Stel.
Je wordt geboren. Als baby, schreeuwend het leven in. Je wordt gevoed, vertroeteld. Je slaapt een gat in de dag en houdt iedereen in je omgeving 's nachts wakker. Je lacht eens wat. Doet een boertje. Poept je luier vol. Op je rug en op je zij. Snurken, slapen, dromen. Vegeteren. Ondergaan. Je ontvangt liefde, warmte, kleren, voeding. In willekeurige volgorde.
Stel
Je bent jong. Je springt en dartelt. Speelt en kleurt. Leest in spannende boeken, doet wilde spelletjes, zwemt, fietst en rolschaatst. Je eet als een dijker. Je vecht als een tijger. Je lacht, je scheldt, je wordt ziek, je huilt. En tussendoor wordt je opgevoed, aangestuurd, gecorrigeerd, volgepropt. En je groeit maar door. En uitgeput val je aan het eind van elke dag in slaap. Nuttige oplading van de accu en ondertussen zorgeloze dromen.
Stel.
Je bent puber. Hoe meer je leert, des te onzekerder wordt je voor je gevoel. Gevoelens brengen je in verwarring, meisjes in verlegenheid. Af en toe weet je je met jezelf geen raad. Je schreeuwt je onzekerheid weg. Doet stoer. Of boos. Of trekt je terug. Stil. Of juist knetterhard de muziek aan. Nieuwe hobby's. Andere vrienden. Je groeit en verandert. Je zoekt wie je bent. Twijfelt aan alles.
Stel.
Het komt allemaal goed. Alle hobbels genomen. Tussen alle rotsen door gelaveerd. Verliefd, verloofd, getrouwd. Los van je familie, maar ook een familie erbij. Een huis om in te wonen. Geleerd of niet geleerd. Aan het werk. Een hobby. Een auto. Vrienden die blijven. Een sport. Een vereniging. Werken, overwerken, promoveren, ambities die groeien. Geld, macht, aanzien, bezigheden en bezittingen. Hijg. Puf. Leven. Ten volle. Uitgeput in slaap, elke dag, en met frisse moed weer opstaan. In de kracht van je leven.
Stel.
Je krijgt kinderen. Je verwondert je over het wonder. Snapt ineens iets van de cyclus van het leven. Geniet. Gelooft. Vecht. Voedt op. Corrigeert. Laat los. Je wordt weer opgevoed, gecorrigeerd. Vecht af en toe. Lacht, zucht, praat, discussieert, laat gaan, verbijt, wacht, ergert, praat opnieuw. Laat gaan. Zucht. En uitgeput val je in slaap. Of lig je juist te draaien. Onrustig. Hanewaken.
Stel.
Je mag gaan stoppen met werken. Genieten van het leven. Ongeschonden door alles heen gekomen. Min of meer gezond. Je hebt alles wat je wilt, in zekere mate. Het geld wordt wat minder, als je stopt. Maar goed. Je gaat steeds korter slapen. Je kunt nu meer gaan doen. En gek genoeg, je komt gewoon tijd te kort. Want je hebt nu tijd voor alle dingen die zijn blijven liggen en waar je nooit aan toe kwam. Je geniet. Omdat het kan.
Stel.
Dat je dat allemaal haalt. Er komt niets tussen. Je blijft gezond. Je weet dat dat niet altijd zo is. Er gebeuren genoeg dingen om je heen die laten zien dat het niet allemaal zo gewoon en vanzelfsprekend is.
Toch ga je op een dag dood. Of, om het netter te zeggen, je overlijdt. Je sterft. Het bestaan houdt op te bestaan voor jou.
Hoe dan ook. Verwacht of onverwacht. Langzaamaan of heel direct. Een ongeluk. Een ziekte. Gewoon op en uitgeput.
Het komt. Voor iedereen.
Stel.
Je kunt nog éénmaal omkijken, achteruit leven, alle hoogtepunten op een rij zien, alle ontmoetingen herbeleven, alle mooie momenten in een soort diashow voorbij zien komen.
Van een afstand. Objectief. Stil.
Stel nou dat dat zou kunnen.
Wat dan?
Wat zou er blijven hangen, wat zou je meenemen, wat zou dan belangrijk zijn? Echt belangrijk? Echt elementair. Echt alleen maar jij ...?
En stel nu dat je, na je dood, zou kunnen horen wat anderen over jou zeggen. Bij je begrafenis.
Zou dat dan een beetje kloppen met elkaar?
En nog dieper, zou dat ook kloppen met hoe Jezus naar ons kijkt, hoe God ons beoordeelt? Met wat er in de boeken over ons is bijgehouden?
Zo maar een vraag, die me bezighoudt. Vanmiddag weer naar een begrafenis geweest. Maar daar is geen begrafenis voor nodig. Je weet het. Je ziet het om je heen. Je merkt het bij jezelf.
Wat?
Dat we niet echt leven. Niet echt met deze gedachte in ons achterhoofd. Ja, soms, heel even staan we stil. Bij een begrafenis. Mompelen wat. Over voortleven in onze gedachten. Over hoe mooi het was. Of hoe moeilijk. Houden ons vast aan rituelen, zijn noodgedwongen een uurtje stil.
Maar meteen erna, een kopje koffie, een broodje erbij, en het geroezemoes van het leven barst weer los. Alsof er niets gebeurd is. Alsof we even moesten wachten voor de trein, noodgedwongen.
We ondergaan. We worden geleefd. We gaan maar door. Alsof het nooit op zal houden. Ons leven lang. We stoppen het weg. Het dringt niet door.
Maar stel ....
... stel dat ik jou nu, op dit moment, zomaar rechtstreeks, zou vragen ....
Stel dat ik dat durf.
Stel dat jij luistert. Of dit leest. Of het luiden van een kerkklok hoort. Of ook op een begrafenis staat. Of je verwondert over je familielid, dat nog zo lang, zo gebrekkig, zo tobberig, voortleeft.
Stel, dat het tot jou doordringt.
En dat jij mij hetzelfde vraagt. Nu. Zo af en toe. Soms. Als het nodig is. Als je denkt, ja, nu moet ik even, heel even, aan de noodrem trekken.
Even laten schrikken.
Stel, dat we dat samen zouden durven. Stel dat iedereen dat zou doen. Tegen elkaar. Met elkaar. Samen.
Zo af en toe.
Stel.
Nee, ga nou nog even niet slapen, niet uitrusten, niet dromen. Niet weglopen, niet negeren, niet verstoppen.
Stel nou dat het kon.
En het kan.
En het moet.
En je zou het moeten weten.
Je had het al lang kunnen aanvoelen.
Het is je al zo ontzettend vaak verteld.
Dan.
Ja, dan wat?
Zouden dan onze daden niet anders zijn?
Zouden we dan niet vaker stilstaan?
Zouden we dan niet anders bewegen?
Zouden we dan niet bewogen zijn?
Zouden we dan niet anders bidden?
Zouden we dan niet anders geloven?
Zouden we dan niet anders doen?
Zouden we dan niet dieper denken?
Zouden we dan niet vaker dromen?
Zouden we onze dromen niet vaker delen?
Zouden we delen wat we hadden?
Zouden we zijn wie we wilden worden?
Zouden we worden wie we behoorden te zijn?
Zouden we lachen en huilen en boos zijn?
Zouden we op weg gaan naar een onbekend land?
Zouden we vol verwachting zijn?
Zouden we kunnen?
Zouden we willen?
Zouden we gaan?
Zouden we komen?
Zouden we zijn?
Stel ... ?!
Wow, hier moet ik inderdaad eens over nadenken...
BeantwoordenVerwijderenPats, je stelt hier een aantal vragen die me de laatste weken al vreselijk bezig houden. De antwoorden zijn niet onverdeeld prettig. Conclusie: tijd om dingen in mijn leven te veranderen.
BeantwoordenVerwijderen