Vorig jaar had ik met iemand een discussie. Over de vraag of je als individu verantwoordelijk bent voor het ‘systeem’ waar je aan deelneemt. Als je bijvoorbeeld in ons land met alle politieke partijen één keer per 4 jaar je stem uit kunt brengen, dan ben je volgens hem medeverantwoordelijk geworden voor het systeem. Ik was het niet met hem eens. Ben dat nog steeds niet. Misschien alleen voor het in stand houden van de huidige vorm van dat systeem, maar zeker niet voor alle besluiten die de politiek neemt. Jij als individu hebt geen enkele invloed op welke nieuwe wet of verandering dan ook die wordt ingevoerd. Hoe kun je er dan verantwoordelijk voor zijn?
Zo’n zelfde systeem functioneert ook in de kerk. Ook al ga je ruim veertig jaar naar dezelfde kerk, ik ben er zeker niet verantwoordelijk voor. Zeker niet voor alles. Zeker niet voor de vormen waarvoor men ooit gekozen heeft. Een enkel jaar daarvoor zei diezelfde peroon al, dat de enige manier waarop je die vormen kunt veranderen, is door zelf deel te worden van dat ‘systeem’, in dit geval de kerkenraad. Ook daarin gaf ik hem weinig hoop.
In een ander verband zie je vandaag hoe ‘regeringen’ als systemen die jarenlang hetzelfde gebleven zijn, in stand gehouden door dictators met meer of minder vazallen onder zich, in één keer zomaar in kunnen storten. Jaren terug zagen we dat met sommige landen binnen het Sovjet regiem, nu zien we het in het Midden Oosten voor onze ogen gebeuren. We zijn er ‘live’ bij. Het is dus wel mogelijk. Of om het voorzichtiger te zeggen, het is niet onmogelijk.
Wat bedoel ik daar mee, met een systeem? Neem als voorbeeld een bedrijf, een vereniging of een kerk. Er is ooit in het verleden voor een bepaalde structuur of zekere vormen gekozen. Daar zullen redenen voor zijn geweest, argumenten, logische verklaringen of Bijbels onderbouwde uitgangspunten. En waar mensen samenzijn of samen moeten werken, daar worden functies ingesteld, er wordt leiding gegeven, een gedragscode afgesproken. Dat moet ervoor zorgen dat alles zo ordelijk mogelijk verloopt. In wezen zoekt een mens of een groep mensen op die manier altijd een stukje veiligheid, geborgenheid. Wat bekend is, dat is vertrouwd. Een eigen huis, een plekje voor jezelf, daar trek je jezelf in terug. Gezellig. De grote, boze wereld is buiten. Dus je gaat afschermen, omheinen, muren bouwen. Ter bescherming. Houden wat je hebt. Ik durf te stellen dat we dat systeem geschapen hebben, die structuur, om onszelf houvast te geven, veiligheid te bieden. Daar hebben we onze zekerheid op gebouwd.
En wat gebeurt er vervolgens, heel vaak althans? De vorm staat vast. Punt. Al jaren lang. Er worden geen wijzigingen doorgevoerd, of slechts heel kleine. Het systeem is heilig geworden. Er wordt niet in verdisconteerd dat wij allemaal verschillend zijn, anders kunnen denken, verschillende karakters en interesses hebben. Dat de tijd waarin we leven aan verandering onderhevig is. Dat we op grond daarvan tot andere inzichten kunnen komen.
En waar mensen met mensen op deze manier samenwerken ligt meestal ook een stukje macht in de handen van enkelen. En waar met macht wordt gewerkt, kan die ook verkeerd gebruikt worden. Dan kan er zelfs op de duur sprake zijn van manipulatie. Het is verdraaid lastig om dat te herkennen. Bij jezelf of bij anderen.
Een mooie christelijke kreet is ‘eenheid en verscheidenheid’. In sommige Bijbelvertalingen kun je dat als opschrift ook vinden bij Efeze 4. Een andere spreuk luidt: ‘eenheid in het noodzakelijke, verscheidenheid in het minder belangrijke en in alles de liefde’. Een mooi streven. Maar de praktijk laat toch meestal een ander beeld zien. Als je de mensen optelt die in de loop der jaren weggegaan zijn uit je eigen kerk, heel jammer, gemotiveerde mensen vaak.
Door zo’n systeem te bouwen, gebaseerd op tradities, zorgvuldig geconstrueerd, geschreven en ongeschreven regels, wordt het geheel tot een instituut. Vooral wij, westerlingen, zijn daar zeer goed in. Een onwrikbaar huis. Geen speld tussen te krijgen. Maar de veiligheid die we gebouwd denken te hebben, kan ook een gevangenis worden. Alle deuren en ramen dicht. We hebben onze eigen wereld gecreëerd, en denken dat dat de echte is, of zelfs de enige.
Een aantal jaren geleden heb ik een boek gelezen wat daarover ging. ‘De Farizeeër in de spiegel’. Geschreven door Tom Hovestol. Wij zijn heel erg geneigd om de schriftgeleerden van toen als schijnheilig te betitelen, maar de schrijver laat juist zien hoe sterk we op hen lijken. Door rechtzinnig te willen zijn. Een systeem te maken wat ons veiligheid biedt. Het was een eyeopener voor me. Ik kan het iedere christen aanbevelen. Je gaat bepaalde patronen herkennen. Dingen vallen op hun plaats.
Alleen de titels al van een aantal hoofdstukken: Als het goede tot het kwade leidt. Als kennis van de Bijbel verblindt en bindt. Als een vertrouwelijke relatie een publieke vertoning wordt. Als traditie de waarheid verdraait. Als omheiningen onze aandacht opeisen. Als sektarisme ons doet dwalen. Als zieken er gezond uitzien.
Ik heb een flink aantal zinnen uit dat boek destijds onderstreept, iets wat ik niet al te vaak doe met boeken. Ik zal er een aantal onderstaand citeren.
- Zonder tradities zouden we niet kunnen weten wie we zijn (onze identiteit), waar we vandaan komen (onze wortels), wat we geloven (onze denkrichting) en hoe we ons moeten gedragen (onze levensstijl).- Veel tradities zijn nuttig. Maar traditie vormt een van de grootste bedreigingen voor oprechte volwassenheid en dienstbaarheid.- Traditie kan valse godsdienst stimuleren (blz. 136), kan de Bijbel vervangen (139), kan de theologische waarheid verdraaien (142), kan bijdragen aan geestelijke blindheid (145), kan een verstikkende werking hebben op de effectieve bediening (148).- We moeten onze tradities beschouwen als voor verandering vatbaar en ondergeschikt aan Gods waarheid (142). Eén van de grootste gevaren van de traditie is dat ze nieuwe, door de Geest geleide Goddelijke opdrachten kan tegenhouden (149).- Rituelen in plaats van relaties, activiteiten in de plaats van bedieningen en opoffering in de plaats van bewogenheid (166).
Het kan allemaal erg scherp klinken, vooral als je zelf vastzit in zo’n systeem of zo’n vorm van systeemdenken. Toch is ook Jezus (bijvoorbeeld in Matheus 23) zeer scherp in zijn afwijzing van de manier waarop de Farizeeërs in die tijd omgingen met religie als systeem in plaats van als relatie met God. Hovestol analyseert zeer nauwkeurig dit hoofdstuk en geeft ook een oplossing aan de hand van de omgang van Jezus zelf met de mensen in die tijd. Hij verzette Zich fel tegen het systeem, maar nam mensen, zondaars ook, zeer serieus. Wees hen niet af. Zocht hen op. Sprak hen aan. Trok hen ook aan.
Nog een paar noemenswaardige citaten uit het boek over die ware houding.
- Ware vroomheid is een relatie met de hemelse Vader. Hij wil dat de relatie gebaseerd is op Zijn genade, niet op onze vrome daden. Hij is uit op een buitengewone relatie van liefde voor en dienstbaarheid aan Hem. Blz. 127.- Eenvoudige toewijding, dienstbaarheid, vergeving en genade als Gods prioriteiten (167).- De regel van het Nieuwe Testament is verantwoordelijk omgaan met de vrijheid in Christus (168). Een van de kenmerken van christelijke volwassenheid is in staat zijn vrijheid in Christus te vinden en een leven van liefde te leiden (173).- Je kunt verontreiniging niet vermijden door te proberen uit de buurt te blijven van slechte mensen, plaatsen en dingen (143). Echte wereldlijkheid betekent dat we een vrije omgang hebben met de mensen van deze wereld, zonder dat onze integriteit in gevaar wordt gebracht (181). Gezonde wereldlijkheid houdt in dat we, gedreven door Christus’ barmhartigheid, relaties opbouwen met de mensen van onze wereld (193).
Mooi is ook zijn stelling ‘De bevolking van de hemel kan heel verrassend zijn’. Hij heeft het over de ‘geestelijke deugd van waaghalzerij’. Prachtig dat hij ons op deze manier wijst op het begrip ‘christelijke vrijheid’ en hoe we dat kunnen invullen door Jezus na te volgen. Laat alle zekerheden, die dat uiteindelijk niet blijken te zijn, helemaal los. Alle heilige huisjes. Alle platgetreden paden. Alle opgetrokken stellingen.
Vertrouw jezelf toe aan de Schepper van hemel en aarde. Zou Hij niet alles beter weten dan jijzelf? Geef je over aan de Zoon, die zijn leven voor jou gaf. Zou Hij niet weten wat leven is? Laat je leiden door de Heilige Geest. Zou Hij je niet leiden over de weg die ten leven leidt? Bij je blijven in voor- en tegenspoed?
Vertrouw jezelf toe aan de Schepper van hemel en aarde. Zou Hij niet alles beter weten dan jijzelf? Geef je over aan de Zoon, die zijn leven voor jou gaf. Zou Hij niet weten wat leven is? Laat je leiden door de Heilige Geest. Zou Hij je niet leiden over de weg die ten leven leidt? Bij je blijven in voor- en tegenspoed?
Dat is best eng. Je weet niet wat er komt. Hij geeft verrassingen, maar alleen als je Hem toelaat dat te doen. Niet als je vast blijft houden aan je eigen zekerheid. Volg Hem na. Waar Hij ook gaat. Hij weet de weg … Hij is de Weg.
Of, om het met de titel van een ander boek te zeggen: ‘Het zoutvat uit ..., de wereld in!’ (geschreven door Rebecca Pippert)
Kan niet anders zeggen dan dat het een mooi stuk is. Merk inderdaad om me heen dat er snel vastigheden in gemeentes worden gezocht en gemaakt. Aan de ene kant ook goed voor orde, maar die ruimte voor Gods Geest moet altijd aanwezig blijven. Moeilijk, onszelf geven, maar o zo belangrijk voor een vruchtbaar (gemeente)wezen! Mooi!
BeantwoordenVerwijderen