Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 30 oktober 2011

Reformatie of revolutie?

Vanmorgen in de kerk, aan het eind van de dienst, werden, zoals inmiddels traditie, twee verzen gezongen van het Luther-lied, een stoere interpretatie van psalm 46. De tekst van deze psalm laat ik hieronder maar even eerst volgen. Er straalt geloof uit deze psalm, er blijkt vertrouwen uit. Wat er ook gebeuren mag, God is een Schuilplaats, een Woning, een Burcht.
Psalm 46 
Voor de koorleider. Van de Korachieten. Op de wijs van De jonge vrouwen. Een lied. 
God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde en storten de bergen in het diepst van de zee. Laat de watervloed maar kolken en koken, de hoge golven de bergen doen beven. 

Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God, de heilige woning van de Allerhoogste. Met God in haar midden stort zij niet in, vroeg in de morgen komt God haar te hulp. Volken roeren zich, rijken storten ineen, zijn donderstem klinkt – de aarde siddert.

De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob. 

Kom en zie wat de HEER heeft gedaan, verbijsterend is wat Hij op aarde verricht: wereldwijd bant Hij oorlogen uit, bogen breekt Hij, lansen verbrijzelt Hij, wagens verbrandt Hij in het vuur. ‘Staak de strijd, en erken dat Ik God ben, verheven boven de volken, verheven boven de aarde.’

De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob. 
We gaan altijd staan als we dat Luther-lied zingen, het heeft iets weemoedigs en tegelijk strijdbaars, als we bedenken tegen welke vijanden Luther moest opboksen, in zijn eentje. Een refo-revolutionair, kijk, dat ligt ons wel. Strijdend tegen Roomse misstanden. Stoer, tegendraads, eigenwijs, vasthoudend. Tot de dood er op volgt. Zou volgen ... Ook hiervan onderstaand de tekst.
"Een vaste burcht is onze God"

Een vaste burcht is onze God,
een toevlucht voor de Zijnen!
Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet zijn hulp verschijnen!
De vijand rukt vast aan
met opgestoken vaan;
hij draagt zijn rusting nog
van gruwel en bedrog,
maar zal als kaf verdwijnen!
Geen aardse macht begeren wij,
die gaat welras verloren.
Ons staat de sterke Held ter zij,
dien God ons heeft verkoren.
Vraagt gij zijn naam?
Zo weet, dat Hij de Christus heet,
Gods eengeboren Zoon,
verwinnaar van de troon:
de zeeg’ is ons beschoren!

En grimd’ ook d’open hel ons aan
met al haar duizendtallen,
toch zal geen vrees ons nederslaan,
toch doen wij `t krijgslied schallen.
Hoe ook de satan woedt,
wij staan hem voet voor voet,
wij tarten zijn geweld;
zijn vonnis is geveld:
één woord reeds doet hem vallen!

Gods Woord houdt stand in eeuwigheid
en zal geen duimbreed wijken.
Beef, satan! Hij, die ons geleidt,
zal u de vaan doen strijken!
Delf vrouw en kind’ren `t graf,
neem goed en bloed ons af,
het brengt u geen gewin:
wij gaan ten hemel in
en erven koninkrijken!
Deze interpretatie van Luther gaat dus wel duidelijk een stapje verder dan de tekst van Psalm 46. Je zou er van huiveren, alsof het geen pijn zou doen als je voor je vrouw en kinderen een graf moest graven. Maar goed, als iemand zo'n sterk geloof heeft, wie ben ik dan om dat van hem af te nemen, als ik dat al zou kunnen?

Je kunt erover discussiëren welke vijanden Luther op het oog had, toen hij deze woorden schreef, zoals gisteren in het Reformatorisch Dagblad. Je kunt je ook de vraag stellen of wij wel moeten juichen bij het feit van de Reformatie, zoals iemand vanmiddag op Twitter deed. Gezien de vele reformatie-herdenkingen dezer dagen, hechten veel mensen en kerken daar waarde aan. Maar als je ziet hoeveel scheuringen er na Luther in de kerk hebben plaatsgevonden, zo wordt wel gesteld, dan moet je je afvragen of zijn daden en keuzes wel terecht zijn geweest. De onderlinge eenheid heeft het in ieder geval niet bevorderd ....

Ik moet zeggen dat deze vragen me wel aan het denken hebben gezet. Vragen die ook bij mezelf leven, maar sudderden op de achtergrond, naar boven hebben gebracht.

Hou me ten goede, ik sta zeker achter het feit dat Luther de vinger destijds bij de zere plek heeft gelegd, uitwassen van de Rooms kerk in die dagen heeft aangewezen, aan de orde gesteld en bestreden, en de Katholieke kerk heeft hem ook zelf in de ban gedaan, dus was het zeker niet zijn intentie om een eigen kerkje te stichten. De vertaling van de Bijbel in het gewone Duits van toen heeft heel wat mensen de ogen geopend. Ik kan zijn worstelingen grotendeels meemaken. Heb zijn keuzes ook zonder meer verdedigd tegen strijdbare katholieken van vandaag.

En ik ga ook zeker niet mee met hedendaagse geluiden, zoals ook dr. Bram van der Beek deze week deed, om te stellen dat we eigenlijk weer terug zouden moeten naar de Rooms-Katholieke kerk, omdat die in zijn huidige vorm niet dezelfde houding tegenover Luther meer zou aannemen als zij destijds heeft gedaan. Laten we elkaar geen mietje noemen. De onaantastbaarheid c.q. onfeilbaarheid van de Paus en de leer, de interpretatie van de 7 sacramenten, de verering van Maria, de nadruk op het maakbare geloof d.m.v. de daden van de mens, het zijn stuk voor stuk vrij onoverkomelijke drempels, die nog steeds niet zijn weggeruimd.

Maar ik ben het wel eens met mensen die zeggen dat er in het verleden van beide kanten enorme fouten zijn gemaakt, van elkaar karikaturen zijn gemaakt, dat er heel veel onnodig bloed is gevloeid en dat is de naam van christenen, de kerk als gemeente van Christus en de eer van God zeker niet ten goede gekomen.

Er is helemaal geen reden voor stoerheid, voor verheerlijking van het verleden.

En na die tijd is het er niet veel beter op geworden. Teveel nadruk op het belang van (de interpretatie van) het Woord, alle bestaande vormen en tradities overboord, waar dan weer andere vormen en tradities voor in de plaats zijn gekomen, en de laatste paar honderd jaar nog de 'nodige' afsplitsingen en afscheidingen, die heel wat scheuringen en pijn in families, relaties en gemeenschappen hebben gebracht, heel veel hete hoofden, gekrakeel over interpretaties van de waarheid, waar we nog steeds niet uit zijn gekomen.

Wie zou niet wenen ....?!
Hoe kom je daar nu uit? Hoe doorbreek je dit? Hoe komt er leven in dodigheid? Hoe bevorder je de eenheid? Wat is mijn rol in het bevorderen van het koninkrijk van God?

Een nieuwe reformatie? Revolutie in de kerk? Opstand tegen alle gevestigde orde? Nieuwe kerkelijke vormen? Een nieuwe gemeente stichten? Gewoon opnieuw beginnen? Alle structuur overboord en met elkaar in het plaatselijk café gaan zitten? Onderzoeken wat het beste zou zijn? Wetenschappelijk bewijzen wat het beste werkt? Aansluiten bij de huidige cultuur?

Er zijn geen goedkope antwoorden, gemakkelijke oplossingen, laat ik daarin maar heel helder zijn. Er is niets dat altijd 'werkt', onder alle omstandigheden, in elke cultuur.

Maar toch zijn er, denk ik, best wat zinnige dingen te zeggen, lessen te leren uit het verleden, ideeën te peuteren voor de toekomst.

Vooraleerst, boven alles uit, de opmerking dat er hoop is voor de gemeente, omdat God Zelf haar vormt. En maakt en kneedt en voedt en leidt. Hij gaat Zijn ondoorgrondelijke gang, dwars tegen alle menselijke vormen en belemmeringen in. Alles wat mis kan gaan, het komt door ons geëmmer, ons kerkje-spelen, onze ideeën van maakbaarheid. Maar alles wat gebeurt is het wonder van de genade van God, die alles, echt alles wil gebruiken in een mensenleven om hem of haar tot Zich te trekken. Zelfs ons gestuntel en onze muurtjes, onze misinterpretaties en wazigheid-oproepende-zogenaamde-verduidelijkingen. Hij werkt met mensen, maar ook ondanks mensen. Hij gebruikt mensen. Zijn Geest is onnavolgbaar. Daarom is er hoop, alleen daarom.

Ten tweede denk ik inmiddels dat we meer nadruk moeten gaan leggen op de woorden uit Johannes 17, het beroemde hogepriesterlijke gebed. Niet zelf proberen een geforceerde eenheid te bewerkstelligen, via allerlei overleggen en vergaderingen en werkgroepen en besluiten van wat voor synodes dan ook. De vormen die we als veilig zijn gaan ervaren, moeten we veel meer los durven laten, vertrouwend op de kracht van de Heilige Geest. De vorm is nooit heilig, maar de vrijheid van de Geest is, hoewel onbekend, hoewel lastig, hoewel niet-te-overzien, wel een kwestie van vertrouwen en geloof. Durven we uit de boot te stappen en op het water te lopen?
Ik vraag niet of U hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen de duivel. Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor. Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid. Ik zend hen naar de wereld, zoals U mij naar de wereld hebt gezonden. Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn.Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven.  Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in mij bent en ik in U, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die U mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en U in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U mij hebt gezonden, en dat U hen liefhad zoals U mij liefhad. (Joh. 17 : 15-23)
De éénheid is er al. Als we geloven in God, zullen we elkaar ook moeten erkennen als volgelingen van Hem. Zijn we hetzelfde? Nee. Zijn we verschillend? Gelukkig wel. Moeten we allemaal beantwoorden aan het beeld van de heiligen, zoals Paulus ons noemt? Zeker, dat is ons streven. Moeten we allemaal beantwoorden aan het beeld dat wij zelf daarvan hebben? Nee, driewerf nee. God wordt juist geëerd door de veelkleurigheid, door de verscheidenheid. We zijn allemaal anders, uniek, veelsoortig, veelzeggend. Er is niet één ei, dat als ideaal ei tot ieders voorbeeld dient, ter kneding en vorming naar één en dezelfde interpretatie. Als Chinese soldaten die bij miljoenen in het gelid kunnen lopen, volmaakt identiek lijkend. Nee, juist één in de verscheidenheid, ieder met zijn eigen gaven en talenten, ieder zichzelf, en zo tot meerdere eer en glorie van de Schepper, die ook in de dieren- en plantenwereld een enorme variatie en verscheidenheid heeft gelegd, ons ten voorbeeld ...

Maar wel één in dezelfde Heer, als volkomen ontredderde eenzame eenling gered door het offer van God Zelf. Los van God niets, maar met Hem kunnen we de wereld aan, over muren springen. Hij is een Schuilplaats, ja, een Toevlucht, zeker.

Zijn genade en liefde onvoorwaardelijk in ons uitgestort. Dat is de reden van onze wederliefde, dat is ook de reden dat we elkaar kunnen herkennen en erkennen, als mede-volgelingen, dat is de reden waarom we ons kunnen omdraaien, gericht mogen zijn op onze medemensen, nog-niet-zo-ver, minder-bedeeld, geestelijk-beperkt, lichamelijk-te-kort-schietend, de-andere-kant-op-lopend, vervuld-van-andere-zaken. Niet om ze erbij te sleuren, tegen wil en dank, niet om ze verstandelijk en logisch-redenerend over de streep te trekken. Maar om een licht te zijn, warmte uitstralend, een weg-wijzer, vervuld en overlopend van liefde en verlangen om daar iets van te mogen laten zien.

Omdat het zo mooi is. Zo waar. Zo levensveranderend. Zo toekomstgericht.

Omdat het je verandert. Een revolutie teweegbrengt, niet gericht op de structuren van de maatschappij of de vormen van de kerk. Maar gericht op jezelf. Een verandering in gerichtheid, juist niet meer op jezelf, maar op de ander en de Ander. Kijk, dat is nog eens een reformatie. Of om het Bijbelser te zeggen: een bekering. Metanoia. Omkering. De andere kant oplopen. De andere weg gaan.

En, zo, bedelaars aan de genadetroon, zoals ze vroeger wel eens zeiden, moeten we elkaar maar eens wat meer gaan opzoeken. Niet als leiding. Niet wachtend tot de leiding, de machtigen, de aanzienlijken zo ver zijn. Nee, gewoon wij, als klootjesvolk, als grondvlak, als individuen. Hupsakee, spreek elkaar aan, ontmoet elkaar, zie elkaar in de ogen. Ontdek elkaar. Mooi om te zien dat dat gewoon werkt. Simpeler kan haast niet.

Wil je geestelijke eenheid ervaren? Ga dan met elkaar bidden. Hoe verschillend je ook bent, hoe moeilijk het ook lijkt om woorden te vinden, wees jezelf en 'ervaar' gewoon maar die eenheid, als kleine, nietige stofjes aan de weegschaal, hoe waar dat ook is, samen biddend tot een machtig, maar ook liefdevol God, wordt je opgetild boven jezelf, ben je iemand, accepteer je elkaar. Met je ogen dicht zie je geen verschillen. In het licht van Gods liefde zijn er geen rangen en standen, is er geen meer of minder, ontvangen we allemaal dezelfde Geest.

Laten we de eer en glorie van God zelf meer en meer gaan zoeken. Door samen te bidden of samen Hem lof toe te zingen met onze liederen.

Ik zeg dat niet als idealist, die gelooft in sprookjes, ik vertel dat uit eigen ervaring. Natuurlijk, er gaat veel mis. Maar er is ook veel moois te zien, te ervaren, te ontdekken. Er is een wereld te winnen. Er is werk aan de winkel. De velden zijn wit om te oogsten. Waar zijn de arbeiders? Wie bidt er mee?

Toen ik nog op school zat hadden we eens een geschiedenisleraar, die een jaar lang op de meest saaie manier de 19e eeuw met ons behandelde. Zijn idool was Groen van Prinsterer. Van de lessen heb ik niets meer paraat, maar de titel van het boek dat deze Groen schreef weet ik nog wel, en hij spreekt me nog steeds aan.
Tegen de revolutie het evangelie (Groen van Prinsterer)
Daarom is er hoop. Hoop voor de kerken, reformatorisch in alle varianten, protestants, katholiek. Maar ook, hoop voor de wereld. Omdat er een God is van hoop. Echte, levende, levendmakende, levensveranderende levensvernieuwende hoop. Hoop met uitzicht.

Hoop met een hoofdletter.

We moeten niet meer zoveel praten over eenheid. Zelfs huilen erover, hoe nodig, houdt een keer op. Ga iets doen. Eenheid moet je doen. Eenheid moet je zoeken. Eén moet je zijn.

Herkennen. Erkennen. Delen. Bidden. Zingen. Wandelen. Luisteren. Zijn.

1 opmerking:

  1. Anton,wat een mooi en eerlijk stuk.Ook bij ons wordt elk jaar het Lutherlied gezongen.En ik krijg er steeds meer moeite mee.Niet omdat ik Luther niet waardeer,maar ik zou Hervormingsdag
    meer als een dag van inkeer en berouw willen houden.Om alles wat er geleden is en wordt aan de kerk.Maar wel met de ondertoon van hoop,omdat God inderdaad de God van Hoop is.Dat mogen we ook aan de wereld laten zien:HOOP, geen verheerlijking van het verleden,
    maar Hem eren door vandaag op Hem te vertrouwen.

    BeantwoordenVerwijderen