Heb dank, voorbijganger ...
Dat je een momentje neemt om in mijn luchtige domein te vertoeven.
Even te proeven.
Even te verwijlen.
De stilte op te snuiven.
Tussen de woorden door te schuifelen.
Te mijmeren bij de beelden.
Ja, ik ben er ook, in de stilte van mijn geluidloze uitingen.
Tussen de vluchtigheid van het internet.
Ik bouw er elke dag, met liefde, aan de verwondering.
Ik zucht tussen de zinnen, ik geef betekenis aan het leven.
Ik zwoeg met vormen, om inhoud overdraagbaar te maken.
Ik koester momenten en berg ze op, voor later.
Ik bouw monumenten van de dag.
Ik deel ontmoetingen.
Dag wandelaar, wat fijn dat ik je hier ontmoeten mag.
In zwijgzaamheid.
Gluur maar gerust wat rond.
Het staat er voor.
Struikel niet over de woorden.
Aan muren hangen de tedere momenten.
Door de ramen kun je vergezichten zien.
Er is geen dak, zodat je de wolken kunt volgen.
En de hemel kunt zien.
Het licht van de sterren.
Wees maar niet bang, geduldige bezoeker.
Ik jaag je niet weg.
Neem maar gerust je tijd.
Voel wat ik deel.
Deel wat je voelt.
Het mag, als je wilt.
En wil je niet, ook goed.
Geen punt.
Ik waardeer je komst.
Dat je ogen het zien.
Dat je hart er van tikt.
Dat je ziet wat ik zie.
Dat je voelen wilt en verdragen.
Durf maar.
Het leven is al zo vluchtig.
Zo donker ook, af en toe.
Ik weet het, jij weet het.
Pluk maar, de dag, vandaag.
Hij is kostbaar, ook al is hij dan zomaar voorbij.
Een geschenk, een kans, een weg, een mogelijkheid.
Heb dank, beste voorbijganger.
Dat je bent geweest.
Het was me een waar genoegen.
Ik waardeer je komst.
Al blijft het een raadsel.
Ik bedoel, dat je bent gekomen.
Ik bedoel, dat ik hier huis.
In mijn eigen luchtkasteel.
Een huis van verwondering.
Een wandelroute vol weelde.
Aan woorden en beelden.
Aan kleuren en licht.
Aan wonderen, die de aarde bevolken.
Aan leven, dat tussen de regels door druipt.
Gegroet, vreemdeling, ga met mijn zegen.
Driehonderdduizend anderen gingen je voor.
Dat is mooi.
Dat is rijk.
Dat is al een wonder op zich.
Dat ik dat mag beleven.
En dat de inspiratie mij drijft.
Mij van liefde voorziet.
En van ijver.
Dat ik zien mag.
En beleven.
Dat ik zijn mag.
Compleet.
Driehonderdduizend bezoekers.
Dat is toch niet te geloven?
Te bevatten?
Te voorzien?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten