Ik.
Ik ben.
Kunstenaar.
Ik zeg het maar.
Ik geef het toe.
Ik wil het niet.
Maar het is toch waar.
Ik kan het niet langer meer ontkennen.
Wel een kleintje.
Dat scheelt.
Zonder pretenties.
Zonder verre doelen.
Ik leef bij de dag.
Ik raap op wat ik vind.
Maar.
Het worstelt in mij.
Altijd.
Teveel zien.
Overpeinzen.
Traag anticiperen.
Teveel willen.
En niet altijd kunnen.
Wat je wilt of ziet.
Vormen naar het beeld of de gelijkenis.
Zoals gewenst.
Niet altijd durven.
Wat gezegd zou moeten.
Ik beoefen de stilte.
Op de oever.
Van het leven.
Sta aan de rivier.
Altijd snel stromend water.
Overweldigd door veelzijdigheid.
Zie af en toe ook eigen gedachten.
Te vluchtig om te grijpen.
Voorbij gaan.
In de tijd.
Steeds weer.
Maar ik blijf op afstand.
Geduldig wachten.
Ik luister naar de wind.
Ik proef de wolken.
Ik koester het licht.
Spetters uit de diepte.
Zo af en toe.
Verdwaald mozaïek.
Ren de echo's van het leven achterna.
Hier en daar vang ik.
Een idee.
Ontwortel.
Ontworstel.
Van buiten naar binnen.
Zet het gevangen in mijn referentiekader.
Laat het pendelen tussen hoofd en hart.
Laat het broeden.
Baden.
Groeien.
Hou tegen het licht.
In de nacht.
Wil het meestal.
Van binnen naar buiten.
Dan weet ik wel wat ik wil.
Maar doe ik mijn ogen open.
Dan is de hoop vervlogen.
Worstel ik bij het ontwaken.
Met restjes meesterwerkjes-herinneringen.
Toch.
Bij tijd en wijlen.
Mors ik met losse woorden.
Rommel een beetje aan.
Roer traag en gestaag.
Vang en vat samen in breekbare zinnen.
Verschuif en verdeel.
Vorm en hervorm.
Bak en braad.
Bron en herbron.
Zucht en verkneukel.
En dan.
Laat ik het los.
Ik deel het weer uit.
Ik blaas het vuur aan.
Ik open vensters op de tijd.
Beadem met licht.
Zodat de ruiten beslaan.
Of veeg in lompheid.
Met gestotter.
Een blik open.
Door de doorkijkspiegel.
Op een vergezicht.
Ik trek aan de bel.
Ik hou tegen het licht.
Ik.
Ik ben.
Kunstenaar.
Ja.
Ik vang beelden.
Van de werkelijkheid.
Van de tijd.
Tweedehands.
Omkaderde momenten.
Ik vier permanent vakantie.
Ik deel wat ik ontwaar.
Het licht.
Beweging.
Ontroering.
De gewoonheid van de dingen.
Eenvoud.
Kleurenstormen.
Vertraagde geboorte-trajecten.
Bloeipoëzie.
Gevechten tussen dag en nacht.
Ik proef voortdurend de schaduw van de hemel.
Onwaar de vrijheid van het leven.
Zoals het was bedoeld.
Restjes die bleven.
Als vingerwijzingen.
Van een andere realiteit.
Ik.
Ik ben.
Kunstenaar.
Ook.
Ik doe groot op.
Met oog voor onnavolgbaar detail.
Ik schep.
Om niet.
Ik maak wat ik wil.
Ik strooi met beelden.
Ik stoei met vormen.
Ik knoei en klodder tot adembenemende schoonheid.
Ik ben gespecialiseerd in verscheidenheid.
Ik verberg.
Maar nooit ver.
Strooi met hints.
Ik ontwerp metaforen.
Ik dans met woorden.
Ik zoek lezers.
Luisteraars.
Kijkers.
Volgers.
Ik.
Ik ben adem.
Ik ben geest.
Ik zit vol ideeën.
Ik heb een onuitputtelijke fantasie.
Ik ben de bron die nooit opdroogt.
Ik laat mij niet beperken in materie.
Ik laat mij niet vangen.
Ik ben vrij.
Ik ben echt.
Ik ben uniek.
Ik ben origineel.
Alles nieuw.
Geen kunst.
Ik roep tevoorschijn.
Want ik kan.
Alles.
Ik schep kunst.
Ik ben altijd.
Onnavolgbaar.
Kijk.
Kijk eens om je heen.
Merk op.
Vestig je aandacht.
Zie je het niet?
Ik dans door je leven.
Dag aan dag.
Ik strooi met het licht.
Ik roep je met sterren.
Ik woon in muziek.
Ik speel met woorden.
Ik ontlok beelden.
Ik klop.
Ik fluister.
Ik ben de stilte in je hart.
Ik luister.
Altijd.
Ik.
Ik verstop mij niet.
In een museum.
In een boek.
In een vorm.
Want ik ben overal.
Ik.
Ik ben vrij.
Maar ook betrokken.
Ik heb lief.
Wat ik maak.
Ik bouw aan de toekomst.
Geloof het maar.
Alsof het al is.
Want.
Ik ben.
En zal zijn.
Ik.
Ik ben de vraag.
Geef jij het antwoord?
Zie maar op mij.
Want.
Ik.
Ik ben.
Genoeg.
Mooi!
BeantwoordenVerwijderenJa, heel mooi!
BeantwoordenVerwijderen