Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 16 december 2012

Groeien

Geruchten over een crisis circuleren al maandenlang als dreigend scenario voor onze Westerse economie. Wat vaak bedoeld wordt is een mindere groei. Minder omzet, minder winst. Maar er wordt gesproken over doemscenario's. Alsof de wereld vergaat.

Wat je ziet is dat aan de ene kant die geruchten zelf weer invloed hebben op die economie. Daarmee het imago van gebakken lucht versterkend. Maar aan de andere kant, loop je op zaterdagmiddag in een willekeurige winkelstraat, dan valt er van recessie helemaal niets te merken. Iedereen die je ziet loopt gehaast met goed gevulde tassen te winkelen, alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Wat ook weer geen goed totaalbeeld geeft natuurlijk, want als je echt minder te besteden hebt, dan loop je over het algemeen niet zo uitgebreid te winkelen. Dan knoop je juist thuis de eindjes aan elkaar ...

Maar toch. Onze economie is op groei gebaseerd. Steeds maar beter, steeds meer, steeds nieuwer en groter, moderner en nog makkelijker, of met juist meer mogelijkheden. Hoe meer je bezit, hoe gewoner dat wordt en hoe meer je gaat verlangen naar nog meer. Het lijkt een algemeen menselijke zucht naar expansie. Gretig bouwen aan de toten van Babel.

Toch leven wij gewoon in het rijkste deel van de wereld en gaat het op heel veel plekken en plaatsen er heel anders aan toe. Daar is het zien te overleven, strategie van elke dag. Zoeken naar brood of eten voor vandaag. Snakken naar op peil blijven. Vechten voor het leven.

Als je in de natuur kijkt, kun je zien dat groei een heel andere invulling krijgt. Niet steeds meer of groter. Maar heel anders. Langzamer. Om niet te zeggen trager. Afgewisseld door veel perioden van rust.

Groei gaat en komt met de seizoenen, gaat in fasen van dagen en nachten, telkens een klein beetje, open en weer dicht, wordt als het ware doorgegeven aan de toekomst door zaad en vruchten. De echte cyclus van het leven is doorgeven. Wat resteert en overblijft is voedzaam en genoeg voor mens en dier.

Neem het voorbeeld van de boom. Een gevallen eikel wordt niet in een dag een eik. Daar is tijd en geduld voor nodig. Lange termijn werk. Winters en zomers wisselen elkaar langdurig af, voor hij zelf vrucht gaat dragen en naar de hemel groeit. 

Maar ondertussen gebeurt er onder de grond wel degelijk iets. Onzichtbaar. Aan het oog onttrokken. Wortels strekken zich langzaam groeiend uit, zorgen voor vastigheid en stevigheid. 

Hechting. En hechting heeft gewoon tijd nodig. 

En ondertussen groeit een boom ook in de breedte. Gelijkmatig. Jaarring voor jaarring. Winter na winter. Vangt elke dag het licht op. Ondergaat de sneeuw, de regen, de droogte. Zijn bast zit vol barsten. Getekend door het leven. Stevigheid bouwt zich langzaam maar zeker op.

En dan, veel later pas, komen de vruchten. Klein, een enkeling, schriel, lachwekkend. Zo'n grote boom, zo weinig resultaat nog te zien. Maar uiteindelijk komen dan toch de vruchten. Kan er geoogst worden.

Maar, wacht even. De boom is geplant om vrucht te dragen. De vruchten zijn niet voor hemzelf. Hij moet ze afstaan. Sterker nog, hij moet ze los laten. Laten gaan. En soms liggen er daar, onder het bladerdak, op de grond gevallen, vruchten te rotten in het gras. Voor niets .... 

Voor niets? Nee, ook die rottende vruchten hebben een functie. Ze zorgen voor de toekomst. Het zaad, de pitten van de vruchten, ze kunnen weer uitgroeien tot nieuwe bomen. De vicieuze cirkel van leven geven aan het leven. Sterven doet leven. Van generatie op generatie. 

En wat doet de moderne mens? Men heeft geen geduld meer. Leeft niet meer bij de seizoenen. Wil een hogere opbrengst. Wil meer resultaat. Hogere opbrengst. Het hele jaar fruit. En dus gaan we veredelen, fokken, onderzoeken, kassen bouwen met kunstmatig licht. Overmatig bevloeien. Kunstmest strooien.

Korte termijn denken.
Uitputting.
Verschraling.
Verwatering.

Weg ritme, weg geduld, weg rijping.

We pompen de tijd op tot een luchtballon, maar hebben niet door dat een speldenprik genoeg is om deze door te prikken.

En zo leven wij zelf ook al lang niet meer allemaal bij het ritme van de dag, van de seizoenen, in afhankelijkheid wat de dag ons brengen zal. Verkeren we onder kunstlicht. Leven we in een continu pretpark. Verplaatsen we ons in verkapte huizen van huis naar werk. Willen we altijd, overal, direct resultaat. Willen we altijd meer.

Wie heeft er nog geduld om te wachten?
Wie let er nog op de wolken?
Wie zaait er nog voor de lange termijn?
Wie neemt er nog bewust tijd voor stilte?
Voor onthechting?
Voor reflectie?

Wie heeft er leren groeien in de diepte?
Stevige wortels gekregen in een hecht fundament?

Wie is zich bewust geworden, niet van wat hij doet, of allemaal gedaan heeft, maar van wat hij heeft ontvangen, heeft voortgebracht aan vruchten, vruchten om uit te delen, weg te geven?
Wie heeft er nog geleerd om los te laten?
Losgescheurd te worden van zijn eigen vlees en bloed?
Omdat anderen het hard nodig hebben?
Wie is er nog onbaatzuchtig?
Liefdevol?
Met mededogen?

Groeien is niet meer, altijd maar meer ...
Groeien gaat over de tijd heen.
Groeien vraagt rijping voor de eeuwigheid.
Groeien gaat ongezien, onder de oppervlakte, diep tussen de wortels van het leven.
Groeien gaat met langdurige ritmes van ups en downs.
Groeien is wachten op het licht, elke morgen weer.
Groeien is branden in de zon, de hele dag door.
Groeien doet zeer, gaat met pijn gepaard.
Groeien betekent soms geknot worden, gesnoeid, tot op het bot kaal gemaakt, naakt geworden.
Groeien vraagt geduld, heel veel geduld, incasseringsvermogen, draagkracht, lange termijn inzicht.

Groeien vraagt loslaten.
Groeien vraagt jezelf wegcijferen.
Groeien is zoeken naar liefde in plaats van naar resultaat.

Maar liefde is zwak.
Liefde is gratis.
Liefde is kostbaar.
Liefde is kwetsbaar.

Liefde groeit, zeker, van het licht van de regen, van de nacht, van geduld, van wachten.
Maar liefde zoekt de bron, telkens weer, want liefde heeft voeding nodig.
Liefde wacht op de wind, haalt telkens adem op het ritme van de geest.
Liefde voelt het kloppen van het eigen hart, voelt het stromen van het bloed in de eigen aderen.
Liefde gaat rustig slapen, elke nacht.
Liefde wacht.

Groeien is geen doel op zichzelf.
Groeien is de weg van gegeven naar geworden.
Groeien is de weg van ontvangen en uitgedeeld.
Liefde is de weg van groeien door te delen.
Liefde is zien wat anderen nodig hebben.

Liefde is leren luisteren.
Leren buigen.
Leren knielen.
Leren zwijgen.

Liefde is in stilte groeien, vervuld van verwachting.
Groeien is wachten, is advent, is bidden om te ontvangen wat is neergedaald.

Groeien is het wonder zien voor het er is.
Groeien is geloven in liefde, midden in de chaos van het leven.
Groeien is dicht bij de oorsprong blijven, bij de oorzaak, bij de voedingsbron.
Groeien is hechten aan de Liefde zelf.

2 opmerkingen:

  1. Een immens mooie tekst, om meer dan twee keer te lezen, dank u wel hiervoor! Ons bewust zijn van wat we ontvangen hebben, en wat we aan vruchten hebben voortgebracht, en zullen mogen voortbrengen, om uit te delen, op het ritme van de natuur en de tijd van het leven.

    BeantwoordenVerwijderen