Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

woensdag 23 februari 2011

Wandelen met God

Zeer regelmatig ben ik aan het wandelen langs ’s Heren wegen. Ontspanning door inspanning. Het meest gebruikte rondje in mijn omgeving is ‘even de Zijde rond’, pak hem beet 13 kilometer. Twee en een half uur in eenzelfde tempo, regelmatige cadans, de wind door je (weinige) haar, zonnebril op, rugzak om. Fototoestel mee, je weet nooit wat je onderweg ziet.
Al een drietal keer ben ik ook met vrienden naar België geweest of Zuid-Limburg om daar een paar dagen achter elkaar te lopen, maar meestal ga ik alleen. Mijn eigen tempo lopend. Zo af en toe wandel ik zelfs, langs de toeristische route, naar mijn werk. Twee uur heen en twee uur terug. Weinig of geen mensen die je tegenkomt. Helemaal alleen. In de vrije natuur. Adem in, adem uit, stap na stap na stap. Tot rust komen.
Het is niet allemaal rozegeur en maneschijn natuurlijk. Vooral in het begin, als je net begint, zoals ik een jaar of tien geleden. Blaren. Verkeerde schoenen, verkeerde sokken. Pijn in je liezen, in je rug. Als je in een onbekende omgeving bent ook kaart leren lezen. Er kan ook altijd een omslag in het weer komen, regen, wind. Maar zo leer je wel om je grenzen te verleggen. Steeds een stapje verder. Je bouwt ook conditie op. Je moet pijn zeker niet negeren, goed luisteren naar de signalen van je lichaam, maar als je ergens halverwege bent moet je toch door, of het nou zeer doet of niet, of je het nu leuk vindt of niet. Of je verwaalt of niet.

De reis is het doel

Prachtige spreuk om dat wandelen mee aan te duiden, vind ik. Elk ander voertuig is normaal gesproken bedoeld als middel om ergens, een zeker doel, naar toe te gaan. Een vervoermiddel. Maar als je loopt is het onderweg zijn je doel. Allereerst dat ontspannen natuurlijk, even weg van thuis of je werk, alle mogelijke spanningen van je af laten glijden. Frisse lucht inademen. De omgeving in je opnemen, om je heen kijken of je bijzondere vogels of bloemen ziet. De loop van de seizoenen ontdekken door het landschap waar je doorheen loopt. Het spel van lucht, wolken, wind en zonlicht, die tekens weer andere sferen oproepen. En ook steeds opnieuw onder de indruk komen van de schepping, als vingerafdruk van God, en de manier waarop wij mensen die schepping weer inrichten, herinrichten en naar onze hand zetten.

        
De moderne mens, heel de dag gebombardeerd door beeld en geluid en heel veel informatie, in stukjes en brokjes, heeft het juist keihard nodig om rustig te worden, tot zichzelf te komen, stil te worden. Juist door te bewegen. Niet door hijgend overal achteraan te rennen, maar juist door die regelmatige cadans van je benen onder je lichaam, stap voor stap. Op adem komen door regelmatig te ademen.
Ik vind het bijzonder dat je dat wandelen ook in de Bijbel terug kunt vinden. Op meerdere plaatsen wordt dat beeld gebruikt voor de intieme relatie die we met God mogen hebben. Het begint al in het paradijs, als God Adam opzoekt, hem bij zijn naam roept. ‘Adam, waar ben je?’ Bij Abraham spreekt God de ongelooflijke woorden, die je als de kortste samenvatting van de hele Bijbel zou kunnen benoemen.
Dat is nog eens neerbuigende liefde, een uitgestoken hand. Ik wil een relatie met je. Ik heb je geschapen, feitelijk sta ik boven je, qua grootheid, macht en aanzien, maar ik wil je als mijn onderdaan. Wil je met me buitenspelen? Wil je met me wandelen?
‘Ik ben God, de Almachtige. Wandel voor mijn aangezicht en wees oprecht.’
Sowieso 70 verwijzingen kon ik vinden met ‘wandelen’. In Leviticus staat bijvoorbeeld: ‘Ik zal in uw midden wandelen. Ik zal u tot een God zijn en u zult Mij tot een volk zijn.’ En de overbekende tekst uit Micha 6:8 luidt:

Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is en wat de HEERE van u vraagt: niets anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God.
Als Jezus op deze aarde op gaat treden, roept Hij zijn discipelen op: ‘Volg mij’. Nog korter kan niet. Dicht bij Hem blijven, achter Hem aangaan, Zijn voorbeeld volgen. Zijn wil leren ontdekken. Hij zegt zelfs met zoveel woorden: ‘Ik ben de Weg’, weer een ander beeld.

Dit alles loopt uit op de bekende woorden uit Johannes 17, waar we kunnen lezen dat we zelfs één zijn. Niet alleen Jezus en Zijn Vader, maar ook wij met Hen. Closer kan niet. Om stil van te worden. Om van in beweging te komen.
Als een pelgrim, zonder vaste woonplaats hier op aarde, onze wandel in de hemel. En tegelijkertijd onze voeten in de modder, onze handen laten wapperen, onze ogen open, ons hart bewogen. Tegendraads. Tegen de stroom in.
Ons doel is de reis, maar onze reis is ook op weg naar het doel. De Bron van het leven.
Moge Zijn Geest ons leiden!

Vaya con Dios


Geen opmerkingen:

Een reactie posten