Een van mijn ooit half afgemaakte verhalen droeg deze wat vreemd klinkende titel. Een moderne ontdekkingsreiziger ontdekt bij toeval in een goed verscholen bergvalleitje een kleine, hechte gemeenschap, bestaande uit bijna allemaal blinde mensen. Een klein fabriekje, van stroom voorzien door een kletterende waterval, zorgt ervoor dat de gemeenschap selfsupporting is. Het enige contact met de buitenwereld wordt onderhouden door een persoon, die ooit is weggegaan uit deze gemeenschap, maar na jaren van omzwervingen weer is teruggekeerd op het oude nest, voor de noodzakelijke rust. ‘Peace of mind’ noemt hij dat.
Met deze persoon voert de ontdekkingsreiziger zijn gesprekken. Soms heel diepzinnig, want het gaat erover wat nu precies zijn thuis is en waarom dan, wat hij in de buitenwereld niet kon vinden, en of hij wel tevredenheid vindt in het hier en nu, zo voorspelbaar als elke dag. Het is juist wat de ontdekkingsreiziger niet kan begrijpen, of waar hij wellicht nog niet aan toe is.
Het meest bijzondere moment van de week is de ene dag als het hele dorp in een lange polonaise, de weinige zienden voorop, op weg gaan en zich langdurig afzonderen in een groot, leeg, lomp bouwval. En daar stil gaan zitten, urenlang. De tempel van leegte en stilte … Geen actie, geen kerkdienst, geen gezang, alleen maar stil zitten, de stilte ervaren en indrinken.
Ik heb het verhaal nooit afgemaakt, omdat ik er zelf nog niet uit was of je hier nou kon spreken van het ware ‘utopia’, het beloofde land, het verloren paradijs of wat voor naam je er verder ook aan geeft. Kleine gemeenschap, alles ligt van te voren vast, elke week een lang moment van meditatie. Is dit het doel van het leven? Ik kwam er niet uit. Niet voor mezelf, maar ook niet voor de verhaallijn.
Ik heb al heel wat boeken gelezen over meditatie en contemplatie, zoals ‘Luisteren naar de stilte’ (Libert van der Kerken), ‘Walking with God’ van W. Phillip Keller, ‘Mediteren kun je leren’ van Malcolm Smith, ‘Meditatief leven’ van dr. A. van Brummelen, ‘Besef van Gods aanwezigheid’ van Frère Laurent, ‘De kunst van het loslaten’ van dr. Auke Jelsma, ‘Een levensregel voor beginners’ van Wil Derkse, ‘How your mind can keep you well’ van Roy Masters. Ze hebben allemaal wel iets waar je wat van kunt leren en overnemen. Maar wat me echt verbaasd heeft, was de ontdekking van het feit dat er een beweging is die echt gebruik maakt van het beoefenen van stilte in hun bijeenkomsten. Ik kwam er achter door het lezen van een op de rommelmarkt gekocht boek van de hand van Jan de Hartog, getiteld ‘Het koninkrijk van de vrede’. Boeiend van begin tot eind.
Het behandelt het leven van George Fox, de oprichter van de beweging, het Genootschap van vrienden, die later de Quakers genoemd werden. En de geschiedenis daarna. Uiteraard in romanvorm, dus ook geromantiseerd, maar toch, zeer lezenswaardig.
De centrale gedachte bij de Quakers is het idee van het ‘goddelijk licht’, een ‘vonk’ die in ieder mens aanwezig is. Niet alle nadruk op de ‘zondigheid’, de ‘erfzonde’, zoals toen gebruikelijk was, een mens is niet alleen in staat kwaad te doen, maar ook het goede. De meeste tegenstand kwam dus, zoals te verwachten, vanuit de kerken. Hoeveel goed ze ook deden onder hun medemensen.
Nog even terug naar de titel boven dit stuk. Iemand schreef een stuk over de Quakers, met de veelzeggende titel ‘De zwijgende eredienst’. Zonder het te weten heb ik deze groep dus als onderwerp gemaakt van dat verhaal.
We hebben echt meer rust en stilte nodig om te onthechten in deze drukke en jachtige maatschappij met al zijn verplichtingen. En ook het kerkelijk leven mag wel wat meer inzetten op rust, zich concentreren op haar kerntaken.
Ik zou inderdaad willen dat we wat minder woorden gebruikten in onze gesprekken, dat we wat minder onze visie zouden uitdragen en meer zouden gaan luisteren naar de stilte, zouden gaan zoeken naar de wil van God in ons leven. Veel vaker de kerken open zouden gaan stellen, om mensen die dat willen de gelegenheid te geven stil te zijn voor Gods aanwezigheid, zoals veel katholieke kerken dat al doen. En ook dat we in onze kerkdiensten meer ruimte zouden geven om stil te zijn, te luisteren naar God.
Maar ja, om daar een hele dienst voor te gaan gebruiken, dat is dan toch misschien wel te veel van het goede. Zo nuchter ben ik dan ook wel weer geworden …
Min de stilte in uw wezen,
min de stilte die bezielt.
Zij die alle stilte vrezen,
hebben nooit hun hart gelezen,
hebben nooit geknield.
(C.S. Adama van Scheltena)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten