Toen zij ontwaakte, was het eerste wat tot haar doordrong de Stem.
Het geluid van de woorden, die haar wakker hadden geroepen.
Geen gebulder.
Geen geroep.
Maar een gefluister.
Een niet te negeren ruisen.
Ze sidderde.
Ontplooide zich.
Ontrolde weerschijn uit de Bron die haar riep.
Ontvouwde zichtbaarheid.
Verdreef de duisternis.
Zij was.
Zij liet zien.
Zij onttoverde werkelijkheid.
***
Hij scheen, uitgelaten, uitbundig, alles overweldigend.
Niet verpletterend, maar verlichtend, luchtigheid verschaffend, leven schenkend.
Als helder kristal, als doorzichtig glas, als veelkleurige diamant.
Hij wierp tintelend sterrenstof in het rond, dat ritselend en knisperend tinkelde.
Hij veegde omnipotentie en alles doorsijpelende vrolijkheid over alle ademloze omstanders.
Hij was het centrum van alle aandacht, het doel van alle eerbied.
Hij was.
Hij zag alles.
Hij was de Werkelijke.
***
Er was.
Ooit.
Een moment.
Dat het Licht verschrompelde in de diepste duisternis.
Zij leek uitgedoofd.
Weg.
Verloren.
Gevlucht.
Maar.
Wat niemand zag.
Kon zien.
Gebeurde.
Omdat Hij het wilde.
Hij werd.
Hij gaf.
Zichzelf.
Ontledigde zich.
Ineen dook.
Niets werd.
Tot stof.
Omdat Hij zag.
Zonder het Licht.
Iets.
In die duisternis.
In dat boze.
In dat broze.
In die gebrokenheid.
Omdat Hij wilde.
Omdat Hij gaf.
Omdat Hij liefhad.
Omdat Hij was.
Wie Hij was.
Daarom.
***
Daarom.
Is wat wij zien.
Het Licht.
Een reflectie.
Een afschijnsel.
Een voorbode.
Een belofte.
Een spiegeling.
Een fonkeling.
Een knipoog.
Een profetie.
Een gedicht.
Het kan.
***
Hij wil.
Hij is geworden.
Hij heeft gedaan.
Hij heeft geopend.
Hij werd een Weg.
Hij heeft lief.
Hij wil geven.
Hij is.
Hij weet.
Hij wacht.
***
Wat kan.
Wat mogelijk werd.
Is beschikbaar.
Is haalbaar.
Wordt gepresenteerd.
Wacht.
Maar het komt niet door te doen, door te streven, door te bouwen, door te werken, door te volbrengen.
Niet door onze wil, onze kracht, onze gaven.
Maar door onszelf los te laten.
Toe te geven
Over te geven.
Te buigen.
Te openen.
Toe te laten.
Te laten gaan.
Te geloven.
Te beloven.
Door te baden in het Licht dat nog zal komen.
Weer zal komen.
Door te wachten op de morgen.
Te verlangen naar de Gever.
Door te zingen in de nacht.
Door te springen in de Oceaan van Liefde.
Op hoop, tegen hoop.
Hoop op zegen.
Hoop op leven.
Licht zal gloren.
Licht zal gloeien.
Licht zal groeien.
Licht zal heiligen.
***
Het leven wacht.
Maar het is al begonnen.
Het komt.
En het is al gekomen.
Het roept.
Maar het is al volbracht.
De duisternis die er was, is nooit meer hetzelfde geweest, toen het Licht werd geboren.
De toekomst die zal zijn, is geworden, ontstaan, begonnen, toen Hij is gekomen.
Wil je dat wel geloven?
Kun je dat aannemen?
Kom, verwonder je ... voor eeuwig.
Met Hem.
Gevangen in het Licht.
Dan zal het Licht jou ook verlichten, hoe langer hoe meer, van binnen en van buiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten