Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

maandag 27 juli 2015

Het verhaal zonder moraal

Elk verhaal begint met de geboorte van een idee. Misschien een enkel woord. Maar het blijft hangen. Het haakt aan. En het suddert even rond in je gedachten. Er vormt zich een ketting van losse woorden, halve zinnen, buitelende beelden en flarden dialogen. Er sijpelen steeds weer woorden door, die je soms op moet schrijven om ze niet te vergeten.

Maar het begint allemaal, zoals gezegd, met het eerste, iele, uiterst fragiele, maar zeer cruciale idee. Noem het maar de moraal. Het centrale punt. De kern.

Het is een wonder waar je bij bent, waar je deel van uitmaakt, dat je toevalt of misschien wel overvalt. Daar moet je open voor staan, luisterend in de stilte van je hart. Soms komt het van buiten, door iets wat je leest of hoort, soms borrelt het op in je eigen gedachtenrivier, in de maalstroom van elke dag. Het springt er uit. Het zet zich vast. Het hecht zich.

Pas daarna komt het schrijfproces, de aaneenschakeling van woorden, zinnen, dialogen, sfeerbeschrijvingen. En daarna weer de fase van herlezen, schrappen, weglaten, herschrijven. Een pakkende beginzin, een boeiend slot.

De moraal dus. Daar wil ik het over hebben. De les. De instelling. Het doel. Daar waar je naartoe werkt, met woorden en beelden. Dat wat je over wilt brengen.

- Wacht even ...
Pardon?
- Ik zeg: wacht even!
Wie ben jij?
- Ik ben het verhaal.
Dat kan helemaal niet, een verhaal kan niet praten.
- Daarom is dit ook een verhaal.
Maar je hebt helemaal niets te vertellen, je moet luisteren, je voegen naar wat en hoe ik wil.
- Dat weiger ik dus, ik ben een eigenwijs verhaal.
Zo dan ...!

- Ja, en ik zeg maar meteen, ik wil geen moraal.
Heb je wat te willen dan?
- Laat het los. Laat me gaan. Ik wil de vrijheid. Dat is het doel van een verhaal. Even dromen, even weg uit je eigen wereld. Daarvoor besta ik. Om die reden ben ik geboren.

Ho. Even wachten. Iets te snel geredeneerd. Als een verhaal al kan redeneren ...
- Kleineer me niet!
Ik ben realistisch. Een verhaal wordt geschreven. Het verhaal ondergaat. Het redeneert niet, het praat niet, het zoekt zijn eigen doel niet uit.
- Maar, je hebt zelf wel eens gezegd, dat een goed verhaal zichzelf vertelt ...
Ehm, misschien ... In zekere zin, maar dan wel overdrachtelijk bedoeld. Een verhaal is geen eigen entiteit. Het leidt geen eigen leven. Het gaat niet zijn eigen weg. Er zit altijd iemand aan de touwtjes, die stuurt, die richting geeft. Zonder schrijver geen verhaal ...
- Dus ...?
Dus krijg je van mij de vrijheid, voor zover ik dat toelaat. Onder beperkingen dus.
- Ah!
Wat ah?
- Een vorm van samenwerken, dat is al een begin.
Oef, waar gaat dit eindigen?
- In een verhaal zonder moraal.
Maar wat heb je dan tegen een moraal?
- Niks. Voor jouzelf dan. Maar ik wil vrij zijn. Geen betutteling. Geen regels, geen onderliggend angeltje, geen sturing, geen verborgen, onderhuids doel.
Ja, maar ...
- Ho maar, ik ken je onderhand.
Het moet niet gekker worden, je bent nog maar net geboren ... hoe zou je mij al kunnen kennen?
- Tja, ik ben eigenwijs, dat zei ik al. Met nu de nadruk op 'wijs' ...
Is dit humor of is dit eigendunk?
- Zeg het maar. Maar had ik gelijk?

Er viel een stilte. Beter gezegd, een extra witregel.

En nog één.

Want, waar moet dit heen?
Ik ben hier met voorbedachten rade aan begonnen, maar weet niet waar het eindigen zal.
En hoe moet het nou met mijn moraal?

- Maak je niet druk.
Dat doe ik wel, het loopt me uit de hand. Dit is niet wat ik wilde.
- Krijg het niet aan je hart, man. Pluk de dag.
Pluk de dag?  Het regent buiten man, ehm ... verhaal. Ideaal weer dus juist voor een verhaal.
- Ik ben er toch al?
Een echt verhaal, zoals ik dat wil.
- Accepteer me maar, zoals ik ben.
Interesseert het jou helemaal niet, wat ik had gewild? Wat mijn doel was?
- Nou, ik denk, ik vermoed, een verhaal met een moraal ...
Tja, en daar komt nu niets van terecht. Het had zo mooi kunnen worden.
- Neem het dan maar zoals het is.
Nou ... ja en nee.
- Je spreekt in raadselen.
Dat is goed, ik blijf in dit geval liever een mysterie.
- Niet recht door zee dus ...
Nee, nu ga je het omdraaien. Als jij persé oppervlakkig wil zijn, waarom wil je dan mijn bedoeling weten? Als je geen moraal in je verhaal wilt, waarom zou ik dat dan onthullen?
- Misschien is het er niet?
Nee, het is er wel. Maar in dit verhaal wil je geen moraal. Toch?
- Ja, maar ik krijg het gevoel dat je het er toch in wilt stoppen.
Denk je?
 - Ik begin iets te vermoeden.
Knap van je. Van een verhaal zonder moraal.
- Ga je het vertellen?
Nou nee, ik denk het niet, dat is het dilemma.
- Dilemma?
Ja toch? Jij wilt geen moraal in je verhaal. En ik kan mijn ei niet kwijt, als er geen veilig nest is. En dan nog, in een verhaal moet de moraal niet uitgelegd worden, maar verborgen zitten tussen de woorden. Niet expliciet, maar impliciet.
- Ik ben bang dat dit boven mijn hoofd gaat.
Tja, je wilt oppervlakkig zijn of je wilt het niet.
- Maar ...?

En hier moet ik als schrijver stoppen, zo eindigt dit verhaal. Wellicht een beetje een abrupt einde. Maar mijn werk is gedaan. Niet te veel inlegkunde.

Er zijn veel verhalen in omloop en elk verhaal is anders, eigen, uniek. Het wervelt in het universum. Het wemelt tussen hemel en aarde. Veel moet nog geboren worden. Elk verhaal een eigen wereld.

En dit specifieke verhaal is misschien wel een beetje ongewoon geworden. Anders dan anders, in ieder geval. Dit verhaal zonder moraal.

Of .....?

1 opmerking:

  1. Soms wil je niet dat de schrijver stopt. Zo verlangt ook deze lezer dat de voordracht als kabbelend water haar weg vervolgd naar diepere gronden. Wanneer komt je eerste boek uit Anton?

    BeantwoordenVerwijderen