Als je zo in het bos loopt in deze tijd, dan is de hele bodem bezaaid met afgevallen bladeren. Maar als je omhoog kijkt dan hangen er ook nog genoeg aan de bomen. De laatste tijd flink wat beelden gemaakt van beide hoedanigheden. En ook aan het mijmeren geweest over het beeld van zo'n blad. Wat betekent dat nou, als je het vergelijkt met een mensenleven? Dat levert soms sombere gedachten ook, maar ook zeker verwondering over hoe ingenieus dat allemaal in elkaar steekt. Hoe bladeren vanuit de knop gaan groeien, hoe het leven er uitbarst in de lente, hoe het sprankelt en ritselt in de zomer, hoe de kleuren ontstaan, en hoe de bladeren afvallen, zodat de boom de aankomende winter kan overleven.
Gisterenavond op bed dacht ik er aan hoe een blad eigenlijk gemaakt is om weer los te laten. Het zit ingebakken in de schepping, dat op zeker moment het blad los komt van de tak. Elk blad op dezelfde plek, aan het eind van de steel. Als je goed kijkt zie je dat ook bij de bladeren die nog aan de tak zitten. Het zit vast, maar het is ook precies de plek waar het straks moet gaan gebeuren. De vrije val tegemoet.
Toch is er ook een andere kant. Want als je die scharnierpunten goed bekijkt, dan zie je ook het wonderlijke dat de holle steel van die bladeren meteen ook de manier is waarop het blad zijn voeding vanuit de boom krijgt, de levenssappen die de wortels opzuigen, komen via de stam naar de takken, en vanuit de takken naar de bladeren.
Je zou het een navelstreng kunnen noemen. Zoals de mens als foetus wordt gevoed door de navelstreng van de moeder, van voeding wordt voorzien, ja zelfs van bloed, zo wordt het blad in leven gehouden door de sappen die het ontvangt van en via de boom.
Maar als de winter eraan komt, moet de boom zijn doorgevende functie beperken, om zelf te kunnen overleven. Dat is de dood voor de bladeren. Dat gaat dan gepaard met een fraai kleurenschouwspel, maar het is wel een voorbode van het einde aan het bestaan van de bladeren.
Als je naar de navelstreng kijkt, waar een baby door wordt gevoed, dan gaat dat weer anders. Want zodra een baby ter wereld komt, via de pijn van bijna-dood het licht in wordt gelanceerd, dan zit hij nog wel vast aan die navelstreng. Pas als hij zelfstandig gaan ademen, kan die worden doorgesneden. Dat is nodig om te kunnen overleven. Zou Adam dat nou meteen gesnapt hebben, zo bij de geboorte van zijn eerste? Zomaar even een vraag tussendoor ....!?
Dus, waar het blad los komt van zijn levensader en sterft, wordt een mens pas zelfstandig, als hij los komt van die levensader. Tot aan het moment van zijn dood. Want dan is zijn eigen levensader, waardoor hij kan functioneren, aan het haperen geraakt. De bloedcirculatie van het hart, of de adem in zijn longen.
Een christen heeft ook een navelstreng als levensader nodig, om te kunnen functioneren, om te kunnen groeien, zelfs om christen te kunnen zijn. Want hij is niet los verkrijgbaar. Niet los van God. Maar het vereist wel een zekere inspanning, verbinding, toevoerleiding om die levensadem, bloedsomloop, geestkracht, lichaamssappen in stand te houden.
De navelstreng naar de andere wereld, het contact met God, de dialoog is van levensbelang. Door gebed en Bijbellezen, door ontmoetingen en leermomenten, door navolging en overdenking, door stil te zijn en te reflecteren, door het wandelen met God. Door de wisselwerking van denken en doen, bidden en werken, verstand en gevoel, op jezelf en samen met alle anderen. Door met al je tekortkomingen aan het werk te gaan, telkens weer terug te keren naar de poort van vergeving. Door lief te hebben. Door dicht bij mensen te blijven, maar zeer zeker ook dicht bij God. Zo dicht als maar mogelijk. Daardoor overleven we. Zelfs dwars door de dood heen. Als we alles los moeten laten.
‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb. Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn. Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief. (Joh. 15 : 1-17)
TO MY DEAREST MOTHER
BeantwoordenVerwijderenMy eyes, pregnant with tears
My heart crowded with fears
My ears longing to retain
Your sweet voice, once again
Oh mother, why ?
Why? Must you die?
So far away from me
That I did not foresee
Is this a blessing or a curse?
It makes me feel even worse
This cry of my heart
Is tearing me apart !
Riki October 7 1995
ODE AAN MIJN MOEDER
BeantwoordenVerwijderenDe regen spoelt mijn tranen weg
terwijl ik aan je graf sta,
mama
en ik een weesgegroetje zeg
Ik tracht je te bereiken doorheen
de natte kilte
van die zware steen
er is alleen maar STILTE
Er was nog zoveel je te zeggen
al helpen woorden nu niet meer
nu je zo dicht bent bij de Heer
kom ik mijn zorgen aan je voeten leggen
Plots stopt de zon de regen
weerkaatst haar stralen op je graf
en zendt haar warme zegen
als jouw antwoord op me af
Ik heb je lief, mijn moederke
er gaat een jubel door mijn hart
ik weet je leeft, mijn hoederke
jouw stralend licht verdrijft het zwart.
Riki maart 1997