Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 20 oktober 2013

Vier de verschillen

Wij zijn een land van meningen. Liefst ongezouten. Maakt niet uit waarover. Ruim geventileerd. Ongenuanceerd. Ongecensureerd. Van dik hout zaagt men planken. Wat nou, tolerant?

Heel lang zijn we dat wel geweest, tolerant, maar misschien kwam dat wel doordat we, stevig afgeschermd, vertoefden in onze ommuurde en gekeurde zuilen van weleer. In slaap gesust door eenstemmigheid. Enkele weledelzeergestudeerde heren van stand vuurden af en toe wat wolligewoordenpijlen af naar elkaar, omdat het zo hoorde. Echt luisteren deden we wellicht toen al niet naar elkaar. Maar het bleef tenminste nog wel netjes en beschaafd.

Maar nu, nu lijkt ons niet-langer-nederige-land wel gek geworden van opborrelende mediahypes, ongecensureerde betweter-plagerijtjes, opgetrommelde-deskundigen-discussies en opgefokte vragen-in-de-kamer-stellende politici.

Een wirwar van meningen, die aan alle kanten botsen, in een poging om elke afwijkende uiting van een willekeurig hoofd-boven-het-maaiveld personage, wat niet voldoet aan het door linkse-elite-grachten-gordel-specialisten bedachte grootste-gemene-deler-ideaalbeeld, van ja-ja-echte-discriminatie te beschuldigen.

De grootste zonde, schande, misdaad van deze tijd.

Geschiedenis, hoe recent ook, is al lang vergeten of achterhaald, of wordt bewust genegeerd. Alle nuance of invoelingsvermogen ontbreekt. Oordelen mag, hard en ongegrond. Of beter gezegd, juist de grond in. Terug naar de diepte.

Want, we zijn allemaal gelijk, of je dat nu wilt of niet.

De kolder van het polderen ...
De terreur van het egaliseren ...

Hier is een periode aan vooraf gegaan. Een sluipende periode van langzame acceptatie van het abnormale ten opzichte van het normale. Een oprekken van grenzen van fatsoen en regels. Doden was geen doodzonde meer. Gedogen werd de mode. Want handhaving was niet langer te handhaven. Dacht men, in de onbedwingbare drang naar vrijheid en ongebondenheid.

En dus mochten echte problemen niet meer benoemd worden, want dat was achterhaald en ouderwets in moderne ogen. En dus moest het abnormale via lacherige televisie-clown-koketteerders aan de mens (m/v) gebracht worden,  c.q. door de strot geduwd worden. Want het was toch zo normaal om abnormaal te zijn. En men wilde toch zo graag gewoon gevonden worden.

Het ongelijk(e) werd vereffend en alles werd gelijk aan alles.

Alles werd mogelijk, gewoon, goed, normaal. De woelige zee werd gladgestreken, tot bedaren gebracht.

Behalve uiteraard als iemand weer zegt dat niet alles normaal is, want dan steekt binnen de kortste keren weer een storm van protest op, breekt de idealistische hel los, vanwege de toch wel zeer gevoelige achilleshiel. Kom niet aan onze zorgvuldig gecultiveerde definitie van normaal ...

En ondertussen vieren we de korte lontjes, zuipen ons lek, spuiten ons gek, hoeren en snoeren, spuien oververhitte reacties, blazen hypes op, snellen koppen, stellen vragen, starten onderzoeken, bestoken folklore, leggen gedogen vast in structuren en wetten, strijken plooien glad, halen bergen neer, storten polders vol.

Oké, oké, ik overdrijf, ik dik het aan, ik blaas het aan, ik fok het op.
Maar toch, oppervlakkigheid kent geen diepte en geen hoogte meer.

Er zijn namelijk helemaal geen grijze koeien ...
Ook al geloof je er nog zo heilig in.


Ze zijn lekker altijd zwart-wit.
Heerlijk bont.
Maar niet gelijk.
Niet hetzelfde.
Elke vlek is anders.
Zwart, zeker.
Maar de vorm verschilt.
Het aantal verschilt.
Grillige patronen.
Uniek en anders.

Ha.

Vier de verschillen.
We zijn niet hetzelfde.
We zijn allemaal anders.
Er is er maar één van ieder van ons.
Ieder-een.
Iedereen.
Allemaal.

De nuance is de gratie waarmee we onszelf onderscheiden en elkaar herkennen kunnen.
Hoe diep is die boodschap?
Hoe wonderlijk is dat in een tijd van globalisering en massaproductie van eenheidsworsten?
Het doet er toe dat we er allemaal toe doen.
Met onze verschillen.
In onze verscheidenheden.
Eigenaardigheden.
Kostbaar is dat, onbetaalbaar, onnavolgbaar.

Niet te polderen, die diversiteit.
Niet op één lijn te krijgen.
Uniciteit die niet in hokjes of vakjes is te plaatsen.
Waar geen uniform etiketje op geplakt kan worden.

De natuur schreeuwt het uit in haar veelkleurigheid en meervormigheid.
De hemel kleurt met hetzelfde licht elke dag anders.
Elk mens is uniek met zijn eigen kenmerken, geschiedenis, kennis, verwachting, netwerken en familie- en vriendenkring.
Alle kleuren van de regenboog.
Veelzijdige diamantenberg.
Geslepen door het leven.
Gekoesterd in het licht.
Absorberend.
Reflecterend.

Geworden uit een toverdoosje sterrenstof, heel bewust bedoeld, begiftigd met bijzondere gaven, vol van oplichtend leven en begeesterd met vurige adem.

Kom, doe normaal, vier die verschillen en moffel ze niet weg, benoem ze niet als een klompje willekeurige cellen.

Maar accepteer en respecteer elkaar.
Doe gewoon ...
Wees normaal ...

Luister naar elkaars verlangen en meningen.
Deel elkaars dromen.
Steek elkaars vuurtje op.
Koester elk spoortje van liefde.
Leer met elkaar te leven.
Breek de muren af.

En durf, heb het lef, toon de moed, te benoemen, wat te kort door de bocht is.
Te bombastisch.
Te egaal.
Doof de korte lontjes.
Bespreek wat a-sociaal is.
Loop niet weg voor wat kwaad berokkent.

Deel de liefde uit.
Strooi met handen vol.
Tegen beter weten in.
Uit bodemloze putten.
In koele, koude harten.
In hete hoofden.
In open, schreeuwend monden.
Over gebalde vuisten.

En dan nog wat.
Iets essentieels.
Niemand is volmaakt.
Er is geen ideaalbeeld.
Aan iedereen zit wel een vlekje.
Een gebrek.
Een afwijking.
Oneffenheden.
Een duistere kant.
Een onbegrepen zelfkant.
Een sluimerend monster.
Een anders-zijn.
We zijn nooit wie we hadden willen zijn.
We tonen wellicht niet wie we werkelijk zijn.
We hebben een gat in ons hart.
Een onvervuld verlangen.
Dat zullen we onder ogen moeten durven zien.
Moeten accepteren.
Om het te kunnen veranderen.
Te laten veranderen.
Over te geven.
Uit handen te geven.
Los te laten.
Te laten vullen.
Met genade, die niet verdiend is.
Met liefde, die geen grenzen kent.
Met hoop, die uitzicht biedt.

Daarom.

Verhef je stem, tegen de grijze koeien.
En strooi in overvloedige mate het evangelie van het weerbarstige zaad.
Klein, ongezien, onopgemerkt.
Van de veelzijdige, altijd weer andere genade van helende woorden in een smachtend mensenhart.
Van de voorzichtige boodschap dat kostbare tranen van de tijd eeuwigheidswaarde blijken te kunnen hebben.
Onooglijk zaad van kwetsbare liefde.
Dat bergen kan overzien, beklimmen, verzetten.
Bergen, die tot in de hemel reiken.


2 opmerkingen:

  1. Ik ben er stil van... Wat een schitterend blogje. Wat kan je het prachtig verwoorden over hoe onze samenleving tegenwoordig in elkaar zit.Als je het goed vindt zet ik binnenkort eens een linkje naar dit blogje in een van mijn eigen blogjes. Goed? Bedankt voor deze blog. Je hebt me er vol mee in mijn hart geraakt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dankje, Immie. En natuurlijk mag dat, een linkje kan geen kwaad, toch? Ik ga je volgen ... Groet.

    BeantwoordenVerwijderen