: ‘Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ De liefde berokkent uw naaste geen kwaad, dus de wet vindt zijn vervulling in de liefde. (Rom. 13:8-10)
En Jezus zelf vat de tien geboden samen met de beroemd geworden woorden:
Hij zei tot hem: U zult de Here, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. (Matth. 22:37-30)
Maar ook die woorden zijn al letterlijk te vinden in het Oude Testament, uitgesproken op het moment dat de tien geboden werden gegeven (Lev. 19 en Deut. 6). Niets nieuws onder de zon, dus.
Liefde heeft de geur van verliefdheid om zich heen hangen, twee geliefden die diep in elkaars ogen kijken en elkaar fluisterend trouw beloven.


Maar liefde is meer dan dat.
Nog meer.
Want dat, die liefde, is al zo mooi.
Zo'n paradijsbloem.
Dat is wat de adem beneemt, wat vlinders in beweging brengt, wat de geschiedenis voort doet schrijden, wat de wereld draaiend houdt, wat de lijn van de geslachten verder doet gaan.

Toch is het nog maar een voorbode, een afschaduwing van echte liefde.
Want hoe je het ook wendt of keert, het blijft een relatie van wederkerigheid en gelijkheid.
Terwijl liefde, echte liefde, veel dieper gaat.

Het probleem is dat voor ons woord liefde, alleen in de oorspronkelijke taal van de Bijbel al drie woorden gebruikt worden, namelijk 'eros', de lichamelijke liefde, 'amor', de liefde tussen man en vrouw, en het woord 'agapè', als uitdrukking voor de zichzelf opofferende liefde.
Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. (Joh. 15:13)
We hebben net herdacht en gevierd dat Jezus, als God zelf, mens is geworden, zichzelf heeft ontledigd.
Hij gaf op wat Hij had, om te delen in wie wij zijn.
Met Pasen denken we er aan dat Hij is opgestaan.
Hij overwon de dood, die ons leven eindig maakt.
Maar, net daarvoor, op Goede Vrijdag, gaf Hij zichzelf, als een offer, een losprijs voor wat we nooit weg kunnen poetsen, als een rantsoen op de weg naar het eeuwig leven, als een belofte die kan worden ingeruild.
Hij opende een weg waar die niet was.
Hij werd zelfs die weg.

Als je dat beseft.
Als dat doordringt.
Als dat binnen komt.
Dan wordt je leven nooit meer hetzelfde.
Dan ben je aangeraakt.
Dan wordt je leeg en vol tegelijk.
Ontledigd van je ik-gerichtheid en vol van overstelpende liefde tot de ander.

Dan zie je niet, kijk je niet in de ogen, houdt je elkaars hand niet vast, dan heb je niet een gevoel van verliefd-zijn, maar staat je leven wel op zijn kop.
Kijk je voortaan met andere ogen.
Ogen van bewogenheid en ontferming.

Hoe komt het dat we nog meer van iemand lijken te gaan houden, als die ons ontvallen is?
Het zou kunnen dat we het juist meer gaan beseffen, dat we ons er meer bewust van worden.
Dat als iemand bij ons in de buurt is, we te veel afgeleid worden door negatieve aspecten, door pietluttigheden, dat we het positieve over het hoofd zijn gaan zien door de macht van de gewoonte.
We letten er niet meer op.

Als dan iemand overlijdt, komen in onze herinneringen juist de gouden momenten boven drijven.
Oogkleppen vallen weg, gordijnen schuiven opzij.
We zien in een ander perspectief.
Hebben een andere bril op.
Het licht is anders, valt vanuit een andere hoek.
Wat zich ontvouwt, wordt plotseling kostbaar, zacht, gezuiverd, geheiligd.

Het wonderlijke is, dat liefde wederliefde oproept, aanwakkert, te voorschijn haalt.
Liefde werkt aanstekelijk.
Het vuur gaat smeulen, broeien, gloeien, sintelen, vonken, laaien, knetteren.
En zelfs een zuchtje wind doet wonderen.
Als het goed is wekt gemeenschap warmte op.
Op zijn minst houdt het de warmte vast.
Het werkt bevruchtend, versterkend, verstevigend.

Echte liefde is echter ook vaak ongelijkwaardig.
God had ons lief en gaf Zichzelf, wat wij kunnen doen is slechts stamelend antwoorden met te kort schietende wederliefde.
Zijn liefde is transformerend, reformerend, alles doordringend, alles overstelpend.
Het is van een ander niveau, omvang en intensiteit.
Wat wij kunnen is de druppels van die overweldigende bui proberen op te vangen in een klein maatje vergiet met grote gaten en terug proberen te ademen as koolzuur, de onmetelijke ruimte in.

Liefde is een geschenk uit de hemel, maar ook de dragende kracht van alles wat positief is op aarde.
Liefde is niet alleen de roos die bloeit, maar ook het zaadje al veel eerder gestrooid en met veel geduld naar het licht geleid.
Liefde is niet alleen de stevige boom, die steun biedt of schaduw tegen te fel licht, maar ook de tere lijnen in de blaadjes en de uitdagende kleuren die zij dragen in vele variaties groen.

En dan nog even dit.
Voor de duidelijkheid.
Liefde is geen gevoel.
Liefde is niet koesteren van wat voorbij is, leven in het verleden.
Liefde is geen wensdroom die niet uit zal komen.
Liefde is zelfs geen vulling van eindeloos verlangen.

Nee.
Liefde is een daad.
Liefde is doen.
Liefde is delen.
Niet wat jij kwijt wilt of over hebt, opgeslagen in verzamelde-voorraad-schuren.

Nee.
Liefde is wat anderen nodig hebben, net zo hard als jij.
Elke dag opnieuw.
Daarom mag je delen, van wat je eerst ontvangen hebt.
Uit overvloed.
Als uitgestelde koffie, die nooit op zal raken.
Want je anticipeert op de onuitputtelijke magazijnen van de toekomst.
Er is genoeg voor iedereen.
Maar je krijgt niet meer dan een kruikje.
Want schenken doe je in geloof.
Love is not a feeling, it's an act of your will (Don Francisco).
De wet van de liefde.
Een vorm, een wonderwolk, een weg, een lied, een wonderlijk gedicht van ongedachte, onverdiende en nooit geëvenaarde genade.
Liefde houdt de wereld draaiend.

Kan het leven dan geen pijn meer doen?
Zeker wel, heel veel pijn zelfs, we worden ook nog eens juist het hardst geraakt door hen die dicht bij ons staan.
Maar we mogen ook danken voor het goede dat er ook was, we mogen de pijn loslaten en in de hand van een liefdevolle Vader leggen, die elke pijn, echt alle pijn kent en onderkent.
Hij ziet de tranen, vangt ze op.
Hij weet, Hij kent, Hij troost door nabijheid, Hij geeft kracht, elke dag weer.
De wet van de dragende liefde.
Zo is Hij.

Want Hij is Liefde.
Zijn doel, Zijn wezen.
Zijn gift, Zijn geven.
Zijn daad, Zijn leven.
Zijn doen, Zijn laten.
Zijn gave, aan ons gelaten, om uit te delen, terug te geven, door te geven.
Delen door te vermenigvuldigen.
Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten we doordat hij ons heeft laten delen in zijn Geest. En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld. Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem. (1 Joh. 4:7-16)

2 opmerkingen: