laag bij de grond
zoek ik de hemel
in nacht en ontij
speur ik
naar sporen van licht
in kale woorden
tracht ik de ziel
te zoeken
als ik u roep
vanuit de diepte
dan blijft het
ijzingwekkend stil
de vragen zijn helder
antwoorden laten zich
maar al te moeilijk vinden
u valt daarom
makkelijk te ontkennen
voor wie het allemaal
niet geloven wil
***
maar desondanks
is er toch altijd weer
het open hek
van tijdelijkheid
de nauwe poort
van opmerkzaamheid
geeft u mij antwoord
door een bedrieglijk zwijgen
een vaag vermoeden
en een windstille fluistering
wordt mijn verlangen
wakker gekust
door woorden
en beelden
uit de alledaagse werkelijkheid
een akelig helder bewustzijn
van het zijn van alles
wat er is
zie ik
de verbazende kracht
van de vulkaan van leven
in de ontluikende lente
de grond uitbarsten
in alle kleuren
van een magische regenboog
vestig ik fundamentele hoop
op ondoorgrondelijke oerbomen
blakend van geduldige groeizaamheid
droom ik omfloerst
van lofzingende vogels
vliegend
van vrijheid
doordrongen
mijmer ik
bedachtzaam
over spiegelend water
te diep om te zoeken
te donker voor hoop
verwonder mij
meer en meer
over de beeldende kracht
van simpele woorden
die het onzichtbare oproepen
verlangen versterken
en liefde aanwakkeren
zelfs
in de dissonantie
van het ondraaglijke lijden
van mens en dier
en schepping
kan ik bij tijd en wijle
de tere toon
van muzikale belofte
horen fluisteren
***
zo
bescheiden
en beheerst
zacht en geduldig
langzaam en luchtig
of ook vermoeiend zwaar
soms langs een dubbele omweg
worstel ik mij
door het doolhof
dat leven heet
zo
poog ik
gedreven
te overleven
door te rusten
in de draaglijke dag
van heden
zoek ik
naar breekbare woorden
en weloverwogen daden
wil ik toch
hardnekkig
geloven in de zomer
van de onbekende toekomst
hou ik mij
behoedzaam en verbaasd
vast
aan de vasthoudendheid
van u
die mij
die mij
geduldig
vasthoudt
dag en nacht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten