Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 10 maart 2013

Verborgen echo's

Soms leef je het leven ongemerkt en onbewust van diepere levensvragen, omdat het te gevuld, te chaotisch, te adembenemend is. Je wordt nadrukkelijk bezig gehouden. Of je bent het zelf die diep wegduikt in op zich goede zaken en activiteiten. Die alle aandacht opslokken. Alle reflectie blokkeren. Die je geen gelegenheid bieden om even stil te staan, adem te halen en een ogenblik te verinnerlijken. Soms snak je ondertussen ongemakkelijk naar stilte. En ontloop je het tegelijkertijd.

Soms leef je je leven als vanzelfsprekend, accepteer je de dingen die je ziet als al het belangrijke wat voorhanden is, ga je er vanuit dat het normaal is dat je lichaam blijft functioneren, dat alles elke dag doorgaat, dat het licht schijnt. Elke hartslag klopt, elke ademteug vanzelf gaat, vluchtig het lichaam in en uit, de atmosfeer uit en in.

Soms lees je al het nieuws wat zich aan je geest voorschotelt, duik je in verhalen en wetenswaardigheden, blijf je nieuwe dingen ontdekken, die de moeite van het lezen waard zijn. Soms is er geen eind aan ontdekkingen en onthullingen. Is schoonheid en waarheid en werkelijkheid een bord vol juwelen en edelstenen die zich voor je neus bevinden, brokjes licht en diepe verzinsels en reflecties ervaring. Geen einde aan diepte, geen grens aan de hemel.

Maar soms hapert het leven even. Of je lichaam. Of staat de trein stil. Blijft het lang donker. Moet je ergens tergend lang op wachten. Hecht zich zomaar verdriet of teleurstelling aan je gevoel. Ga je alles om je heen met andere ogen bekijken. Soms vind je een verwarrende vraag tussen alle antwoorden in de encyclopedie van maakbaarheid en wetenschappelijke vergezichten. Soms fluistert het leven even achteloos over de dood. Raakt een lied zomaar je hart. Merk je dat je iemand vergeten bent te bezoeken. Besef je ineens dat je vergeten bent om lief te hebben wat zo dichtbij was.

Soms overvalt de vraag je, of je wel echt leeft. Of je wel werkelijk beseft waar het om draait in het bestaan. Soms glipt alles waar je waarde aan hecht, als zand tussen je vingers weg. Soms kijk je in de ogen van die ander, die je ontmoet, even raakt zijn leven het jouwe en dringt het pas goed door dat het leven niet altijd maakbaar is en draait om uiterlijk, vrolijk of druk doen en schone schijn.

Soms vallen alle van buiten geleerde antwoorden even gewoon stil. Te leeg, te goedkoop, te nietszeggend. Sta je alleen in een cirkel van eenzaam licht. Duisternis rondom. Zwijgend. Aarzelend. Dringt de vraag zich op of we niet allemaal leven in een nepperig kitsch-leven, een goedkope film. Of we niet onderduiken in oppervlakkigheid, vluchten in tastbaarheid. Alles wat waarde heeft, negeren. Langs de afgrond van het echte leven wandelen, gehecht aan de berg van optimisme. Struikelend over brokken eenzaamheid springen, achterblijvers over het hoofd ziend.

Soms moet je wel. Onder ogen zien. Wordt je geconfronteerd met de harde werkelijkheid. Heeft toneelspelen geen zin meer, geen waarde, geen recht van bestaan. Dan moet je wel zwijgen, ondergaan, doorworstelen. In de spiegel van het leven leren kijken. Vallen alle zelfgebouwde kastelen van logische systemen als een kaartenhuis op straat. Hou je zelfs geen goedkoop karton meer over om in te kunnen schuilen. Valt het leven in striemende druppels op je huid. Ervaar je dat pijn ook een gevoel is, een moeilijk te ontlopen aspect van de werkelijkheid. Niet te bagatelliseren of te ontkennen, niet weg te wuiven of te redeneren door mooie woorden.

Maar juist in die kaalheid, die naaktheid, als je snakt naar antwoorden, als alle zekerheden lijken weg te vallen, dan lijkt er een groot niets over te blijven, een diep, zwart gat.
Want God is dan zo ver weg.
Zo weg.
Zo niet aanwezig.
Zo niet bestaand.
Hij houdt zich verborgen, verstopt.
De duisternis lijkt compleet.
De weg terug naar wat men het echte leven is gaan noemen, lijkt geblokkeerd.
Geen uitweg, geen glimp van licht.
Een koperen hemel.
Een dichte deur.

Maar is dat ook zo?

De filosofische vraag, die een existentiële vraag is geworden, waar is God, omdat het direct aan ons leven raakt, die kan niet oppervlakkig, wetenschappelijk of logisch verklaard of beantwoord worden.
Die heeft niets met zichtbaarheid te maken.
Zelfs niet met antwoorden op moeilijke vragen.
Maar allereerst met jezelf, je eigen bestaan, je oorsprong, existentie.

Wie ben ik?
Waarom ben ik er?
Wat doe ik hier?
Wat is het nut van leven?
Het doel?

En omdat je daar nooit, zittend op een diepzinnige steen, zelf uit kunt komen, ga je zoeken. Graven. Grijpen. Jagen. Naar de generaties voor je en wat zij hebben geschreven. Naar tijdgenoten met inzicht en wijsheid, grijsaards met claims op de waarheid. Naar filosofen met speculatieve vragen. Naar instituten die zeggen antwoorden te hebben. Maar de verwarring wordt almaar groter, je verzuipt in de veelheid aan woorden. Je staat nog steeds in de kou van niet-weten.

Het is verborgen.
Het is ongrijpbaar.
Het ligt niet voor het oprapen.
Het verdwijnt achter de horizon, als je er denkt vlakbij te zijn gekomen.

En toch wil je meer.
Wil je verder.
Voel je de onrust van binnen.
Wil je weten.
Wil je zien.
Zou je willen geloven.
Als je zeker zou weten.

God.
Is een mysterie.
Altijd.
Verstopt zich.
Laat zich niet grijpen.
Niet claimen.
Niet vastleggen.
Niet ommuren, omkaderen.
Niet in een waarheid proppen, in een afgekaderd doosje wijsheid.
Want Hij verbergt zich.
Bewust.
Onttrekt zich aan onze tastbaarheid.

Hij is te groot.
Te onbevattelijk.
Te overdonderend totaal.

We zouden het niet aankunnen.

En toch.
Toch telkens weer.
Laat Hij sporen achter.
Roept Hij in zachte fluisteringen.
Ritselt Hij met zijn aanwezigheid.
Klinken er echo's ver weg.
Zie je het water rimpelen.
Ontglipt Hij in onze ooghoeken.
Knipperen we met onze ogen voor licht dat verdwijnt.
Als flakkerend kaarslicht.
Horen we bijzondere dingen in de wind vertellen.
Zonder woorden.
Hoor je verhalen die raken.
Bijzondere geschiedenissen.
Verwarrende ontmoetingen.
Aanrakingen.
Stemmen die lang na blijven klinken.
Een wee gevoel dat doet vermoeden.

Echo's.
Verborgen echo's.
Beloftes.
Vermoedens.
Heimwee, dat wordt opgerakeld.
Verlangen, dat wordt geboren.

Niet te negeren, niet te ontkennen, niet te ontlopen.
Niet te zien, niet te begrijpen.
Maar wel degelijk te ervaren.

Het wachten waard.

Zoals het licht niet is te vangen of te ontleden, te herleiden naar de bron.
Maar wel haar stralen zendt die zijn te ervaren.
En die al het zijn onthult in zichtbaarheid.
Zo is de liefde.
Onverklaarbaar.
Niet bewijsbaar voor de meter en de ontleder.
Maar wel te ervaren, te vermoeden, te ondergaan, te beleven.

Zo.
Zoals het licht.
Zoals de liefde.
Zo is God.
Niet te claimen of te maken, te kneden of te ontleden.
Niet in een vorm vast te leggen.

Maar wel groots en onnavolgbaar.
Overweldigend als je ervoor openstaat, als je je gewonnen geeft, als je toelaat dat Hij zich openbaart in afstandelijkheid, als je beseft dat wonderen zich van buiten de werkelijkheid aan onze werkelijkheid onthullen.

Luister.
Luister naar de verhalen.
Verhalen die raken.
Ervaar de stilte.
Proef de woorden van oude tijden.
Het gaat niet om het begrijpen.
Het gaat om de liefde, het leven, de oorsprong, het doel van het bestaan.

Vang het licht.
Noem Zijn naam.
Jaag naar de wind.
Onderwerp je ziel.
Koester de woorden.
Hoor het lied.
Zie de wolken drijven van de tijd.
Kniel vaker verbaasd in de natuur voor het wonder van het ritme van de seizoenen.

Wacht.
Vol geduld.
In de winter.
Vol beloften.
Midden in de kaalheid.
In het donker.
In de kou.

Bid.
Met eerbied.
Met verwachting.
Met hoop.

Geloof in de zomer.
In het licht.
In de bloei.
In de bron van het water.
In de liefde.

Ook als het nacht is.
Zoek naar de sterren.
Luister naar stille ritselingen.
Ontwaar de verborgen echo's.
Van het leven.

Geef je gewonnen.
Dicht de gaten.
Kom over de brug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten