Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 30 september 2012

Handen

Toch handig, dat wij mensen handen hebben om van alles mee te kunnen doen.




Je zult maar vogel zijn en je aanhangsels ter linker- en rechterzijde nodig hebben om telkens weer de vrijheid te nemen jezelf boven anderen en deze wereld te verheffen, op zoek te gaan naar meer en beter, overmoedige vrijheid rondom. 

Je zult maar vis zijn en je vinnen nodig hebben voor continue bijsturing op de weg door het water die helemaal geen weg is, maar een zelf uit te vinden route door het open, transparante water van mogelijkheden.

Nee, dan wij, tomeloze doeners, doelbewuste fladderaars, richting zoekende zwaaiers, verwarde vechtmachines. 

Altijd in beweging. 
Tot veel goeds in staat. 
Tot ontsporen geneigd. 
Tot werken bereid, voor geld of eer, voor onszelf en ons gezin, voor kerk en vaderland. 

Wat we zien, kunnen we maken. 
Wat we willen, kunnen we breken. 

Het wijst.
Het typt.
Het leidt.
Het zaait.
Het vraagt.
Het spit.
Het graaft.
Het graait.
Het lokt.
Het neigt.
Het kleurt.
Het bouwt.
Het koestert.
Het metselt.
Het slaat.



Het houdt vast. 
In egoïsme en tederheid. 
In weten en in verlangen. 
In willen en in zweten.

We bouwen ons huizen en kastelen, groter en mooier dan ooit tevoren. 
We bebouwen het land. 
Maken gereedschappen om fabrieken mee te bouwen. 
De fabrieken voorzien we van machines om mensen overbodig te maken. 
Mensen stoppen we achter monitoren en toetsenborden om de machines te kunnen bedienen en vervolmaken. 

We typen blind. 
We betoveren de machines.
Omdat we betoverd zijn door machines.

Handen.
Om te maken.
Om te doen.
Om te dienen.
Om te breken.

Handen.
Om te liefkozen.
Om te strelen.
Om te delen.
Om te dragen.



Handen.
Als teken van ontmoeting.
Aanraking.
Bezegeling.



Handen in rust.
Overgave.
Bedachtzaam en bewogen.
Ontdaan van alle waan.
Wijs en bedaard.
Oud en verweerd.




Handen.
Gevouwen.
Vol overgave.
Vertrouwend op ontfermen.




Handen.
Ongelijk, maar toch aanraakbaar. 
Samenwerken voor een doel. 
Gemeenschap. 
Elkaars lasten dragen.




En dan, dat beeld, gevangen door een kunstenaar, uit lang vervlogen tijden. 
De hand van God, uitgestrekt, met een vinger, bijna aangeraakt, door de hand van de mens. 
Maar nog net niet. 
Er zit ruimte tussen. 
Afstand.
Anders. 
Apart.
Maar wel op elkaar gericht.
Wijzend. 
Bedoeld om tot aanraking te komen.
Ooit.
Op enig moment.

Handen.
Beeld van het leven.
Veel facetten.
Veel lijnen.
Veel vergelijkingen.

Met vingers van twee handen, zit ik hier, verward, bedaard, langzamer dan mijn gedachten kunnen formuleren, te typen, een hoofd vol vragen. Waar liggen de lijnen, wat is het idee, waarmee ik begon, hoe moet ik het draadje afhechten? 

Is er wel een antwoord? Een eenduidige richtlijn? Een allesomvattende samenvatting? Of eindig ik open, met een vraag, een stelling, een statement van niet-weten-wat-te-zeggen ...?

Jij, die dit leest, en je wellicht afvraagt, wat is nou de clou, wat wordt er nou bedoeld, ik ga het je vragen, ik durf het open te laten.

Soms ben ik handig, soms kan ik veel, soms bruist het in mij van activiteiten, mijn hoofd, mijn hart, mijn handen. Maar soms sta ik, open en verbaasd, stil, midden op de weg, of zit op mijn knieën op de grond geknield, of hier, achter een verlicht schermpje, en weet ik het even niet meer.

Is het een menselijke eigenschap, een gift, een gave, een talent, een wonder, dat we zoveel kunnen, zoveel doen, zo altijd maar bezig zijn?
Is het handig, of juist niet?
Leidt het af, voert het weg van de kern, camoufleert het wellicht de basis, het doel, het waarom van het leven?

Wat zal de vraag zijn die we te horen krijgen of die we onszelf zullen stellen, als het leven voorbij is, of net even eerder, nog net niet voorbij? 

- Wat heb je gebouwd, wat heb je gedaan? Waar ben je mee bezig geweest? Waar was je zo druk mee?

Of: 

- Wie ben je geweest? Wie ben je geworden? Wie had je willen zijn? Wie had je kunnen zijn, voor anderen? Wat heb je aan Mij gevraagd dat Ik zou doen, door jou heen?

Laten we maar, ieder voor zich, even stil gaan zitten en ons, nu en regelmatig, bezinnen op ons bezig-zijn, van vroeg tot laat, van jong tot oud. Reflecteren. Mediteren. Want we zijn oud voor we het weten ...


'May the favour of the Lord our God rest upon us;
establish the work of our hands for us -
yes, establish the work of our hands.'
(Psalm 90 : 17)

1 opmerking: