Het sjirpte.
Het krekelde.
Overal om me heen.
Maar zien, dat doe je ze zelden.
En meestal moet je dan op je knieën.
En dan zien ze jou weer en vliegen ze op.
Gisteravond liep ik door het gras.
Pas gemaaid.
Het zinderde weer volop.
En toen vloog er één voor me op.
Pardoes het water in.
Hij spartelde even.
Liet zich toen meedrijven.
Even.
Heel even.
Stond hij toen op het water.
Op zijn pootjes.
Mooi gezicht
Een watersprinkhaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten