gloort daar
geen zuchtje licht
aan de verre horizon
ontwaar ik daar
geen sprankje hoop
aan de einder
een dunne fluistering
van te lang
in toom
gehouden wind
een minieme belofte
van een nieuwe dag
onder een zware
grijswollen deken
van nederigheid
aan het eind
van een lusteloze
duistere nacht
waak op
mijn ziel
ruk je los
uit tomeloze dromen
stap bewust
in de werkelijkheid
van biddend weten
treed het licht
tegemoet
met open ogen
en ontvankelijkheid
want
elke belofte
kan pas
verzilverd worden
door geloven
door zien
en door aanpakken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten