Het blogbericht dat ik nu schrijf, is nummer 100. Toch best even het vermelden waard. Op 10 februari van dit jaar schreef ik mijn eerste blog. Nu drie maanden verder, een gemiddelde van 33 per maand. Maar dit tempo, dat is natuurlijk in de toekomst niet lang vol te houden. Al geef ik toe dat van de 100 berichten er 33 gevuld zijn met muziekvideo's en een enkel uitgebreid bericht over U2 en Bob Dylan.
Maar, zoals eerder vermeld, ik ben hieraan begonnen, omdat ik door een hernia aan huis gebonden was. Inmiddels gaat het weer goed met me, ben ook weer volledig aan het werk en heb dus ook wat minder tijd nu.
Maar het waren ook voor mijzelf toch verrassende tijden, deze laatste maanden. Een bruisende vulkaan van woorden, bijna niet te stoppen. Na een heel lange slaapfase, ruim twintig jaar geleden schreef ik mijn laatste verhaal. Het heeft me verrast. Verbaasd. Dat dit in mij zat. Dat het er allemaal toch min of meer vloeiend uitkomt. Dat het idee wat zich in je hoofd heeft gezet, op een overzichtelijke wijze tot een lopend geheel wordt gevormd, met kop en staart, met opbouw en afronding. Dat al die dingen waar je ooit over gelezen hebt, nog in je hoofd zitten en nu zo maar oproepbaar zijn. Dat je jezelf op deze manier ook naar buiten toe zo makkelijk etaleert. Kwetsbaar maakt. Dat het reacties oproept. Herkenning ook.
Wonderlijke processen ... En ik ben geen getuige, maar onderga het, tot op het (mentale) bot. Het heeft me verrast. Aangenaam verrast.
En nog lang zijn niet alle ideeën in mijn hoofd uitgeput. Steeds meer reacties roept alles wat je schrijft en ondertussen ook bij anderen leest, in jezelf op. Actie is reactie. Bron van inspiratie. Met dank aan de Schepper van de werkelijkheid, soms harde werkelijkheid, maar ook de Schepper van ideëen en mentale vergezichten.
En ook de interactie in een compleet nieuwe sociale dimensie heeft mij herkenning, vernieuwing, verandering gebracht. Van nature sta ik vrij kritisch tegenover de buitenwereld in het algemeen, tegen materialisme en egoisme, maar ook tegen traditionalisme en hokjesgeestdenken. Ik stel vragen bij heel veel wat voor anderen zekerheid of wellicht schijnzekerheid geeft. Omdat het bekend is. En daarom veilig lijkt of schijnt.
En wat ik heb ontdekt is dat er veel meer mensen zijn met vragen en twijfels over vormen en structuren, die het licht dat zou moeten schijnen, beperkt, inperkt of helemaal uitdooft. Wat een gemeenschap zou moeten zijn, als velige haven voor zoekers, twijfelaars en vragenstellers, is verworden tot een zuil als doel, tot een in zichzelf gekeerde bezigheidstherapie. Uitgeblust, onzichtbaar, zelfbevestigend of zelfvoorzienend, maar totaal niet bewust van de omgeving, de wijk, de anderen.
Dat kan als een hard oordeel klinken, en ik constateer het ook als globale lijn, dus op veel plaatsen, in veel kerken kan het anders zijn. Ik kan niet heel Nederland overzien en beoordelen. Maar dat we als christenen beneden onze stand leven, lijkt me toch vrij eufemistisch uitgedrukt. En dat we onszelf best wel eens een spiegel voor mogen houden over ons functioneren en het idee dat anderen over ons hebben, dat lijkt me overduidelijk.
Maar, gelukkig zie ik ook wel dat er heel veel wordt nagedacht door allerlei personen en organisaties, gemeentes en gemeentestichters, groepen en idealisten, over hoe de kerk kerk kan en moet zijn. Het gaat heel veel mensen aan het hart dat de kerken heel snel leeg lopen. Al zijn het zeker niet allemaal ongelovige mensen geworden die de kerk verlaten. En zijn het evenmin allemaal ongelovigen die buiten zijn.
Zoals mijn schrijfstijl, vergeleken met twintig jaar terug, een stuk losser is geworden, puntiger, korte zinnen, zoals mijn blik breder is geworden de laatste jaren, en mijn oordeel over anderen ook veel milder, zo merk ik wel, dat ik in het begin wat algemener en beschouwender formuleerde en de laatste weken juist wat meer concreter. En dat is natuurlijk wel riskant, in die zin dat je volop deelneemt aan het kerkelijk leven hier ter plaatse en in de dwarsverbanden met betrekking tot evangelisatiewerk, en je dus kwetsbaar bent, vatbaar voor kritiek. Iedereen kent je hier of denkt je te kennen.
En toch, voor mij is dat juist goed. Een openbaar podium voor reflectie en kritische analyse van alles wat je doet en waar je aan deelneemt en waar je deel van uitmaakt, het dwingt je tot nadenken voor je formuleert, nog een keer nalezen voor je openbaar maakt. Het kan alleen maar goed zijn voor het geheel van het functioneren, niet alleen mijn kleine stukje. Alles beter dan gezapigheid, indutten en vinden dat het het goed gaat omdat het altijd zo gegaan is.
Kortom, ik kijk met genoegen om. En ik ga door. Het bevalt uitstekend. Het is met een doel dat ik schrijf, niet zozeer zelfexpressie of schrijven om te schrijven, maar er is een oprecht en diep verlangen naar meer openheid, meer gemeenschap, meer navolgen, meer relatie, meer bewogenheid, meer mens-zijn. Dat geldt voor mijzelf, maar dat geldt ook voor de verbanden waar ik deel van uitmaak.
Een verlangen naar meer God in ons leven. Een verlangen om meer God te zien in mensen om ons heen. Een verlangen om alle overtollige ballast, alle knellende regeltjes en beperkende hekjes en hegjes, weg te halen. Elkaar te herkennen in het verlangen. Elkaar aan te sporen vuurtjes op te stoken, meer te bidden voor en met elkaar. Meer in beweging te komen ook, en tot actie over te gaan.
Meer God, minder ik.
Dank aan God, dat ik mijzelf niet weg hoef te cijferen, maar dat Hij me wellicht gebruiken wil. Ook op deze manier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten