(geïnspireerd door een blogtitel bij Paul Abspoel's Vrijspraak)
In een land waar tegenwoordig alles bespreekbaar moet zijn, waar iedereen mag schieten op alles, waar alle dingen uit het verleden zomaar ineens discutabel zijn geworden, waar we bijna amechtig met zijn alleen in een keurslijf worden gedwongen van 'alles moet kunnen en iedereen is gelijk', en je aan de andere kant, meestal een dag in de week, heel strak in een keurslijf wordt gehouden van 'alles moet blijven als het was en laten we vooral niets veranderen' en allerlei zeer bekende en vertrouwde uitdrukkingen over je worden uitgestort, daar kan het wel eens wringen en botsen en spannend worden.
Laat ik het maar ronduit zeggen. Ik voel me in beide werelden niet altijd thuis.
Zo, dat is er uit. Eerlijk is eerlijk.
Ik weiger me te laten persen in een dwangbuis van de 'intolerante toleranten' van deze maatschappij, die het tot het hoogste ideaal hebben gemaakt om een heksenjacht te openen en tot het einde te volbrengen, op weigerambtenaren, zondagssluitingen, op-grond-van-het-enkele-feit-oordelende-schooldirecties of wat voor kolderieke eenzijdigheden dan ook. Natuurlijk, ik weet dat niet iedereen in God gelooft en naar de kerk gaat. Maar daarmee hoef je toch niet meteen alles weg te gooien wat daaraan herinnert en iedereen gelijk te maken aan elkaar?
Eenheid in verscheidenheid, dat lijkt me een christelijke leus, die ook voor een seculiere maatschappij kan gelden. Ieder heeft zijn eigen mening, zijn eigen vrijheid om iets te vinden en daar ook vorm aan te geven. Maar we moeten absoluut niet willen dat iedereen hetzelfde zou moeten willen.
De laatste decennia zijn al heel wat heilige huisjes gesloopt, overblijfselen van het 'ouderwetse van toen' gesneuveld, zonder reden dan dat we modern willen zijn. Daarnaast staat de wet op de godslastering elke keer ter discussie, evenals de vrijheid van onderwijs. De koningin, het onverdoofd slachten van dieren, noem maar op. Alsof we in ons land in een vakantietijd komkommernieuws aan het verzinnen zijn en niets belangrijkers te doen hebben.
Alsof er geen historie, geen cultuur is, waar we deel van uitmaken, die we met ons meedragen, waar we op voortborduren. Het fundament van onze gezamenlijke geschiedenis, waar we op verder bouwen.
Alsof kaalheid en rechtheid de nieuwe norm zou moeten zijn. Vlakheid en kleurloosheid. Neutraliteit en grijsheid. Want daarmee ligt onverschilligheid op de loer. De eenheidsworst van het communisme heeft nooit gewerkt, hebben we dat niet geleerd van China en Rusland?
Alle rituelen en symbolen schijnen weg te moeten. We lezen het in de krant, zien het op televisie.
En toch, als er iets gebeurt, een ongeluk, een catastrofe, een gek die een aantal magazijnen leegschiet op jonge mensen, of zoals vandaag bij de herdenking van 9/11, dan grijpen mensen toch telkens weer terug op die rituelen en symbolen. Er wordt gesproken met elkaar, gehuild, maar ook een kerk bezocht, kaarsjes opgestoken, overbekende woorden worden van stal gehaald en uitgesproken. Liederen gezongen. Gedichten gelezen. Psalmen geproclameerd.
Ze bieden houvast. Ze richten je aandacht. Ze bieden als het ware troost door hun symboliek. Door de traditie van eeuwen her. Ingesleten woorden komen weer tot leven. Symbolen, blijken te verwijzen naar notities, naar ideeën, naar gedachten die meer te zeggen hebben dan we dachten.
Er is hoop. Er is uitzicht. Er is liefde boven verdriet. En God, die we eerst weg hebben geredeneerd, ja, ook dat symbool duidt iets aan van ... van wat? We weten het niet, we roepen Hem aan, omdat het toch meerwaarde heeft. Omdat ...?
Ik wil niet beweren dat het onderbuikgevoelens zijn. Maar te beredeneren is het ook niet. Een laatste strohalm? Een krampachtig zoeken naar wat van waarde is? Wat blijvend is? Wat echt is? Twijfel, grote twijfel of er toch misschien een God zou kunnen zijn? Een echte God, iets Hogers, boven en buiten ons?
Of wellicht toch een schrale troost? Om een houvast te zoeken wat er niet is? Wat we denken dat er niet is. Waar we niet meer in geloven. Maar wat we ook (nog) niet los kunnen laten. Zo vrij, zo los van het verleden zijn we kennelijk ook nog niet.
Rituelen en symbolen hebben waarde. Daar ben ik van overtuigd. Niks zomaar weggooien dus. Hun waarde ligt niet in het symbool zijn, een teken, een herkenningspunt, een zichtbaar iets. Nee, ze verwijzen ergens naar, ze wijzen ergens naartoe, hun beeld is uitdrukking van een onderliggende betekenis en waarde. Het kruis op een kerk, dat is niet zomaar iets, het verwijst naar een gebeurtenis van tweeduizend jaar geleden, die een grote impact heeft gehad, en nog steeds heeft. Op de geschiedenis toen, op mensen van alle tijden, ook van nu. Jezus, die aan het kruis hing. Het was voorzegd, voorspeld, aangekondigd. Hij heeft er zelf meermalen naar verwezen, enkele jaren voor het feitelijk gebeurde. En nadien zijn er vele boeken volgeschreven over de vraag wat nu de betekenis ervan is (niet was). Wat heeft het ons nu te zeggen? En het laatste woord is er nog niet over gezegd.
Zo zijn er ook de doop en het avondmaal in de kerk. De katholieke kerk kent zelfs 7 sacramenten. Maar er zijn ook seculiere symbolen. Het anker als beeld van de hoop. Onze koningin als gezicht van de monarchie. Een klok als meetbare weergave van ons idee van de tijd. Een grafsteen op een begraafplaats.
Dat kun je dus niet allemaal zomaar wegpoetsen. Het heeft waarde als beeld, maar vertegenwoordigt ook een achterliggende waarde of waarheid.
Tegelijkertijd.
De wereld is in beweging, de samenleving is aan verandering onderhevig. Tijden veranderen. Taal fluctueert altijd, er komen woorden bij, andere krijgen een andere betekenis. En wij mensen, hoe dan ook, veranderen mee. Of we willen of niet. Of we het beseffen of niet.
Maar sommige kerken houden krampachtig alles vast. Alles blijft bij het oude. De taal moet dan maar uitgelegd worden. We zingen teksten uit 1773, alsof toen alles goed was, inhoudelijk en tekstueel. Muziek die uit melodie en ritme bestaat om muziek te kunnen heten, houden we mankerend, éénpotig, gehandicapt. Moedwillig. We luisteren drie kwartier naar één iemand die het beter zou moeten weten. We noemen het eredienst. In het huis van God nog wel. We noemen de woordbedienaar heer. Als het maar zuiver is. Volgens de leer. Als het maar aan verwachtingen voldoet. En allemaal in verschillende schuren. Met opgetrokken muren. Achter gesloten deuren. Gordijnen dicht. De aandacht gericht. We horen het bekende. Knikken ja, of schudden nee. Consumeren. Vrijblijvend. Onveranderd.
Ik chargeer ... ik geef het toe.
Maar ga me niet vertellen dat er geen discrepantie zit tussen die twee werelden. Waar de ene wereld doorschiet in alles loslaten wat van waarde is, verkrampt de andere in 'houden wat we hebben, omdat het altijd zo geweest is'.
En wat is beter? Wat is waarheid?
Ik denk geen van beide. Waar de ene wereld alles wat van waarde is weggooit, geeft de andere teveel waarde aan het al jaren bekende.
Want een symbool blijft een symbool. Een ritueel heeft in zichzelf geen waarde. Beide wijzen ze naar iets anders. Het zijn vormen voor waarden en woorden, die in het verleden bedacht zijn. Ze maken niet zalig, hebben geen pretentie, zijn het niet waard om voor te strijden en te vechten.
Waar het om gaat, uiteindelijk, ten diepste, is om de inhoud, hetgeen waarnaar verwezen wordt. Het gaat niet om logica, om regels, om structuren. Het gaat niet om veiligheid of zekerheid uit dingen, zaken, hekjes, muren. Het gaat zelfs niet om de waarheid.
Het gaat om God.
Die de Waarheid is.
Die de geest gaf.
Die de Geest gegeven heeft.
Die het Leven is, omdat Hij opstond uit de dood.
Die het leven gaf aan ons.
Die Liefde is.
Die de opdracht geeft.
Om te gaan, te leren, te dopen, te vissen, te volgen, te zaaien, lief te hebben.
Om er te zijn voor iedereen.
Ik herhaal: iedereen.
Hij.
En ik.
Samen.
Eén.
Wie kan dat niet beamen, die gelooft? Daarin vinden we elkaar. Hoe verschillend ook, hoe anders ook. Daarom zoeken we elkaar op. Blijven we geloven dat het nu al anders worden kan. Onder elkaar. Met elkaar.
Om samen sterk te staan. In vrijheid en verbondenheid.
Om één te zijn in een diep verlangen.
Los van structuren en vormen en rituelen en symbolen.
In christelijke vrijheid. Met een duidelijke opdracht.
Ga uit ...!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten