Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 10 februari 2013

Wind

Ja, wij zijn vooruitstrevend. progressief, vernieuwend. 
Wij evolueren in beschaving en kennis. 
Wij wissen de belemmeringen van het verleden weg. 
Wij zoeken de vrijheid van het woord en van de daad. 
Voorzover wij anderen niet benadelen, is alles geoorloofd. 
Wij zijn beheerders van luchtkastelen wijsheid en tenten vol wetenschap. 
Wonderen worden ontleed, ontdekkingen verfijnd, verschillen genivelleerd.
Alles is gelijk en iedereen is één.
Wij kennen geen grenzen meer en groeien tot in de hemel. 
En omdat er geen hemel is reiken wij alsmaar hoger.
Wij bouwen op gebakken lucht en spelen een piramidespel met de toekomst van de jeugd. 
Wij schuimen luchtige slagroom over de groene weiden van zichtbare zingeving en vette vruchten eigendunk.

Want wij zijn onze eigen meesters en koningen geworden. 
We jagen onze eigen dromen na en maken ze waar, want we zijn het waard.
Alles wat goddelijk was, is dood verklaard en al het menselijke is maat geworden. 
Liefde is lichamelijk en alles wat kan moet mogelijk zijn. 
Want schaamte en schuld is van vroeger en dus slecht. 
En wee je gebeente wie onze tolerantie durft te bevragen, want die schoffelen wij onder het kleed van achterlijkheid. 
Moraal is van lang geleden en waarheid is voor een ieder wat hij of zij zelf bedenken kan. 
Er is niets absoluut dan alleen de relatieve waarheid dat wij allen gelijk zijn.

En het leven is alles wat je er uit kunt trekken aan kicks en momenten, en we hoppen rond en shoppen alles leeg in de tijd en culturen van anderen, en vergapen ons aan één stuk door aan alles wat er aan vertier te krijgen, dan wel te begluren is. 
We amuseren ons kapot.
Niets is drukker en meer gevuld dan onze vrije tijd, om al het geld over de balk te kunnen smijten. 
Want nieuwer, groter, mooier en veelzijdiger is altijd beter, nodig of niet.

De dag moet geplukt voor het avond wordt.

En als ons lichaam pijntjes krijgt, dan stoppen wij het weg in gespecialiseerde huizen onzichtbaar, vol zogenaamde, enigszins uit de hand gelopen zorg, drukken op knopjes onmenselijkheid en leven op slangetjes ademtocht. 
Heeft onze pijn ontwende geest er genoeg van, dan stappen wij er even luchtig uit, want niets is ook niet alles. 

En als alles voorbij is, blijft er toch niets meer van ons over. 
Voorbij de grens van leven, gaapt een oneindig gat van niets, waar geen einde meer aan komt. 
En dus blazen we wat stoffelijk is in een vurige oven als offer aan ons eigen leven van voorbij, de lucht in van ledigheid en onze nabestaanden stamelen nog wat aarzelende woorden in de luisterende lucht, over herinneringen die bewaard blijven, of luisteren ontdaan naar een ontroerend liedje over leven.

En dat is het dan zo'n beetje. 
Het sprookje voorbij, het kaartenhuis ingestort, het leven geweest. 
Een bloem die even bloeide.
Een adem, die het eigen vlammetje uitblies.

Het leven.
Lucht en leegte.
Een en al ijdelheid, zoals een oud boek zegt.
Een vleugje wind.
Zo weer voorbij.

Of toch niet?

Want ...

Waar komt die leegte dan vandaan?
Waar is de grens van niets?
Wat was er vóór het niets?
Waarom zijn wij geen niets?
Hoe komen die vragen in ons brein?
Waarom willen we alles weten?
Waarom blijven we zoeken?
Wat is er dat ons graven laat?
Wat drijft ons?
Wat doet ons verlangen, altijd weer, naar voorbij de horizon?
Waarom willen wij de hemel raken?
Waarom ontroeren ons muziek, woorden en verhalen?
Hoe komt dat wij zomaar wakker worden?
Waar blijven onze dromen en waar komen ze vandaan?
Wie heeft de liefde ontdekt en waarom raakt het ons, overkomt het ons, worden wij er door veranderd en vervuld, gaan wij er met nieuwe ogen naar anderen van kijken?
Waarom is de stilte niet niks?
Waarom zoeken wij het mysterie, willen het invullen?
Waar komt ons lachen dan vandaan?
Wat is dat, dat wonder van de taal?
Hoe kunnen we luisteren en ook vertalen?
Hoe kunnen we zien en interpreteren?
Waarom worden we soms boos of bang?
Wat is de kracht van schoonheid en van echtheid?
Hoe worden ideeën geboren?
Waar komt inspiratie vandaan?
Waarom worden we überhaupt door iets geraakt?
Hoe kunnen we voelen?
Wat zoeken we altijd weer in onszelf?
Waarom spiegelen we ons aan andere mensen?
Wat maakt een ontmoeting met anderen soms zo bijzonder?
Waarom willen we op water lopen?
Hoe komt dat vuur in ons hart?
Wat drijft ons?
Wie zijn wij?
Wat is leven?
Zijn wij wind?
Echt waar?

Maar waar komt die wind dan vandaan?
Willen wij dat wel weten?
Willen wij wel zien wat we misschien wel hadden kunnen vermoeden?
Durven we dat onder ogen komen?
Zien wat tussen de regels geschreven stond?
Vermoeden wat op de bodem van ons hart heeft gelegen?
Willen wij daar wel over nadenken?
Willen wij dat leven wel?
Leven zoals ook zou kunnen?
Leven zoals het wellicht bedoeld is?
Durven wij wel verder vragen?
Durven wij wel verder?
Durven wij wel?
Durven wij?

Durven?
Willen?
Weten?
Wensen?
Dromen?
Doen?
Worden?

2 opmerkingen:

  1. Scherp geschreven, woorden gevend aan de oppervlakkigheid van onze moderne mens. Stilstaan past niet meer in deze maatschappij. En ik voel me er niet thuis, maar ontheemd, een zwerver...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een zwerver, ja. Of liever nog, een pelgrim. Want ja, ontheemd, los in het leven, altijd onderweg.
    Maar ook op weg, van hot naar her. Uiteindelijk naar huis, naar rust, naar antwoorden, naar opgevangen worden, naar zien en ervaren. Naar altijd. Naar de Liefde.

    BeantwoordenVerwijderen