En daar, midden in het grijsgrauwblauwe landschap, kwam onverwacht, dan toch nog een beetje licht tevoorschijn. Niet de zon zelf, maar wel zijn stralen. Niet de bron, maar wel het water. Niet het vuur, maar wel het schijnsel. Reflectie van een oerknalscheppingsdaad.
Een kwartier, een half uur, groeide het schijnsel uit tot een verschijnsel, met weerschijn en wolkenspel, met kleur in de lucht en spiegeling in het water. Even, heel even, leek er een explosie, een implosie te komen, een expressie van belicht geweld.
Toen doofde het licht weer langzaam, voor het door kon breken. Verflauwde in blauw en grijs. Siste geluidloos in de oceanen van het universum. En de avondlucht vleide zich in schemerigheid neer over het polderlandschap.
Zo liep ik al snel in het donker naar huis. Toch nog even een mooie illusie van licht rijker geworden, live meegekregen, vastgelegd op sprekende beelden.
Geweldig, al die mooie luchten. Hier hou ik zo van!
BeantwoordenVerwijderen