Of is de waarheid een wetenschap, die alle feitjes, ontdekkingen en vernieuwingen tracht te integreren in een nieuw, alles omvattend universum van weten en kennis, waardoor we uiteindelijk oorzaak, geschiedenis en toekomst samen zullen kunnen vatten in een zorgvuldig geconstrueerd geheel van werkelijkheid die te herleiden en te overzien en dus te snappen is, alle vragen opgelost, alle zijwegen in kaart gebracht? Bevattelijk. Hanteerbaar. Voorspelbaar. Meetbaar. Aannemelijk.
Of is de waarheid een mysterie, een noodlot, een ongrijpbaar fenomeen, dat geen ruimte laat voor vragen over goed en kwaad, want alles is zoals het is en je kunt dat maar beter accepteren en je er mee verzoenen, ongrijpbaar, onbegrijpelijk, onwerkelijk? Zodat je maar beter op een zwevend kleedje je lichaam los kunt leren laten om te vliegen boven de materie en de hemel te vinden in het absolute niets?
Of is de waarheid een trap naar de hemel, die je treetje voor treetje op moet leren klimmen, steeds hoger in kennis en begrip van het leven, steeds meer overziend, fase voor fase hoger en los van je fundament en meer begrijpend van het totaaloverzicht over de mierenhoop beneden je en opgenomen in de volgende cirkel van goddelijkheid, met je hoofd in de wolken van luchtigheid en dichter dan ooit bij het totaallicht op alles?
Of is wellicht de waarheid een kasteel, waar tussen dikke muren oudheid je vergeelde perkamenten geschiedenis bewaren kunt, die goud waard zijn geworden en alle oorsprong duiden en dus betekenis hebben voor het nu van buiten het geconserveerde weten? Geschiedenis om op voort te bouwen, zodat we nu al werken kunnen aan de toekomst van onze kinderen, door de belangrijke dingen van nu veilig te stellen in een hoekje van het leven? Leven in het museum van later?
Is de waarheid een gebeurtenis uit het verleden, ervaren als een relatieve werkelijkheid in de hoofden van omstanders, pas achteraf naar alle waarschijnlijkheid te construeren door elkaar tegensprekende getuigen en mistige juristen, en beoordeeld door een onpartijdige, maar o zo vermoeide rechter, die het inmiddels ook allemaal niet meer zo goed weet?
Is de waarheid misschien een oud boek, vol bewaarde verhalen en beschreven geschiedenis, met een logisch systeem van alles wat van waarde was, in vroeger tijden, maar ook nu nog geldend en waard om over te discussiëren en voor te strijden, levenselixer van oude waarden en woorden?
Is de waarheid een mistig begrip, waarover je naar hartenlust en vrijblijvend kunt filosoferen via duizend theorieën en zienswijzen, op filantropentopniveau en over de hele wereld en de hoofden van de geschiedenis heen, maar zo goed als onbegrepen door alle andere mensen?
Of is de waarheid een relatief jasje, wat ieder mens zich in zijn leven, met ultieme vrijheid als doel, zelf moet zien te breien, geplukt en gestolen, gehecht en aan elkaar verbonden met allerlei weetjes en wetjes, tot een flexibel zwemvesthuisje van vertrouwen in zichzelf, zwemmend en spartelend tussen allerlei andere rubber bootjes in de wereldwijde en zeer diverse waarheidszee, tot de dood er op volgen zal en alle vrije waarheid weer zal zijn opgelost?
Is de waarheid een diepzinnige en rechtvaardige droom die langzaam werkelijkheid wordt, van verborgen en mysterieus, naar steeds meer tastbaar, tot er een vorm en huis, een stad of een andere wereld komt, na te jagen met idealen en hooggespannen verwachtingen, om zo tot een prachtig paradijs te geraken, waar we eeuwig vakantie kunnen vieren in onafhankelijkheid van alles?
Of kan de waarheid ook een stroom van levend water zijn, die zich al eeuwenlang een weg baant door weggesleten bergen, onafgebroken, als een cirkel van leven en beweging, die voert van een verborgen bron, via kronkelende geleidebergen en doorkijkdalen, aan alle kanten leven gevend aan groeiende gewassen en uitbottende bomen, naar de brede en weidse zee van vergetelheid en daar weer zoutend ten hemel wordt gevoerd en als wolkengedaante de firmamenten beklimt en bevaart, om als verkoelende regen weer neer te dalen in zegen en groeizaamheid? Ongrijpbaar dus, maar wel cyclisch en voedzaam, vloeibaar en stromend?
Kan de waarheid ook zijn als de wind, die van wanten weet en de wereld doorloopt op fluistervoeten, ongezien en ongehoord, wachtend op een moment van woede en wilde baren, om zichzelf te ontladen en stevig te bulderen, alles in beweging brengend wat flexibel wil zijn op stevige wortels van zekerheid, fluitend van sinistere woestheid of lispelend van onnatuurlijke ingehouden bedachtzaamheid?
Kan het licht dat wij zien en dat zichtbaarheid brengt soms de waarheid bevatten of onthullen? Het licht van buiten dat op miraculeuze wijze het licht in onze ogen als zichtbaarheid ontsteekt, waardoor er een raakvlak ontstaat tussen buiten en binnen, vormen zoals ze bestaan, maar inwendig geland in ontvankelijkheid? En dat licht wat in miljoenen flitsen in onze hersenen landt en weerkaatst en kettingreacties veroorzaakt, kan dat ook afdalen in ons hart, van dimensie veranderen, gevoelens raken of teweegbrengen? Kan dat onze ziel vervoeren en opheffen naar andere werkelijkheden, die we nog nooit gezien hebben? Kan die waarheid van dat licht, ons licht schenken over de waarheid zelf, of heeft zij daar wellicht nog een ander, dieper, intenser, wonderlijker licht voor nodig? Kan dat licht duisternis verdrijven, tot in het oneindige, verder dan de randen van het universum reiken kunnen?
Of is de waarheid een lopend relativeringsvuurtje dat brandt in de nacht, met lekkende vlammen van begeestering, die de duisternis op de vlucht jaagt, de gordijnen in, achter het juk van duistere dromen? Een vuurtje van hout en warme kleuren, ongrijpbaar de ogen fixerend op een wonderlijk verschijnsel, dat uitwendige en innerlijke warmte verspreidt en mensen doet weg mijmeren in heimwee en verlangen? Waardoor zij eindelijk willen of durven praten over lang onuitgesproken zaken uit het verleden en alle torenhoge verschillen van toen ineens kunnen ineenschrompelen in het dit tintelende en fluisterende licht van tederheid en melancholie?
Kan de waarheid de liefde als oorzaak hebben, of er zelfs deel van uitmaken? Of zijn zij zusters die samen dartelen in de vette weiden van Oorzaak en Gevolg, lachend om de pogingen die worden ondernomen om hun wezen en doel te onderzoeken of woorden te geven? Kan de waarheid de liefde stimuleren tot grootse daden van opofferingsgezindheid en kan de liefde de waarheid louteren op mogelijke bijbedoelingen, waardoor zij beide puur en onschuldig worden, zoals wellicht oorspronkelijk bedoeld, toen de Eeuwige de Tijd schiep in puurheid en volmaaktheid? Toen de Liefde de werkelijkheid schiep, zoals wij die kennen, om de waarheid te zaaien in puurheid van harten van mensen, omdat Hij lief wilde hebben in wederkerigheid?
Kan de waarheid verborgen zijn, bewust weggemoffeld of achter gehouden voor onze eigen bescherming, omdat wij haar niet aankunnen, omdat de liefde zoals zij bedoeld was, niet ten uitvoer werd gebracht door ons mensen, de wezens die met dit doel waren geschapen?
Kan het dat wij daarom wellicht wat meer bescheiden zouden mogen zijn in het claimen van het kennen van die waarheid, van de volledige waarheid of zelfs maar een stukje ervan? Want hoe meer wij kennen en leren en ontdekken, hoe meer we ook aanlopen tegen onze eigen grenzen en betrekkelijkheid en begrensdheid en aandoenlijke hardloperij en zoektochten in allerlei doolhoven en het uitvinden van afleidingsmanoeuvres om toch maar de ons niet welgevallige waarheid te kunnen ontlopen of ontkennen? Want de waarheid kan ons immers hard raken en een spiegel voorhouden, die wij niet wensen te zien, omdat het zaken of hoekjes in ons hart bloot kan leggen, die wij liever niet van onszelf weten of onder ogen durven zien?
Kan het zijn, dat wij al onze pogingen om de waarheid te onderzoeken los moeten laten, omdat we het nooit zullen ontdekken, althans nooit de volledige waarheid en al zeker niet in een oogopslag?
Kan het zijn, dat we maar beter naar de Bron zouden moeten zoeken van die waarheid, die als een eeuwig, maar omfloerst licht de liefde in de harten heeft gelegd, dat als een potentieel vuur zou kunnen ontvlammen, en die mooie woorden heeft gezaaid, geopenbaard en achtergelaten, telkens weer ontmoetingen heeft gearrangeerd met sterfelijke mensen, genoeg om zijn liefde en verlangen te laten blijken? Die Zijn Zoon heeft gezonden, afgestaan om liefde te brengen en woorden te spreken, tegendraads de verborgen waarheden uit te delen, die altijd tegen onze natuur in blijken te gaan, maar wel Zijn diepe bedoelingen openbaart en brede vergezichten opent op hogere doelen en weer wegging omdat wij hem niet aankonden? Hij die Zijn Geest heeft gestuurd als de wind, ongrijpbaar, maar merkbaar aanwezig, voor wie er oog voor heeft, voor wie is aangeraakt door vonkjes liefde en stilgezet met diepe woorden, beloften voor later, en zo vermoeide ogen anders richten kan?
Kan het dat de waarheid een spiegel is, die ongelooflijk ontdekkend is en dus onnoemelijk pijn kan doen, maar die je uiteindelijk beter kunt hebben dan de beste leugens, die de hele wereld te bieden heeft aan hoogte of diepte, surrogaat en namaak, beschaving of glimmend vernis?
Kunnen wij die waarheid aan?
Durven we haar onder ogen te zien?
Te accepteren?
Zouden we ervoor willen buigen?
Willen we haar beamen?
Willen we Hem erkennen, de Bron, de Liefde, de Waarheid Zelf?
De ultieme waarheidsvraag, die ieder van ons zelf moet zien te beantwoorden ... maar het is het zeker de moeite van het onderzoeken waard.
Zo wat een overdenking zeg!
BeantwoordenVerwijderenMooi beschreven.
Denken we niet bijna allemaal dat we een eigen 'waarheid' hebben? De 1 vindt dit de waarheid, de ander dat...omdat je er allemaal net weer anders tegenaan kijkt.
Maar alleen Hij is de échte waarheid inderdaad. Gelukkig maar, 1 Waarheid is genoeg, 1 Houvast, meer heb je als mens niet nodig.
Groet,Marga