En dan op een dag ...
Dan komt er een grote, brommende, razende machine.
Breder dan het fietspad.
Verstoort hardhandig de schone stilte.
En ziedend maait hij het leven uit het zacht wuivend riet.
Zo buigzaam, zo lenig, zo fragiel.
Zo maar voorbij.
Wat rest is een kale, kille, open en blote vlakte.
Weg windvangers.
Weg muren van zachtheid.
Weg muren als schuilhut.
Weg decor om te dienen als passe-partout.
Van vele fotogenieke sfeermomenten.
Wat rest is een reusachtige landingsbaan.
Voor gakkende ganzen.
Ja, ook voor pittig kakkende ganzen ...
Nieuwsgierig en veel.
Grauw en grijs en met honderden tegelijk.
Wachtend en kijkend.
Gespannen.
Klaar voor de start.
Ja en dan.
Als je dicht genoeg bij bent.
Dan gaan ze wel.
Verrassend snel en wendbaar.
Nu nog wel leuk.
Grappig wellicht.
Maar straks, met hun jong.
Dan wordt het pas listig.
Gaan ze dan nog?
Of vallen ze je aan?
Fietser, pas op.
Je bent gewaarschuwd.
De lente is vol van gevaren.
Zelfs in een stiltegebied ....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten