ik ben een beetje
de weg kwijt
en in het verdwalen
zoek ik mijn ziel
ik onthecht mij
aan de drukte
en dool graag
door het oeverloze
van aard
ik zoek het leven
aan de zijlijn
en in de traagheid
van het bestaan
in de humor
ontdek ik
steeds meer ernst
door mijn dorst
ervaar ik diepte
en daarin
spiegelt zich
soms onverhoopt
de hemel
want
als het nacht is
pluk ik de dag
ik luister graag
naar het lied
van de stilte
ik bewonder
de wolken
ze zijn zo vrij
dat ik verstokt
en verstijfd
stil blijf staan
maar
in een gedicht
ervaar ik onnoemelijke
ruimte
waarin ik kan zweven
als de wind
ik beschouw
mijn gedachten
weloverwogen
en met de zwier
van steeds meer durf
laat ik ze weer los
ik wil zo graag
het onnoembare
benoemen
maar elke metafoor
schiet woorden
te kort
mijn diepste innerlijk
bevindt zich buiten
mijn bereik
al wat verstandig is
zit in mijn hart
en met mijn hoofd
voel ik te veel
in de gebrokenheid
zie ik de liefde
op zijn sterkst
in de lente
zie ik hoe kwetsbaar
het kostbare is
en in de herfst
zie ik de hoop
verbloemd
en verbeeld
in de verschillen
ervaar ik eenheid
en ik zoek
steeds doelbewuster
naar die ene druppel
in de grote oceaan
niets is zo groot
als het onooglijke
niets is zo vluchtig
als al wat ik
denk te bezitten
hoe verder
de tijd schrijdt
hoe zeldzamer
de tranen
maar hoe dieper
het leed mij verwart
omdat ik worstel
met antwoorden
zijn de vragen
mij langzaam aan
dierbaar geworden
ik weet te vaak
met de waarheid
geen raad
en daarom
geloof ik haar maar
tegen beter weten in
in het duister
roept het licht
zacht om aandacht
en aan de horizon
ontwaar ik de verte
van mijn dromen
het weemoedige fluisteren
geeft mij kracht
voor vandaag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten