In Jesaja 37 staat in een profetie een uitspraak die mij altijd wel aanspreekt, die gaat over wortelschieten en vruchtdragen. Later, in het Nieuwe Testament gebruikt Jezus datzelfde beeld als Hij het in Mattheüs 13 heeft over de gelijkenis van het zaad. Zaad dat rijkelijk gestrooid wordt, maar op verschillende ondergronden terecht komt: de weg, de rotsige grond, tussen de distels en op de goede grond. Alleen het zaad dat op de goede grond valt zal vruchtdragen.
Het gaat er dus in de allereerste plaats om dat we wortel leren schieten. Dat we dus niet vertrapt worden, niet verstikt worden, niet oppervlakkig leven, maar de diepte in groeien. Daarom is het goed als we een basis meekrijgen, vertrouwen, respect en liefde ontvangen van onze ouders en onze omgeving. Dat we weten en ervaren dat God er altijd voor ons is. Dat we bij Hem leren schuilen. In vreugde, maar ook in verdriet. In mooie, maar ook in moeilijke tijden.
Dat betekent dus niet dat we geen moeilijke tijden zullen meemaken, geen strijd zullen ondervinden. We leven in een gebroken wereled en de zorgen zullen ook ons niet bespaard worden. Sterker nog, ik denk dat we soms sterker kunnen worden door die momenten. Als je altijd maar met de wind mee zou fietsen, dan kom je een heel eind, maar niet waar je wezen moet. Als je een doel voor ogen hebt en je ondervindt tegenwind, dan moet je door. Het duurt langer, het kost zweet, misschien wel tranen, maar je komt er toch. En als je veel fietst en dus ook van tijd tot tijd tegenwind krijgt te verduren, dan wordt op den duur je conditie beter. Als je wandelt dan weet je dat je door moet, ook al heb je pijn, jij moet dat einddoel halen.
En als we stevige wortels hebben, als het regent en we zo voedingsstoffen binnenkrijgen, als de zon schijnt, ja, dan zal er op den duur ook vrucht komen. Dertig-, zestig- of honderdvoudig. Bij de oogst, niet eerder. Alles wat eerder afvalt, zal wegrotten.
In Johannes 15 gebruikt Jezus het beeld van de wijnstok om duidelijk te maken dat we dicht bij Hem moeten leven, dan pas zullen we vruchtdragen. Je kunt het beeld van de wortel dus ook toepassen op het dicht bij God blijven. Hem navolgen, Hem bij alles in je leven betrekken, een biddend leven leiden, Zijn wil voor je leven proberen te ontdekken.
Dan zal je hart overstromen van Zijn liefde, dan zul je ook in beweging komen, je hoofd, je hart en je handen gebruiken. Gericht op de noden van anderen. Luisterend naar de roep om hulp. En ja, dan zullen er woorden komen. Geen woorden van veroordeling, maar woorden van liefde, gunning, empathie.
We moeten niet streven naar groei, alsof we iets als een ladder zouden kunnen beklimmen, die uiteindelijk de hemel zal bereiken. Groei gaat de diepte in, op een donkere plaats, voor niemand zichtbaar.
We moeten niet streven naar vruchten, alsof we daarmee de hemel zouden kunnen verdienen. Vruchten zijn het resultaat van innerlijke liefde, geen doel om na te streven. Vruchten groeien als het ware vanzelf, je moet ze zeker niet te vroeg plukken.
En ere wie ere toekomt, zowel de groei als de vrucht komt niet op ons conto, maar beide zijn ze te danken aan Degene die ze laat groeien. In de diepte en in de hoogte. Hij Die het Leven is, schenkt leven, regen, groei, vrucht. Hij is het Die oogst. En alle eer voor alles komt ook Hem dus toe. Hij is het meer dan waard.
En nog een mooie gedachte, er zal beloning zijn in de hemel. Nooit zo bij stilgestaan, tot Randy Alcorn mij daar de ogen voor opende. En inderdaad, het staat in de Bijbel. Onder andere in Romeinen 2:6 staat dat God ieder mens naar zijn daden zal belonen. En in 1 Korinthe 3 kunnen we lezen dat van ieders werk bij het oordeel duidelijk zal worden wat het waard is. Maar ook hier geldt, niet om onszelf daarop te beroemen, om trots op te zijn, maar als een kroon die we voor Zijn voeten mogen neerwerpen. Aan Hem de eer, tot in alle eeuwigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten