Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 13 oktober 2013

Bespiegelingen

Soms valt het licht, door gaten in een donker bladerdak, zo maar op het zwijgend wateroppervlak.
Spiegelt de hemel zich omlaag.
In duizend schitteringen en rimpelingen.
Schemert en glinstert.
Fluistert en huivert.

Subtiel. 
Fragiel.
Lucide. 
Transparant

Nestelt zich op gevallen bladeren.
Los gelaten als gedachten.
Neer gevleid als hoopvolle ideeën.
Gedrapeerd als tedere tekens van hoop.

Soms doet de schittering van het weerkaatsende licht zeer aan je ogen.
Vertroebelt het zicht.
Verwart het onderscheidingsvermogen van je geest.

Wat is nou diep, donkere bodem van wat verborgen ligt, verborgen onder het water?
Wat is nou weerkaatsing van je verwachtingen, je ervaringen, je dromen, gevangen in je wil om verder te kijken dan wat voor ogen is?
Wat is nou het oppervlakkige deel van de scheiding tussen vocht en lucht?
Licht en leven?
Hoop en dood?

Waar zijn nu de grenzen?
Wat zie ik en wat wil ik?
Wat geloof ik en wat kan ik vangen?
Wat kan ik plaatsen en verklaren, voelen en ervaren?
Wie ben ik eigenlijk zelf?

Soms is de wind als de geest, als de ziel, die niet onberoerd en onbewogen kan blijven, bij zoveel twijfel en vragen over het leven ...
Zij tovert rimpelingen op het zichtbare en plaatst alles in een ander perspectief.

Soms is het licht als een schicht die een vuurtje aanwakkert, diep in je hart.
Als een hopeloos verlangen, wakker gekust.
Als een heimwee in de nacht, te voorschijn geroepen, in het licht gebracht.
Niet te blussen geloof.
Maar zo klein, zo vol twijfel, zo breekbaar, zo aarzelend en onzeker ...

Het contrast van het leven wordt zomaar gevangen in de opzichtige kleuren van een gevallen blad, drijvend op het water, naar een onbekende bestemming onderweg.

Los gelaten.
Vlam gevat.
Rust gevonden.
Voorbij wat voorbij gaat.
Wachtend op een ander licht.

Want voor de nieuwe lente komen kan, met duizend nieuwe zinnen, met een verhaal zonder eind, met water dat geen geheimen meer zal kennen, met knoppen die uit zullen breken in oneindige uitbundigheid, moeten we eerst dwars door de kilte van de stilte.
Door de vale kaalheid van de naakte waarheid.
De dorheid van de dood.
De diep verborgen waarde van de aarde.

Verbroken.
Aangetast.
Vergaan.
Schijnbaar vergeten.

Zaaigoed geborgen.
Liefde geboren.
Hoop gekoesterd.
Diep verborgen.

Ongezien.
Ongehoord.
Na het venster van de tijd.
Wacht het licht leven.
Wacht het levend licht.
Wacht het wetend water.

Want weet je ....

Er groeit een boom.
Ergens.
Al heel lang.
Bedoeld.
Bewust.
Een nieuwe boom.
Een boom vol dromen.
Hemelhoog.
Aan levend water.
Bij een bron, die niet meer opdroogt.
Bij de zee, die nooit vol wordt.
Aan een onbewolkte hemel.

Kijk eens.
Kom eens.
Buig eens.
Kniel eens.

Durf eens kijken in de spiegel.
Misschien zie je het leven.
Even, in een glimp.
Hoor je de stilte.
Proef je de volheid.

Weet je het zeker.
Zo maar.

Zie je ook dat blaadje drijven?
Door je tranen heen?








Geen opmerkingen:

Een reactie posten