Als je de krant leest, weet je dat het leven kan worden ingehaald door de dood. In de overlijdensadvertenties, maar ook op de voorpagina en in de regionale pagina's lees je van oorlogen en ongelukken. En in elke familie is wel iemand die de krant niet haalt, maar ziek ligt te wachten op het moment van de dood. Het leven is eindig. Je weet het, maar al te vaak willen we het ontlopen, stoppen het weg, negeren het. Omdat het zo pijnlijk is. Zo tegennatuurlijk.
In de natuur loop je daar ook tegenaan. Zie je de dood om je heen, doodgereden vogels, vlinders langs de kant, vliegen en libellen in een spinnenweb. Eten en gegeten worden. Gisteren zag ik het weer en ik maakte er een foto van, wat ik normaal niet zo snel doe van dode dieren. Liever laat ik de schoonheid zien, de kleurenpracht, de intensiteit van het leven. De wonderlijke natuur, waar je een hand achter vermoedt.
Maar deze foto is wel heel beeldend.
Het wit van de vlinder, waar het leven kortgeleden uit is verdwenen, drijvend op het oppervlak van het zwarte water van de dood. Contrast. Levenloos. Onbewogen. Aangevreten door zwarte aaseters. Luguber. Afschuwwekkend.
Een roepstem die zwijgend aandacht vraagt. Want hoe dan ook zullen we er ook zelf mee worden geconfronteerd. Aan den lijven. En zullen we ons er mee bezig moeten houden. Ons er op moeten voorbereiden. Want het leven, hoe mooi en schoon, kleurrijk en positief ook, heeft ook zijn schaduwkanten.
Het leven is ook niet vrijblijvend. Wat aarde was, zal aarde worden. Onze laatste ademtocht zal de dood inluiden. Maar wat gebeurt er met onze ziel, onze persoonlijkheid, ons diepste ik?
Alles komt goed, zegt de onverbeterlijke optimist.
Alles is voorbij, zegt de nihilist.
We worden allemaal sterren aan de hemel, zegt de fantast, die in sprookjes gelooft.
We gaan toch allemaal naar de hemel, zegt de van de aarde onthechte zwever.
Tja, zegt iemand die is aangeraakt door de liefde.
Ik twijfel vaak genoeg en ik weet niet alles zeker.
Ik kan me er ook geen voorstelling van maken.
En als ik naar dat plaatje kijk, dan lijkt het wel of er geen hoop meer is.
Maar ik geloof ... ik weet zeker ... ik vertrouw erop dat niets tevergeefs is geweest in dit leven.
Dat alles een doel heeft gediend.
En dat er ook nog iets komt.
Iets ongekends.
Iets ongelooflijk moois.
Iets adembenemends.
Een nieuw lichaam.
Een ander leven.
Een eeuwigheid.
Een kijkje achter het gordijn.
Een ontmoeting achter de schermen.
Een antwoord op alle vragen.
Een aanschouwen.
Een vervulling.
Een altijd zijn zoals bedoeld.
Zonder pijn of zorgen, zonder ziekte of dood.
Volmaakte liefde.
Een sprookje?
Een fantasie?
Een oud en achterhaald verhaal?
Een illusie?
Nee.
Want niet ons geloof daarin is bepalend.
Maar de Eeuwige, die alles weet en alles kan, de Levende die Liefde is, de Weg die Waarheid heeft geleerd en eeuwig leven schenken wil, die heeft het beloofd.
Aan wie het geloven wil.
Aan die ervan weten wil.
Aan hen die zich willen laven aan levend water en eeuwig brood.
Aan hen die alles durven loslaten en zich over durven geven aan dat wat niet te zien is.
Nog niet.
Nu nog niet.
Aan hen die over de afgrond durven kijken, de zwarte dood, de blinde muur.
Aan hen die wachten willen, op het licht, van de nieuwe morgen.
Ingehaald door de dood?
Nee ...
Ingehaald door het leven.
Echte liefde.
Jezus zei: “De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.” (MatteĆ¼s 24:35)
Alle vlees is als gras en al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras; het gras verdort en de bloem valt af, maar het woord des Heren blijft in der eeuwigheid. Dit nu is het woord, dat u als evangelie verkondigd is. (1 Petrus 1 : 24-25).
Het woord van onze God houdt eeuwig stand. (Jesaja 40 : 8)
Wij zien niet op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig. (2 Korintiƫrs 4 : 18).
De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid. (1 Joh. 2 : 17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten