Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 24 juli 2016

Verwonderwereld



Zeg.
Luister eens.
Beste vriend.
Die ik niet goed ken.
Geachte vreemde.
Die ik in veel herken.
Eenzame zwerver.
Langs heg en steg.
Die ik al dwalende ontmoet.

Sorry.
Dat ik je aanspreek.
Althans, het woord tot je richt.
Op doods papier, maar welgemeend.
Je aandacht wil vragen.
Voor eventjes maar.
Ik ben namelijk niet zo'n spreker.
Normaal zou mijn pad het jouwe kruisen.
En zouden we ieder weer verder gaan.
Dag na dag.

Sta heel even stil.
Kijk om je heen.
Zie je het wel?
Ik bedoel.
Je leeft wel.
Je doet wat je doen moet.
Het gaat zo zijn gangetje.
Maar voor je het weet, ben je oud.
Leef je wel echt?
Het is geen verwijt, weet je.
Het is meer een vraag.

En ik?
Ik zit er zo vol van.
Ik ben er zo druk mee.
Met indrukken van het schone.
Met woorden die mij raken.
Met verhalen die er toe doen.
Met het diepe en het hoge.
Met deze hele verwonderwereld
Dat ik wel eens vergeet te leven.
Ik bedoel, voor ik het weet, ben ik ook oud.

Daarom.
Goed dat ik je tref.
Snap je wat ik wil zeggen?
Ik weet het zelf ook niet zo goed.
Misschien schrijf ik het daarom wel op.
In de hoop op beter weten.
Een kiertje licht door het gordijn.
Te midden van de chaos waarin we leven.
Of wordt je daar juist niet bang van of onrustig?
Ga je gewoon je eigen gang?
Over het paadje van elke dag?

Weet je.
Ik heb de nacht gezien.
De inktzwarte nacht.
Ik heb geroken aan de dood.
Heel even, heel hard.
Deel van mijn leven.
Voor altijd.
Maar.
Ik heb ook het licht mogen zien.
Heel vreemd en ver, maar ook mooi licht.
Van boven, van buiten, van elders.
Uitgaand boven deze verwonderwereld.

En sindsdien.
Kijk ik anders om me heen.
Naar elke dag.
Naar iedereen.
Naar boven, naar buiten.
En naar binnen.
Een beetje anders.
Een beetje milder.
Een beetje meer met open mond.

Want.
Ik herken de wonderen.
Het bijzondere.
In het alledaagse.
In gewone mensen.
In jou en mij.
In de dingen.
In het licht van de dag.
In de wind en het water.
In vroeger en later.
Maar vooral in het nu.
Van vandaag.
In de adem.
In de ogen.
In de klop van een hart.

Ik zoek er hardnekkig woorden voor.
Ook al schiet ik te kort.
Ik voed mijn verlangen.
Ik koester mijn hoop.
Ik stook het vuur op van het leven.
Ik zoek er beelden bij.

Ik wandel en worstel met God.
Want God is weliswaar niet aan te raken.
Hij woont niet tussen het schone.
Hij dwaalt niet tussen het ware.
Hij deelt de liefde niet uit als geld.
Hij is niet te zien of te horen.
Ons tekort deed Hem zich terug trekken.
Hij houdt zich verborgen.
Hij is niet hier.

Maar.
Hij laat wel zijn sporen na.
In de harten van de mensen.
In de handen die delen.
In de wereld om ons heen.
Zijn schaduw.
Zijn voetstap.
Zijn wonderen fluisteren elke dag.
Zijn woorden gaan al eeuwen mee.

Zie je het?
Zie je het ook?
Daar tussen het gras van het alledaagse.
Daar op de weg van elke dag.
Daar in het brood en op het water.
Daar tussen de brandende struiken.
Daar boven de wolken uit.
God, als de vluchtige, als de voorbijganger.
Als de wolk in het voorbijgaan.
In een oogwenk.
In de stilte.

Ja.
De wereld is gebroken.
In duizend stukken verdeeldheid.
In tomeloos tekort.
Het goede en volkomen.
Ondergesneeuwd door het verkeerde.
Ontoereikend.
Zonder wezen.
Schromelijk verweesd.

Weet je.
Hij liet het er niet bij zitten.
Ook al kozen wij de andere kant.
De schaduwkant.
De eindigheid.
De dood heeft niet het laatste woord.
Hij gaf zich gewonnen.
Hij trad binnen in onze werkelijkheid.
Ons eindige, hulpeloze, eenzame plekje.
Hij werd mens zoals wij.

Jawel.
Leven.
Ging de dood in.
Heel alleen.
Voor mij.
Voor jou.
Voor ons.
Voor samen.
Voor altijd.

Sinds ik dat weet.
Sinds ik dat zie.
In vergezichten.
In tomeloze dromen.
In visies van de toekomst.
In woorden die ik niet kan vertellen.
In beelden die mijn ogen niet kunnen verdragen.
Zoek ik er naar.
Met een groot verlangen.

Naar fluisteringen.
Naar korreltjes zout.
Naar levend water.
Naar emmertjes licht.
Naar boeken vol kleuren.
Naar woorden vol hoop.
Naar stof van de eeuwigheid.
Tussen de regels door.
Verder dan de horizon.
Maar dichterbij dan ik denk.

En ik herken.
Ik herken.
Zo veel.
Zo vaak.
Zo diep.

En ik wil ervan proeven.
Woorden van diepte.
Beelden van verwondering.
Klein en groot.
Tussen de woorden horen van mensen.
Harten proeven.
Leren luisteren naar de sterren.
Kleuren drinken van de bloemen.
Meevliegen met de vogels tussen de wolken.
Rennen naar het licht.
Ik wil huppelen.
Ik wil vrij zijn.
Ik wil mij binden aan banden van vurige liefde.
Ik wil wonderen delen en vermenigvuldigen.

Wie ben ik?
Wie mag ik zijn?
Hoe kan ik groeien?
Wat kan ik zoeken?
Wat zal ik vinden?

O, hou me vast.
Met mijn benen op de aarde.
Voor ik wegvlieg.
O, laat me los.
Ik pas niet meer tussen vier muren.
Ik wil vrijheid, ik wil lucht.
Ik wil leven.
Ik wil hier en nu.
Maar ik wil ook vol en later.

Kom.
Kom laten we even gaan zitten.
Hier, midden in deze verwonderwereld.
Laten we samen luisteren.
Naar de gaten in ons hart.
Naar het lied van de nacht.
Naar de zin van het leven.
Naar de liefde, die roept.

Kom maar.
Leen me je schouder.
Open je hart.
Ik hoor je vragen kloppen.
Ik lees de twijfel in je ogen.
Ik proef de dorst.
De hunkering naar het leven.

Vertel maar.
Deel je verdriet.
Of zwijg even samen met mij.
Een cadans van onverstoord balanceren.
Ik heb niet alle antwoorden.
Ik heb geen goedkoop devies.

Weet je.
Leven is niet simpel.
Soms lijkt het een bodemloze put.
Soms voelen de gordijnen van duister zo zwaar.
Laten we samen zwijgen.
Even, heel even maar.
Hier op het kruispunt.
Van ons leven.
Laten we samen klagen.
Of psalmen zingen in de nacht.

Wie weet.
Licht er een kiertje op.
Een zinnetje uit een lichtgedicht.
Knipoogt er een ster van boven.
Komen we samen de zee te boven.
Deinen we door naar verder.
Komen we nieuwe wonderen tegen.
Klein en onooglijk.
Maar waar en diep.

Kom.
Ik wil je zo graag mijn boek laten lezen.
Over de verwonderwereld.
Graaf maar even in mijn woordenkast.
Kijk.
Kijk maar naar de plaatjes.
Van de bloemetjes en de bijtjes.
Van het leven vol kleur.
Van de waarheid.
Van het licht.
Van de verte.
Van het vuur.
Van de horizon voorbij.

En lees maar.
Graaf in mijn hart.
Want er is ook diepte.
Het is er zo duister.
Het leven kan zwaar zijn.
Vol ellende, vol diepe vragen.
Van zwijgen als het graf.
Maar soms worden daar ook kristalletjes geboren.
Of sterrenstof gezaaid.
Voor later.

Kom, droom met me mee.
Over velden van leven.
Over wolken vol regen.
Over diepe geheimen.

Want.
Weet je.
Deze verwonderwereld.
Zo immens, zo verschillend, zo veelkleurig, zo diep, zo breed.
Zij is wel eindig.
Zoals jij en ik eindig zijn.
Het is een voorproefje.
Een schaduw.
Van wat nog komen zal.
Denk je ook niet?
Ik geloof vast van wel ...

Dwars door de twijfel en de vragen heen.
Ondanks de struikelingen van de dag.
Ondanks de drempel van de dood.
Ik ben vol vertrouwen.
Toch wel.
Want, weet je?
Ik geloof niet alleen in wonderen.
In deze wonderwereld.
Hoe zacht en fluisterend die zich ook openbaart.
En in de volgende volvanwereldwonderen-heelaluniversumoneindigheid.
Hoe onbevattelijk ook.

Maar ook.
Juist.
Boven alles uit.
In de grootheid van God.
Hoe klein en verborgen en mysterieus Hij nu ook mag lijken.
Verstopt in de vragen en de twijfels.
Diep ondergedoken in alle pijn.

Hij is er.
Hij is hier.
Hij is er altijd.

Verborgen, maar alomtegenwoordig.
Wat een wonder, hè?
Dat gaat boven alle wonderen, die Hij elke dag weer bovenmate nalaat, uit.

Wonder boven wonder.
Liefde zonder weerga.
Peilloze diepte.
Onaantastbare hoogte.
Mysterieus Mysterie.

Hoor ik daar nou 'amen'?

10 opmerkingen:

  1. Je maakt prachtige foto's waar ik van geniet. Maar wanneer je begint te schrijven stroomt het uit je hart.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel Anne. In dit verhaal raken ze elkaar, de beelden en de woorden ... Helaas lukt het niet meer zoals vroeger, met die woorden, dat heeft waarschijnlijk met medicijnen te maken. Maar soms ... ja, dan stroomt het er inderdaad uit.

      Verwijderen
  2. Buiten, zitten op een krukje. Achter een muurtje in de vale zon. Woorden die me raken. Ik heb ze gelezen. Zinnen die vragen om te worden herlezen. Ik wil je gewoon bedanken Anton. Voor de woorden en zinnen die je schrijft. Voor de prachtige mens die je bent.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dankjewel, Ron, voor je mooie en bemoedigende woorden. Zij raken mij ook weer. We herkennen elkaar, blijkbaar ...

      Verwijderen
  3. Prachtige woorden, daar wordt ik stil van.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Reacties
    1. Dank ook, Aldona, voor je korte antwoord, maar wel een 'amen' ....!

      Verwijderen