- Mam?
- Ja?
- Waarom lopen we hier?
- Omdat hij beloofd heeft dat hij terugkomt.
- Nu al?
- Nog niet.
- Hij is toch al lang weg?
- Nou ... nog maar net eigenlijk.
- Waarom zijn we dan hier?
- Omdat ik naar hem verlang.
- Houdt u veel van hem?
- Heel erg. Jij toch ook?
- Ja.
- Ik hoop dat hij maar snel terugkomt.
- Ja, ik ook. Gaan we morgen weer?
- Kijken of hij komt, ja.
- Oké.
Stilte.
Kijken.
Staren.
Hand in hand.
Zwijgen.
Hopen.
Verlangen.
Liefhebben.
Dromen.
Zuchten.
- Wachten duurt wel lang, hè mam?
- Ja, meisje, heel lang.
- Gaan we al terug naar huis?
- Nog heel even.
- Goed.
- Tot het bijna donker wordt.
- De zon zakt al.
- Nog een half uurtje, denk ik.
- Goed, mam.
Als liefde pijn doet en hoop doet verlangen ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten