Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

dinsdag 24 december 2013

Hora est

Hora est.
Het is tijd.
Een term uit de universiteitswereld.
Als iemand zijn proefschrift heeft verdedigd, zijn punt heeft gemaakt, is bevraagd op vaagheden, heeft gereageerd, alle mogelijke vragen heeft beantwoord.
En de tijd is voorbij.
Ingeluid door een ritueel met een eerbiedwaardige man in een jurk met een bel in zijn hand.
Een lange studieperiode afgesloten.
De bul behaald.
Boeken dicht nu.
Theorie afgesloten
Aan de slag nu.
Het leven in.
De praktijk wacht.

Hora est.
Het is weer tijd.
Morgen vieren we Kerst.
Vorige maand hingen de eerste lichtjes al aan de huizen.
Om de dreigende duisternis hardnekkig te verdringen of te ontkennen.
De reclamefolders zijn als ontklede bomen bij bossen door de brievenbussen gedwarreld.
Alle winkels draaien een top-omzet.
Inkopen zijn gedaan.
Vreten op aarde en in de magen een welbehagen.
Bomen gerooid om tot etalage van leegheid te dienen.
Gezelligheid uit een instant-spuitbus luchtige sneeuw.

Alle dagen kerst-bijeenkomsten, feesten, recepties, schranspartijen, koor-uitvoeringen, uitgebreide koopavonden, kerkdiensten, kerstpakketten, kerstkaarten, groeten om Post NL te spekken, zoete-muziek-behang, speel-op-je-gevoel-klop-geld-uit-je-zak-acties.

Hora est.
Was het maar weer voorbij.
Al die kitsch.
Alle gemaakte nep-glimlachjes.
Alle energie-verspillers.
Alle veel-te-veel-van-het-goede-overdadigheid-tergende-zo-weer-voorbij quasi-diepzinnige-luchtigheids-waanzin.

Vergeet het.
Laat het los.
Laat het waaien.
Sta even stil.
Keer even in.
Concentreer je.
Haal even adem.
En hou dat vast.
Heel even maar.
Een zalige gedachte lang.

Hora est.
Vanuit het midden van de eeuwigheid, zo dat al kon bestaan, ging een geroezemoes op, werd er geroepen, gezongen door een massa, een zee van ruisende, enthousiaste engelen.
Hora est.
Het is tijd.

Heerser van het heelal, Diepzinnigste van de kosmos, Deler van het leven, Oorsprong van het licht, Vervuller van de liefde.
Het is tijd, het is gekomen, het moment, het uur U.
Tijd om in te breken in de tijd.
Tijd om te ontledigen, in te krimpen, Uw grootsheid samen te ballen in een moment supertederheid.
Tijd om de eeuwigheid te laten versmelten, het goddelijke met het menselijke te verzoenen in een ultieme nano-atoom-seconde.
Een kruispunt in de geschiedenis, een raakpunt van het hoogste met het laagste, een keerpunt tussen toekomst en verleden, geconcentreerd in een uniek en onomkeerbaar heden.

Hora est.
God wordt mens.
De Schepper keert in tot Zijn schepsel.
De Eeuwige kromt zich in de tijd.
De Geest ontplooit zich in een lichaam.
Het Licht omhult zich met duisternis.
Adem wordt stof.
Het Leven neemt de dood aan als vorm.
Het Heilige, Volmaakte centrum van alles, conformeert zich aan het voortdurend weg zwervende, afgewende, gebroken, schadelijke, aangetaste, bijna-vergane, nooit-volmaakte, halfwassen, altijd klagende en zwalkende mensdom.
De Almacht concentreert zich, ongedacht, ongezien, onnavolgbaar, ingedikt, tot ... ja, tot wat eigenlijk?
Er zijn geen woorden voor.
Niet te beschrijven.
Want niet te bevatten.

Hora est.
Maar niet in een paleis.
Niet op een marktplein.
Niet in het volle licht van de zon.
Zelfs niet bij de flakkerende vlammen van een kaarsje.
Niet voor het oog van de wereldmedia.
Ongezien.
Achteraf.
Onbeduidend.
Goed verstopt.
Zonder gerichte aandacht.

Hora est.
Dit is de tijd.
De allesbepalende tijd van leven.
Zien we het aan?
Zien we het gaan?
Voorbij in de tijd, een glimp van de eeuwigheid?
Durven we het aan?
Durven we te erkennen?
Dat we het niet begrijpen?
Dat het te ver gaat?
Te groot om te geloven?
Te omvattend om te kunnen bevatten?

Een wereld-veroverende lach, verstopt in een tedere traan.
Een brul van een beresterke leeuw, gedoseerd gebracht in de eerste kik van een eerste kind, in verwarring verwacht, in ontroerende eenvoud ter kille wereld gebracht.

Laat het binnen.
Laat het zakken.
Kijk het in de ogen.
Durf het aan.
Laat het toe.
Geef de liefde een kans.
Geloof in het goud, op diepte gebracht in de krochten van de aarde.
Geloof in de kathedraal, die een eeuwige stilte omhullen kan.
Een kerk zonder dak.
Een revolutie die we niet aankunnen, een metamorfose die we niet kunnen volbrengen, een reformatie waar geen woord aan te pas komt, het werd ons gebracht, voor onze voeten gelegd, in de schoot geworpen, cadeau gedaan.

Nemen we het aan, laten we het groeien, raakt het ons, nemen we deel aan het leven dat wacht?
Gaan we op weg?
Durven we onze ogen te sluiten voor zoveel eeuwigheid?

Hora est.
Het is tijd.
Tijd om op te staan.
Tijd om verbaasd te zwijgen.
Tijd om te aanbidden.
Neer te knielen.
Te buigen, diep in het stof.
Ontdaan.
Ontheemd.
Maar thuisgebracht.

En al het andere?
Het andere, dat afleidt, dat verhult, dat is vervormd, dat misleidt, dat vertekent, dat benevelt?
Dat is overbodig, leeg, banaal, kaal, te-laag-bij-de-gronds om waar te zijn.

Kom.
Laten we zwijgen.
Laten we stamelen.
Laten we zingen.
Laten we durven.
Laten we gaan.
Laten we kaal worden.
Teruggebracht tot de kern.

Hora est.
Nu is de tijd.
Nu of nooit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten