Ik schreef er eerder over, over een treurwilg die stil staat te treuren in de regen van droefheid.
Vandaag zag ik hetzelfde wonderlijke verschijnsel, maar in een andere vorm. Het vocht van verdriet dat zich door een open kanaal door de boom, druppel voor druppel een weg zocht, werd door de nachtelijke vrieskou een echte ijspegel. Opgesloten gevoel. Gestold heimwee. En de ijspegel, die zich traag en bedachtzaam aan het grofbonkige uiterlijk, de stoere buitenkant, hechte.
Gegroeid in het donker. Gevormd in het duister.
Maar daar door de hogere temperatuur, van het prille licht dat om een hoekje keek, liet hij langzaam, druppel voor druppel weer los.
En ik?
Ik kon niet troosten.
Kon er niet eens bij.
Ik zag het.
Nam het op.
Stapte van de fiets.
Legde het vast.
Deel het nu met de wereld.
Met de ogen van jouw hart.
Zie je de tranen?
Voel je de pijn?
Zul je opmerkzaam zijn?
Kun je meevoelen?
Zul je samen zwijgen, als het nodig is, als je het ziet?
Je stap vertragen?
Meedragen?
De tranen vangen in de fles van je ziel?
Mooi!
BeantwoordenVerwijderen