Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

vrijdag 7 juni 2013

Een nieuw lied

- Wat is er mis, met wat er al is?
- Niets ...
- Wel, wat wil je dan?
- Wat is er mooier dan aan de wieg staan van een pasgeboren lied?
- Alles is toch al gezegd? Alles is al ooit bezongen. Er zijn geen onontdekte woorden of ongebruikte noten meer.
- Het licht is anders op de dingen zonder naam. Het kan altijd dieper, beter, mooier. Woorden en muziek zijn zo ongrijpbaar.
- Ongrijpbaar ja, dus waarom zou je het proberen?
- Het is een drang, een drive, misschien wel het wezen van de mens, om zich uit te drukken in taal, in muziek, in expressie. Om gevoelens te verwoorden, te bezingen, dat wat hem van binnen beroert, uit te dragen. Als een troubadour. Herkenning op te roepen, aan te spreken, te vervoeren, mee te dragen, mee te lijden. Van heel diep tot heel hoog. De hemel te bestormen, de nacht te verdrijven. Verlangen te benoemen.
- Je bent een vreemde snuiter ...
- Zing jij nooit dan?
- Zeker wel, maar ik hou het bij wat ik al ken. Vertrouwd. En ook ontroerend. Eén enkele noot en alle herinneringen en gevoelens van toen, lang geleden, komen naar boven. Ik herken. Ik herbeleef.
- Maar wat nu bekend is, is ooit ook nieuw geweest ... Je hebt het moeten leren, de woorden, de melodie. Dat heeft toch ook tijd gekost? En je leven heeft zich er rondom genesteld, maar het nu ook ingekapseld. Niet alles wat nieuw is, hoeft verkeerd te zijn, toch?
- Nou, voor mij hoeft het niet zo nodig. Al die veranderingen. Al die nieuwigheden. Al dat onbekende. Het kost mij te veel moeite en het voegt niets meer toe.
- Ach ... Elke weg is ooit begonnen met iemand, die de eerste stappen durfde zetten naar een onbekend gebied. Die het lef had om even buiten zijn eigen territorium te stappen. Kijken wat er buiten is. Zien wat er van komt.
- Ja, dat waren de waaghalzen. De doeners. De stoere ontdekkingsreizigers. Mij niet gezien.
- Nee, dat was de enkeling, die verder durfde kijken dan de rest, voorbij het bekende, het vertrouwde. De nieuwsgierige, de onrustige, de gedrevene. De dromer, die stappen wilde zetten in het onbekende land. Wat er ook van komen mocht.
- Het ver-dwaal-land ....
- Nee, het net-zo-goed-land, maar wellicht-wat-anders-land. Het vele-ver-gezichten-land ...
- Misschien, maar dat wist hij niet van tevoren.
- Dus ... daar kun je dan toch alleen achter komen, door te gaan, het te onderzoeken, te ondervinden, te ontdekken?
- In het wilde weg proberen.
- Met vallen en opstaan, wellicht .... Maar alleen door het zonder vooroordelen en open tegemoet te treden.
- Jaja, je kunt het mooi brengen.
- Luister dan, ook de vogels rondom ons zingen ...
- Elke dag hetzelfde liedje.
- Nee, dat denk je, dat lijkt zo, omdat wij anders luisteren. We spreken de taal niet. We horen de intonatie niet, het ritme dat afwijkt, het gevoel dat er achter schuilgaat.

Het blijft even stil tussen de beide mannen, ze luisteren met opgeheven hoofd naar de vogels, hoog in de bomen, voor het oog verborgen. De wind ritselt weer een ander lied door de beweging van de bladeren. Het zinderen van de zomerwarmte ligt als een decor van geluid te broeien achter de verkoelende schaduw van het bladerdak.


- Ze zeggen zonder woorden: 'Zingt de Heer een nieuw lied ....'
- Ja, die ken ik wel. Ook mooi.
- Ooit geprobeerd?
- Wat?
- Een nieuw lied te zingen ...?
- Haha, nu heb je me tuk.
- Nee, echt, ik meen het. Heb je het ooit geprobeerd?
- Ach ...
- Ja?
- Wel, zeker, ooit. Vroeger. Heel lang geleden.
- Jij?
- Ja .... Piano gespeeld. Geprobeerd. Gemijmerd.
- En?
- Alleen, alleen maar alleen, zonder dat iemand het hoorde ... Gezworven. Gepingeld. Gedroomd. Voor mezelf.
- Maar ...
- Ik kon niet zo ver reiken ....! Wat ik wilde, kwam er niet uit. Ik beheerste de techniek ook niet goed genoeg.
- Jammer ... Maar het betekent dus wel dat je het verlangen ooit hebt gekend, herkend?
- Als je het zo bedoelt, misschien wel ja.
- Ha! Ik zeg niets ...!
- Dromen zijn zo ongrijpbaar, zo mistig, zo vaag.
- Dromen houden je juist wakker. Levend. Waakzaam. Alert. Verlangend. Ze tillen je op. Ze zijn het bewijs dat er meer is dan we zien en tasten kunnen.
- Maar ze spatten toch telkens weer als zeepbellen uit elkaar.
- Zelfs zeep geeft mooie kleuren, die ons weer herinneren aan de regenboog van beloften.
- Ze bieden geen houvast.
- Ze vertegenwoordigen schoonheid, kunst, heimwee, hoop, geloof. Dat gaat uit boven houvast. Wij kunnen het niet beet pakken, maar het houdt ons wel in de greep, trekt ons boven de modder uit van het dagelijks bestaan.
- Maar je krijgt het nooit kado.
- Zeker niet. Het is een worsteling. Het is zoeken, tasten, jagen, stamelen, durven, struikelen. Het is een strijd, die je de adem kan benemen. Maar soms, die ene glimp, de onverwachte melodielijn, de woorden die zomaar op hun plaats vallen, dat maakt de worsteling de moeite waard.
- Zou je denken?
- Zeker weten, het is scheppingskracht, inspiratie, iets uit niets, vangen wat uit het ijle neer dwarrelt en zo makkelijk vertrapt kan worden, genegeerd, over het hoofd gezien. Het is koesteren wat je wordt geschonken. Luisteren naar wat op je wacht.
- Je bent gedreven, hè?
- Gedreven? Ja, misschien kun je het zo noemen. Geestdriftig ..? Ik weet het niet. Maar ik denk dat we deze gave van onze Schepper hebben gekregen, en dat we die potentie veel te weinig benutten. Oefenen, proberen, ontwarren, ontdooien, fouten durven maken, grenzen opzoeken, onbekend land betreden, luisteren, wachten, graven, ons laten leiden door stilte en sturing, verlokking en verwondering, vulling en voldoening.
- Geloof je?
- Ja, echt. Geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Wat zou dat anders moeten betekenen?
- Hmmm ...?!
- Als je op weg durft te gaan, dan kun je tot de verrassende ontdekking komen, dat er al een weg loopt, een pad gebaand is. Dat die weg zich als het ware opent, ontvouwt, voor je neus wordt uitgestald. maar je moet wel gaan, de eerste stap zetten, in vol bewustzijn, op hoop tegen hoop.
- En dan?
- Naar een onbekend land. Volhouden. Stug doorgaan. En soms breekt het licht door. Laait het vuur op. Heb je een uitzicht. Komen er woorden.
- ... Zing je een lied ...?
- Een nieuw lied, ja, een onbekend lied.
- Een zucht in de wind.
- Een vlaag liefde ... Een hint vanuit de eeuwigheid. Een kijkje achter het gordijn.
- Je bent helemaal lyrisch, man!

Een diepe zucht. Handen die omhoog reiken, graaien, draaien. Nog een zucht. Schouderophalen.

- Aangeraakt, misschien?

Een wachtend zwijgen legt een deken van omfloerst heimwee over het vallen van de avond. Het licht tempert langzaam en verglijdt in een vergrijzende schemer, waar de laatste kleuren uit weg sijpelen. Dan, na een lange tijd van stilte, ieder verzonken in eigen gedachten, begint in de verte een vrouwenstem klaaglijk te zingen. Een onbekend lied. De woorden zijn niet te verstaan.

De beide mannen kijken elkaar veelbetekenend aan en een glimlach krult om hun beider lippen. Ze luisteren aandachtig en met opgeheven hoofd. Het duurt minutenlang en ze herkennen na verloop van tijd de melodie van het refrein, neuriën zachtjes mee. Knikken naar elkaar, als het voorbij is, geven elkaar een hand en staan op om te vertrekken, vóór de nacht zal vallen.

1 opmerking: