Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zaterdag 30 november 2013

Het regent woorden, woorden uit de lucht

Het regent woorden, woorden uit de lucht.
Begeesterde druppels uit een immens heelal gedreven.
Een lange weg gegaan, van heel ver weg gekomen.
Ze vallen, zweven, zoeken hun weg.
Het zindert.
Het zoemt.
Het suist.
Het sist.

Vederlichte, zoetgevooisde, knisperende, ritselende woorden.
Geïnspireerde, unieke, eeuwige woorden.
Gevoelige, kwetsbare, uiterst fragiele woorden.

Ze vallen.
Ze vleien zich zacht terneer.
Ze raken de harde aarde.
Liefde raakt materie.
Inhoud zoekt een vorm.
Losheid hecht zich vast.
Broosheid wil zich uiten.

En ik glimlach, ik drentel, ik huppel door het felgekleurde hemeltapijt.
Ik observeer en geniet, ik buk en zoek uit.
Ik neem en ik lees, ik dring door en herken, ik hou vast en laat gaan.
Ik verzamel de unieke woorden in mijn denkbeeldige verhalentas.
Zonder getal en zonder maat.
Ik sla het op, berg veilig op, leg ze te rusten in mijn bed van gedachten.
Ze moeten nog even wachten.
Even gloeien, een tijdje broeien, gezellig mengen, louteren door het vuur van mijn ziel.


De woorden moeten zich hechten, deel worden van mijn bestaan.
Ik zal ze koesteren en voeden, schaven en slijpen, husselen door elkaar, ordenen naast elkaar.
Ze moeten integreren en implementeren.
Ze moeten zich vormen, zich laten kneden, zich laten smeden in de zin van de taal.

Want wat ik weet, dat moet zich ook uiten.
Wat ik denk, moet gestroomlijnd zijn om herkend te worden.
De taal is een voertuig, dient een doel, het is een middel om te communiceren.
Zo leren we, ontdekken we, begrijpen we, vinden we troost bij elkaar.

Kom maar, vlinderende woorden, zacht glanzende libellen van de taal, witwollen schaapjes met vleugels van liefde, kom maar, ogen van de werkelijkheid, die dieper gaan dan zien.
En hecht je maar, vlei je maar neer, laat je maar vallen, laat je maar gaan.
Ik heb je gezien, ultieme wonderen van creativiteit en verstaanbaarheid.
Ik zal jullie opvoeden, vormen, knuffelen, vol blazen met geconcentreerde aandacht.

En dan?
Dan zal ik jullie weer uitademen.
Leren vliegen.
Los moeten laten.
Stil laten gaan.

Gestold in taal, gevormd in zinnen, gemaakt voor een doel, gezekerd met liefde.
Wachtend, smachtend, gericht op gehoor, alert op ontvangst.
Verkregen door zien, open geluisterd, geland in een hart.

Verlangend naar een amen.
Een amen van herkenning.
Een amen van respect.
Bedoeld om te groeien, te resoneren, de wereld te veroveren, weerklank te vinden.

Bedoeld om te ontmoeten.
Op een hoger niveau van leven.

Ga maar, woorden van waarheid, woorden van  leven, diepe woorden van gebrokenheid, echte woorden van betrokkenheid.
Vlieg maar, land maar, leef je uit.
Brandt maar op en deel maar uit.
Koester je.
Durf je te hechten.
Neem het risico maar van negeren, reageren met onbenul.

Er is altijd wel, altijd weer, ergens wel, steeds maar weer, waar dan ook, verborgen en stil, of vrolijk en open, ik zeg het je, wis en waarachtig, iemand, die op je wacht ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten