er ligt
een laag
van kille
liefde
op het kale
landschap
van de vroege
wintermorgen
vol ongeduld
te wachten
op de zon
van verre lente
het is een witte waas
van tederheid
die uit de hemel
daalde
in vederlichte
brokjes
pril geluk
er groeide
in de duisternis
van deze dorre nacht
een flinterdun
kristallen
briesje
breekbaarheid
maar
als ik dan
met zorg
en tederheid
die vlokjes hagel
en dat laagje ijs
met warme handen
tracht te vangen
in aanraakbaarheid
dan smelt
het weg
in vloeibaar
tranenwater
van voorbij
moet ik
mijn warmte nu
tot kilte dimmen
om rond
te kunnen dolen
in het wit
van reinheid
om zo
deze tere zaadjes
van geluk
en liefde
te kunnen
annexeren
of zou dat
zo
niet werken
verkillen
om te grijpen
wat niet
vast
te houden is
het lijkt er op
dat breekbaarheid
liefde en genade
meer bedoeld zijn
om verlangen
op te wekken
dat wonderen
verwijzen
naar wat nog
komen zal
aan volheid
en dat het leven
dus niet draait
om pakken
claimen
jachten
jagen
slagen
vragen
vullen
grijpen
groeien
voeden
vormen
weten
van alle mogelijke
tastbaarheid
maar bedoeld is
om los te laten
met ogen
van je hart
te leren zoeken
naar de God
die zich verstopt
in waardevolle
maar onzichtbare
terreinen
van leven
en in het hier
en nu
te blijven
geloven in
voorbij de horizon
dromen
van de nog
verhulde toekomst
het langzaam rijpen
van een diep verlangen
gezaaid in
open harten
zoals de winter
traag maar zeker
het zaad
dat rust
in rulle aarde
voorbereidt
op volle bloei
en vele vruchten
hemelse genade
Ongelooflijk mooi.Om stil te lezen en te herlezen, oneindig.
BeantwoordenVerwijderenHeel erg mooi beschreven, Anton, zeker in combinatie van de foto's.
BeantwoordenVerwijderen