zonder
dat wij het zagen
werden wonderen
geweven
draadje voor draadje
gelopen
geklommen
gevallen
gevangen
weer begonnen
met eindeloos geduld
voltooid
wij worden
het pas gewaar
als ultralichte adem
van morgendauw
zich druppel voor druppel
maar in overvloed
hecht
als reflecterend hemellicht
op tere materie
zo
haast onopgemerkt
met veel geduld
werkt onderhuids
en tegendraads
de liefde
van een geest
die niet van wijken
weten wil
tot het moment
dat de bron
van licht
zal openbaren
wat blijvend is
en waardevol
en tot glorie
van de oorzaak
Geen opmerkingen:
Een reactie posten