Laten we school maar meteen afschaffen. Te veel nutteloze informatie, te weinig basiskennis, zonde van de tijd, geknechte creativiteit ....
Terwijl er deze week 20.000 leraren aan het demonstreren waren in Den Haag, gooide ik bovenstaande uitspraak de sociale media ether in. Ze hadden het kennelijk allemaal erg druk met staken, want ik ben niet meteen op mijn nek gesprongen. Ik heb daar later nog even over na lopen denken. Hoe kom ik aan zo'n gedachte? Spreekt er frustratie uit het verleden uit? Was het een grapje? Was het uit de lucht gegrepen?
Misschien wel alle drie ...
Eerlijk gezegd heb ik zelf niet zulke goede ervaringen met school. Natuurlijk, je leert er goede dingen, lezen en schrijven, daar heb je wat aan. Je hoort er mooie verhalen, althans bij sommige onderwijzers op de lagere school. Verhalen die gingen leven. En met één gingen we zelfs als klas naar buiten om de namen te leren van alle planten die we tegenkwamen. En we vingen kikkerdril, die we dan in een namaakvijver in een opblaaszwembadje voor in de klas weer loslieten. Maar dat zijn wel de spaarzame momenten van goede en mooie herinneringen. Voor de rest moest je heel veel doen, met de nadruk op 'moest'. Het hoorde, je wist niet beter.
Maar je ogen en je aandacht dwaalden vaak af, je fantasie ging op de loop. Lezen was veel leuker, avonturen meebeleven, die je zelf nooit zou meemaken. Andere werelden ontdekken, andere culturen. Er was een verlangen dat groeide. Je zag iets dat er niet was. Van binnen. Onbegrepen door cijfers, onvatbaar voor onderwijzers. Gelukkig kon ik wel goed leren. Ik groeide daarbij nog eens op in een tamelijk beschermde omgeving, eenvoudig en overzichtelijk. En je had maar twee soorten kinderen in het dorp, openbaren en christelijken, strikt gescheiden werelden ...
De overgang naar het voortgezet was dan ook groot. Fietstochten van een half uur, andere kinderen uit andere dorpen. Allemaal verschillende leraren met ieder een aparte gebruiksaanwijzing. Verwarrende gevoelens. Tegenstrijdige of lacherige tegengeluiden over wat je zondags in de kerk hoorde. Ervaren dat je in twee werelden leeft. Huiswerk, heel veel huiswerk. Te veel nutteloze informatie tot je nemen, dat ook nog eens te veel vrije tijd opslokte. Doelbewust tijdverdrijf in uitermate saaie lesuren, ongelukkige bezigheidstherapie. Verplicht luisteren naar andermans problemen. Tempo vertraagd tot het niveau van de niet-snappers. Wat gek dat iedereen dat pikte ... het hoorde zo ... je wist niet beter. Natuurlijk, het was niet allemaal kommer en kwel. En serieus, we maakten ook grapjes ...
Maar de echte afknapper kwam voor mij in de examenklas. Voor drie talen een heleboel boeken lezen, echt veel meer als nu, terwijl je daar feitelijk helemaal geen tijd voor hebt. En dan op je mondeling afgerekend worden op je uitdrukkingsvaardigheid in plaats van op je kennis van de inhoud van de boeken. Boeken trouwens die voor mij het plezier in lezen voor een lange tijd hebben vergald. Dieptreurige zeurverhalen, tot literatuur bestempeld, werden bittere pillen.
Uiteindelijk was ik het schoolsysteem zo zat, dat ik besloten heb ook niet meer verder te studeren, ook wel een beetje natuurlijk omdat ik niet precies wist wat ik wilde. Het varieerde van psychologie tot accountant, maar ja heel de dag cijfers om je heen was een weinig aanlokkelijk uitzicht, en een hulpeloze in de hulpverlening, dat zou ook maar een vreemde combinatie geweest zijn ...
Natuurlijk, daarna ben ik nog, 's avonds en op vrijwillige basis, diverse cursussen gaan volgen, maar dat was concreet en doelgericht. Tekenen en schilderen, psychologie en boekhouding.
En ja, ik weet ook dat er diverse vernieuwingen hebben plaatsgevonden in het onderwijs. Maar het monster bestaat nog, en op sommige punten lijkt het wel erger geworden in plaats van beter. Input en output, leerlingvolgsystemen, adaptief onderwijs en een ongelooflijke hoeveelheid afkortingen, cursussen, systemen en methodieken. Steeds meer nevenactiviteiten. Steeds meer aangedragen ook noodzakelijk geachte toevoegingen. Het is echt een ambtenareninstituut geworden, dat onderwijs. Naargeestig. Theoretisch. Niet aansluitend op de praktijk. Onnodige informatie. Verplicht binnenblijven. Klassikaal gericht. Luisteren, ook als je niet kunt luisteren. Stilzitten, ook als je niet kunt stilzitten.
Tot je achttiende. Pfff ... ook als je niet kunt leren en met je handen zou willen werken. De computer als symbool van de vooruitgang, werken met je handen als schande. En elk klaslokaal het domein, de toko van een alleenheersend individu. En alle klaslokaalbeheerders, zeer regelmatig met elkaar om de tafel, om in zeer wollig taalgebruik met elkaar van diepzinnige of hoogwaardige gedachten te wisselen.
Compleet buiten de harde, alledaagse werkelijkheid. Een instituut met eigen regels en een eigen gecreëerde binnenwereld.
En tegenwoordig, niemand kan meer hoofdrekenen. En niemand let meer op de spelling. Ondanks spellingscontroles zie je onmogelijke spelfouten, tot in de krant aan toe. Waar blijft nou het meten van de output?
En dan, de bizarre hoeveelheid veranderingen. Onrust. Verbetering of niet, andere minister, andere visie. Wijziging op wijziging. Nota op nota. Dat ze er niet van gek van worden, daar.
Goed, genoeg opgekropte frustraties gespuid. Veel te negatief natuurlijk. Ik chargeer, ik weet het ook wel. Maar toch, er zit wel een kern van waarheid in. Als ik nu achteraf terugkijk, dan zijn het niet de dingen die ik geleerd heb, die me dwarszitten, al was het dan grotendeels overbodig, maar juist de dingen die ik niet geleerd heb.
- Leren om te leren. De methodes onder de knie krijgen om je huiswerk goed te doen. Begeleiding. Terugkoppelen, feedback geven, stimuleren. Inzien dat elk vak een andere methode van leren behoeft. Ik heb meer Engels geleerd op mijn werk in een jaar gebruik, dan zes jaar op school door woordjes en grammatica te leren.
- Sociale vaardigheden. Wel handig voor een introvert. Omgaan met elkaar. Tegenwoordig moeten ze al vaker met elkaar projecten doen, maar wat nou als er één met de pet naar gooit? Er is weliswaar ook meer aandacht gekomen voor pestgedrag, maar nog steeds niet genoeg alertheid en kordaat optreden.
- Aansluiten op de praktijk van het leven. Er zit een gat. Een kloof. Van alles wat je leert gebruik je misschien maar 5% in je latere leven. Hoe je om moet gaan met praktische zaken in het leven, leer je niet op school. De werking van elektriciteit, band plakken, schroevendraaier gebruiken, belastingpapieren invullen. Bij wijze van spreken.
- Er is geen of onvoldoende ruimte voor basisvragen, de lessen die elk mens moet leren in het leven. Te weinig aandacht voor filosofie en levensbeschouwing. Wel formeel, de geschiedenis en hoofdstromen op de wereld, maar niet van mens tot mens. Van hart tot hart. Het hangt van de individuele leerkracht of de mentor af of hij aandacht geeft voor het welzijn van de leerling, en als het gebeurt vaak alleen maar bij problemen of in probleemsituaties. En dan nog wordt het meestal niet gedeeld met de rest van een klas, terwijl dat juist een goede ervaring zou kunnen zijn, weten dat het leven niet alleen en niet altijd een lolletje is.
- Kennis is heel iets anders dan wijsheid. Inzicht in verbanden, logica, vooronderstellingen, filosofie, abstract denken, helaas, niet of maar zeer beperkt te vinden. Kennis is, hoewel het lijkt op het hoogst haalbare, veel te beperkt. Het schiet tekort. En het slaat dood. Je moet kennis ook toe kunnen passen, kunnen integreren in je leven, anders is het zinloos. Verspilde moeite. En dan nog moet het een trapje hoger, een halte verder. Er zijn ook vragen die gesteld moeten worden, waar zo maar niet antwoorden op te vinden zijn, en dat mag ook. Laat maar staan. Twijfelen is niet verkeerd.
- Het belangrijkste punt voor mezelf. Geen raad weten met denkers, dromers en kunstenaars en geen aandacht voor creativiteit. Verplichte expressieve vaardigheden, dat wel. Maar niet innerlijke gerichtheid, ontplooien van creatieve krachten, ontdekken van kunst en denkkracht. Zo jammer. Natuurlijk is niet iedereen daarin geïnteresseerd, of staat er open voor. Maar ja, ieder mens is anders, doet anders, reageert anders, is anders gericht. En dat is nu net wat het onderwijs niet aan kan. Niet behappen kan. Niet meten of plannen kan.
Het is volgieten en reconstrueren waar het onderwijs op is gericht. Kennis pompen, vaten vullen, hoofden vol proppen. Zo jammer. Maar het kan ook zo anders. Denk ik. Hoop ik.
Zaadjes bevruchten en laten ontkiemen. Gebruik maken van het licht. Water aandragen. Een vuur ontsteken. Verlangens oproepen. Dromen aandragen. Poëzie aanwakkeren. Liefde stimuleren. Aandacht onder de aandacht brengen. Mediteren, mijmeren, overdenken leren. Stimuleren van het najagen van het hogere en edele in de mens. Benoemen van de gebrokenheid, onder ogen zien, leren om elkaar te helpen als het moeilijk is. Samen struikelen en weer opstaan. Blij zijn met de blijden en huilen met de huilenden. Leven.
Of vraag ik nu te veel? Is dit ondoenlijk? Te hoog gegrepen? Te vaag gedacht? Te moeilijk om te vangen in wetten en regels en voorschriften? Te vrij om je aan te binden?
Is de realiteit die ik zou willen te idealistisch? Leef ik buiten de werkelijkheid?
Welaan, nu maar hopen op een paar stevige reacties uit het onderwijsveld ....!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten