Op het eeuwige moment dat hij de deur van verwachting opent van de kathedraal van ontmoeting, overvalt hem op een welhaast magistrale wijze het allesomvattende licht van inzicht, zo fel, zo overweldigend, dat hij de deurknop nog in zijn hand, zijn ogen sluiten moet. En nog snijdt het dwars door zijn ziel van verlangen. Een siddering van goddelijke aanraking gaat door zijn lichaam. Hij voelt een onwillekeurige glimlach van aanvaarding zijn mond van verstilling krullen. Dan loopt hij voorzichtig, zijn ogen nog dicht, handen uitgestrekt naar de toekomst, voetje voor voetje verder het gangpad door, naar voren, links en rechts voelt en herkent hij de zitbanken van rust.
Dan pas wordt hij de hemelse muziek gewaar, zacht, verstild en fluisterend, vanuit een verre verte, maar uitermate helder waarneembaar en intens invoelbaar. Hij kent de melodie, herkent zijn eigen herinnering, voelt een nieuwe sensatie opkomen vanuit zijn tenen, langzaam omhoog zijn lijf doortrekken. Het felle licht en de sensuele muziek ontmoeten elkaar in zijn intens invoelbare binnenste, smelten ineen tot een mysterieuze mix van goedheid en bewogenheid.
Hij gloeit onbarmhartig heftig van sintelende warmte, gevolg van zichzelf uitende innerlijke liefde, op zijn beurt weer veroorzaakt door de verinnerlijkende uiterlijke impulsen van emotionele muziek en lieflijk licht.
En hij lacht. Hard. Diep. Geraakt. Zwaar van opgekropt, weggestopt, overgroeid, zwaar ommuurd verdriet, overschilderde schuld, geverniste kwetsuren van verre wonden, gepareerde angst, verloren onschuld. Licht van intense blijdschap, fladderende verwondering, aangename acceptatie.
Geliefd. Geschokt. Overwonnen. Verwacht.
Langzaam doet hij zijn ogen open, knippert, voelt de tranen branden. Slikt. Vecht. Laat gaan. Kijkt. Ervaart. Aanvaardt. Drinkt alle indrukken langzaam op. Licht, ritme, melodie, liefde, warmte, vertrouwen, verbazing.
Voort gaat hij, de eeuwigheid tegemoet, het eindeloze gangpad door, helemaal naar het buitenste voren, de overtreffende trappen op naar het podium van verheffing.
Leeg, helemaal leeg, gevuld met niets, kaal en vlak. Verwondering. Kijken. Teleurgestelde verwachting. Uitgestelde ontmoeting. Verdaagde berechting. Maar hij proeft nog steeds verbazing en positieve energie, geladen stilte, opmerkzame aandacht.
Aandacht ja. Hij draait zich langzaam om, overziet met vreemde ogen zijn eigen, zojuist gelopen levensweg. Ontwaart voor het eerst de gevulde banken, de inderdaad aandachtige, verwachtingsvolle, tot het uiterste gespannen blikken van honderden, duizenden mensenkinderen. Ziet nu de bron van muziek. Een in heftig glanzend licht gehulde medereiziger. Die prompt stilvalt en hem zacht doordringend aanziet. Mild en beheerst.Nadrukkelijk ingehouden.
Hij ontroert heftig. Weet zich onverwacht en ongedacht het middelpunt van het heelal. Op een onmogelijk voetstuk geplaatst. Hij aarzelt. Worstelt. Denkt. Ervaart. Nieuwe sensatie. Voelt zijn eigen verleden herboren worden, in een overzichtelijk en allesomvattend ogenblik. Begrepen en geduid. Ervaren en geleefd. Gevoeld en ondergaan. In het licht gebracht van verwondering, verlangen en doelgerichtheid. Door overweldigende liefde omarmd. Door gezonde en gezonden genade gestreeld en gekoesterd.
De muzikant in licht wenkt hem. Bescheiden. Onopgemerkt door de anderen. Maar de woorden die hij spreekt klinken niet hardop, hoorbaar voor de horenden, maar resoneren tot in het diepst van zijn ziel.
Toe maar, zeg het, spreek het uit. Vertel het verhaal van je leven. Breng het in het ultieme licht van dankbare reflectie en achterwaarts begrip. Luister naar jezelf. Laat anderen mijn werk in jou herkennen. Voel en ervaar, beleef en erken.
Hij slikt. Zucht. Herkent nu pas. Nieuwe prikkelende en emotionele sensatie, duizelingwekkende gedachten en gevoelens, overstelpende flitsen die zijn ultieme zijn verlichten en raken, tot in de diepste kern.
Hij lacht opnieuw. Anders nu. Weldadige rust en sidderende stilte overweldigt hem, tilt hem op, geeft hem vleugels van zelfvertrouwen.
Hij heft een hand omhoog, bezwerend. Glimlacht. Schudt zijn hoofd. Schraapt zijn keel.
Het licht dempt. De muziek zwelt aan. Een ieder houdt de adem in ...
Mooi.
BeantwoordenVerwijderenMooi Anton, je weet goed de sfeer neer te zetten en geeft het gevoel er zelf bij te zijn. Zegen toegewenst bij het schrijven!
BeantwoordenVerwijderen