Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

woensdag 15 augustus 2012

Wachten tot het licht wordt

Vakantie is een mooie tijd. 

Uitrusten van een jaar werken, bezig zijn en vergaderen, hobby's beoefenen, de nodige, niet noodzakelijke en niet altijd geplande activiteiten uitvoeren en ondertussen heel je volgeplande agenda en takenlijst leeg proberen te krijgen. 

Even op adem komen. Leren relativeren. De stilte opzoeken. Een andere omgeving opzoeken en verkennen. Proberen met andere ogen te leren kijken. Bewuster. Dankbaar. Open. Ontvankelijk. Naar elkaar, naar de omgeving, naar de lucht, naar het licht.

Een weekje weg brengt de nodige voorpet met zich mee, maar ook de nodige stress van inpakken en voorbereiden, route plannen, de dag van de reis, opgepropt in een toch wel kleine ruimte, de rit van continu opletten en alert zijn. Overal nog extra losse bagage, tassen, schoenen, ballen en kussens. En natuurlijk bij aankomst wachten wat het weer doet. Dat bepaalt voor een groot deel wat er ondernomen kan gaan worden.

De week weg is inmiddels alweer voorbij, de rust is weergekeerd. Niet eens een boek gelezen, maar wel prachtig weer gehad, niet te nat en niet te heet. En dus aardig wat keren gewandeld en heel veel foto's gemaakt. Het bos weer eens intens ervaren, toch iets wat we hier in de polder niet zo makkelijk bij de hand hebben. De vele gezichten ervan gezien en proberen vast te leggen.
Wat ik zelf, achteraf dan, en afgezien van de tijd die je met elkaar als gezin intensief op mag trekken, het mooiste moment van de week gevonden heb, was het meemaken van een 'live' zonsopgang.

Om vier uur 's morgens wakker worden en niet meer kunnen slapen is niet leuk natuurlijk, om het zacht uit te drukken. Als je dan toch om zes uur maar besluit het bed stilletjes te verlaten, bedenk je je dat het toch wel koud is. En kou in de nacht na een warme dag, kan zomaar betekenen dat er mist op het land ligt. En mist, in combinatie met het opkomende licht van de zon, kan altijd weer mooie plaatjes opleveren.

Direct naar buiten dus. Warm vest aan. Schoenen in plaats van slippers, want de dauw brengt nattigheid met zich mee. En fototoestel bij de hand.

Afijn, zeshonderdvijfentachtig foto's en anderhalf uur later zit ik weer binnen, verkleumd, natte voeten, hongerig. Nog steeds slaperig ook. Maar wel een ervaring rijker. 


De verslagen in foto's heb ik vorige week al online gezet (hier: Slowly exploding sunlight en hier: The sparkling beauty of morning light), maar het gaat me nu even om de tijd die ik daar doorgebracht heb, tussen zes uur, toen de hemel wel lichter was geworden, maar de zon nog achter de horizon en de laaghangende bewolking was verborgen, en half acht, toen ik weer naar binnen stapte, af en toe verblind geraakt door het felle, directe zonlicht.

Dat moment, die tijd, van wachten op het licht. Dat duurde gewoon lang. Zoals die twee uur daarvoor in je bed, van vier tot zes, als je denkt, rustig blijven, want wellicht kan ik de slaap weer vatten, maar ondertussen blijf je draaien, voel je je rug, vind je niet de juiste, lekkere houding. De tijd schuift maar door, moment na moment, als een aaneenschakeling van honderden nu's, heden's. Terwijl er niets gebeurt. Terwijl er niet gebeurt wat jij zou willen dat er gebeurt.

Die tijd. Dat wachten. Elke avond weer, op het moment dat je in slaap zult vallen, terwijl de gedachten door je hoofd malen. Dat weten dat de zon zal komen. Dat het licht komt. Straks. Zo meteen.

Toen het licht kwam, toen de zon zich liet zien, was het overweldigend. Totaal. Langzaam gegroeid, stapje voor stapje, graad voor graad, straal voor straal. In enkele intensieve minuten was het volledig aanwezig. En veranderde de wereld. De blik op de wereld. Het schijnsel bepaalde het zijn. Zo leek het. Het resultaat mocht er zijn. Te overweldigend om vast te leggen. Te vluchtig om vast te kunnen houden. Als de dag gevorderd is, lijkt het al snel weer zo gewoon.

Maar dat 'nog niet' ... 

Dat kan zo lang duren. Dat wachten op het licht. Dat waken tot de morgen komt. Dat bidden om andere tijden. Dat verlangen naar gezondheid als je ziek bent. Dat snakken naar woorden als het stil is om je heen. Dat zwijgend alleen zijn in de tijd.

Weten en nog niet zien. Vermoeden, maar het geduld missen. Verlangen, intens verlangen. Dat kan soms zo moedeloos maken, zo veel vragen opleveren, zo veel ongemak veroorzaken, zo aan het twijfelen brengen.

We zeggen het tientallen keren per dag, dat de tijd vliegt, dat alles zo snel voorbij gaat. Maar als we moeten wachten, dan kruipt de tijd juist, dat duurt het ongelooflijk lang, dan kan het niet snel genoeg gaan. Tijd is dus maar heel relatief. Wij zijn het wellicht niet meer gewend.

Wij zijn van de instant-generatie. 
We willen het snel. 
We willen het nu. 
We willen zien voor we geloven.

We denken dat rust te koop is. Maar geduld, wachten, niets doen, stil zijn, het is een oefening in geloof en vertrouwen. We zijn het afgeleerd, maar zouden het weer of meer moeten beoefenen. Bewust de stilte opzoeken. Vroeg opstaan en wachten op het licht. Bidden zonder woorden, omdat we weten dat wachten groeien is, langzaam, gevoed en onzichtbaar, ondergronds, onnavolgbaar en onberedeneerbaar.

Tergend traag, liederlijk langzaam, maar het is beter voor je. Wachten is een oefening in zelfbeheersing. Omdat vluchtigheid zich niet kan hechten, omdat haast geen wortel kan schieten, omdat snelwegen snel weg voeren van de bron.

God heeft een eeuwigheid de tijd. 
Hebben wij tijd voor de eeuwigheid? 

Het is bepalend. Allesbepalend. Voor nu en straks. Voor het wachten, dat zeker niet altijd aangenaam of rooskleurig is, maar ook voor het zien en aanschouwen van later.

Het wachten op de ervaring die komt, de rijke, kleurrijke, vreugdevolle ervaring, leert je dat de ervaring het wachten waard is.

We zouden eens wat vaker niets moeten doen. Het is gewoon goed voor je. Omdat het je iets oplevert wat boven alle activiteit uit kan gaan. Niet iets tastbaars misschien, of iets wat wetenschappelijk meetbaar of verklaarbaar is. Of wat je vast kan houden, kan claimen, kan doorgeven.

Maar wel iets van waarde.
Wacht je voor haast. 
Wacht op het licht. 
Het licht wacht niet altijd op jou.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten