in de nacht
in het dal
rijzen
begroeide bergen
als reuzen omhoog
de hemel is ver
en onbereikbaar
de luide roep
klinkt echoënd
ver
door de stilte
gedragen
verdwijnt
in decrescendo
het hart klopt luid
de tranen
ontrollen
knipperende ogen
zwaar
maar traag
gaat de adem
eenzaam
en alleen
is de man
die dapper wacht
op een antwoord
wat niet komt
en toch
zal eens
als een belofte
het crescendo
ontluikende licht
van de morgen
komen
hoe dan ook
het leven
keert weer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten