We hebben ooit iets afgesproken, waarbij het jaarritme bepalend was, samen met het aantal keren dat de maan zijn loop van verandering ondergaat. En dat hebben we in kleine stukjes hanteerbaarheid geknipt.
Wijsneuzerig, maar volkomen willekeurig. Zestig seconden in een minuut, zestig minuten in een uur. Vierentwintig uren in een dag. Driehonderd vijfenzestig dagen in een jaar. Een schrikkeltje af en toe voor de noodzakelijke opvulling. Zo denken we tijd objectief en meetbaar te kunnen maken.
Maar wat is tijd? Tijd is een continu verschuivend heden, tussen het
verleden dat voorbij is en de toekomst die nog staat te gebeuren. Tijd
is relatief. Staat altijd in relatie tot iets anders. Een uiterst boeiend begrip voor filosofen.
Maar
tijd wordt altijd subjectief ervaren. Het lijkt of je maar een seconde geslapen hebt, maar in werkelijkheid was het uren. De tijd in je jeugd leek heel wat trager te
verlopen als de tegenwoordige tijd. Waarin zo verschrikkelijk veel moet. En wel
meteen, stante pede. Het leven lijkt een continue tredmolen van bezigheden en
plannen uitvoeren, werkzaamheden en hobby's, verplichtingen en agendamatige
vullingen.
Soms,
af en toe, zomaar opeens, kan de tijd als het ware even stil gezet worden. Voor je
gevoel dan. Pas op de plaats. Omdat er iets onverwachts gebeurt. Niet gepland. Een ongeluk, een
heftige boodschap die jou of je familie direct aangaat, zorgt er voor dat al het
andere in een ander daglicht komt te staan. Niet-noodzakeljk en niet-belangrijk.
Tijd wordt relatief, betrekkelijk, staat daadwerkelijk stil of wordt uitermate vertraagd.
Maar
eigenlijk gebeurt er helemaal niets, heel lang blijft het heel rustig.
Afwachten. Zitten. De tijd uit zitten. Zitten en verzitten, wachten en
verwachten, hopen en vertrouwen, in het onzekere verkeren, continu malen met je gedachten. De tijd
verstrijkt tergend langzaam. Terwijl je zit te bedenken dat je anders al veel meer had gedaan. Had kunnen
doen. Zou moeten doen. Zelfs dan, op zo'n moment.
Is
de tijd dan nutteloos geworden?
Nee, hoogstwaarschijnlijk niet. Juist intenser en
gevulder. Veel wezenlijker. Veel bepalender. Er hangt veel van af, welke
uitslag er komt, welke actie we nu moeten gaan doen. We zouden zo graag iets willen doen,
maar we kunnen niets, zijn afhankelijk van anderen, van een uitslag, van een
gesprek. Daarom duurt wachten zo ongelooflijk lang. Tikken
de seconden zo tergend langzaam weg op de klok van het leven.
Het kan zomaar gebeuren dat deze tijd heel intensief beleefd wordt, omdat je
met je familie door een proces moet. Een louteringsmoment. Een beslissende fase.
Er een bepalende keuze gemaakt en toegepast moet worden. Een weg moet worden
ingeslagen, die gevolgen kan hebben.
Relatieve
tijd wordt dan zomaar relevante tijd. Tijd die er daadwerkelijk toe doet. Niet alleen omdat er belangrijke acties of handelingen verricht moeten worden, maar ook omdat de
banden van liefde worden opgemerkt, blootgelegd.
Ontdaan van alle franje, wordt
de kern openbaar gemaakt. Aan het licht gebracht. De rust is bepalend voor de
ontlading. Het zwijgen geeft de essentie weer. Het moment is een blik in de
eeuwigheid geworden. Heel bepalend. Cruciaal.
Een kruispunt in de tijd.
Een aanraakmoment.
Een omhoogkijkogenblik.
Een verdiepte zucht.
Een woordeloos gebed.
Een met-andere-ogen-leren-kijken-tel.
Een stilzit- of stilzetmoment.
Kostbare tijd.
Relatief ja. Relevant, zeker.
Revealing, zeggen de Engelsen, of revelation.
Een openbaring.
Een onthulling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten