Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 9 oktober 2011

Het wonder van inspiratie

Het is niet mijn gewoonte om een gedicht uit te gaan leggen. Zelfs als ik weet dat niet iedereen even goed Engels kan lezen, ben ik niet zomaar geneigd een rechtstreekse vertaling te geven van wat ik schrijf. Als er eenmaal een ei gelegd is, dan ben ik het ook kwijt. Het is 'los', en ik moet het dus ook loslaten. Afstand nemen. Laten gaan. Het is niet meer 'in mij', nog wel 'van mij', maar op een zekere afstand. Buiten mij.

Er is iets wat ik zie of lees, heel even is er een moment van 'aha', ik vat het in gedachten vast, speel er even mee, bekijk het van enkele kanten, proef het, hou het in de lucht, stop het weer behoedzaam terug. Er borrelt wat, er gist wat van binnen, het bruist en sist. En zakt weer even heel diep weg. Soms langer, soms maar heel kort, maar toch steekt het dan zomaar weer de kop op. Het krijgt vorm. Er komen langzaam woorden bij, zinnen vormen zich. En dit alles nog steeds in mijn hoofd.

Dan komt er een moment dat ik mijn computer pak, dan moet het echt worden vastgelegd, voor ik het kwijtraak, en teveel wordt afgeleid door alledaagse bezigheden of nieuwe impulsen. Dan komen de woorden, hortend en stotend, stollen de ideeën en gedachten tot zinnen, krijgen vorm. Dat is het spannendste moment. Is wat ik schrijf ook wat ik voelde, op een eerder moment? Kan ik wel woorden vinden om gevoelens vast te leggen? Vergeet ik niets? Het is tegelijk ook een wonderlijk moment, want zomaar ineens vallen je woorden in, komen er vergelijkingen boven, borrelen er andere associaties omhoog, die soms een heel andere kant op kunnen leiden als je oorspronkelijke idee.

Er ontstaat iets. Je maakt iets. Er vormt zich iets. Je bent geïnspireerd en je schept iets. Uit niets.

Uit niets?

Het komt uit jezelf en toch niet. Je boetseert, je bent er bij en ook kijk je naar iets, terwijl het langzaam verschijnt, vorm krijgt, ontstaat. Het wordt als het ware in het 'zijn', het 'bestaan' getrokken. Zichtbaar en tastbaar. De werkelijkheid in.

Wonderlijk proces is dat, om mee te maken, deelgenoot van te zijn, te ondergaan en te aanschouwen, de handen van de grote Kunstenaar te mogen zijn.

Wie ben ik dat ik dat mag doen, mag ontvangen, er getuige en tegelijk deel van mag zijn?

De vraag is of mijn idee ook overkomt bij de lezer, de ontvanger, degene die het onder ogen krijgt? Of het landt? Of het aanspreekt? Of het iets 'doet'? Er moet niet alleen gezonden worden, maar ook ontvangen. De vertaalslag die van mijn hoofd en hart naar papier of computerscherm heeft plaatsgevonden, moet er ook zijn tussen wat ik stuur en bij wie het aankomt. Het moet niet nutteloos zijn. Dan is het alleen maar leeg en zonder waarde. En als er feedback is, stimuleert dat ook weer. Je doet het 'ergens' voor, sterker nog, voor iemand. Een mens van vlees en bloed.

Het is al met al een kwetsbaar proces, waar heel veel fout kan gaan. Maar wat ook soms voldoening kan schenken. Omdat er iets ontstaan is. Omdat het de moeite waard is. Omdat het iets zegt, iets te zeggen heeft. Iets aanwijst. Iets oproept. Iets duidelijk maakt.

Het kan dus kostbaar zijn. Kostbaar en kwetsbaar. Zoals het leven zelf.

Wat ik inmiddels wel ontdekt heb bij mezelf, is dat ik vaak in woorden denk, maar getriggerd wordt door beelden. Er is een constante wisselwerking tussen beelden van wat ik zie, de betekenis, en een eventuele link naar een diepere laag. Ik zoek de boodschap. Wil ontdekken. Ontwarren. Of ik maak er zelf één. Ik associeer van de werkelijkheid die ik waarneem naar een ideeënwereld, mijn fantasie, de wereld van geloof en God. En weer terug. Ik koppel, leg verbindingen, probeer bruggetjes te leggen. Voorzover mogelijk. Zoveel als in mijn vermogen ligt.

Oké, gisteren dus.

Heel de dag buien, voor het eerst weer eens redelijk lang op bed uitgeslapen, na vele nachten slecht te hebben geslapen i.v.m. veel te veel drukte. Krantje gelezen, mailtjes weggewerkt, koffie gedronken, gegeten, nog wat kleine taakjes afgerond, eindelijk. En dan begint het te kriebelen. Wandelen lukt niet, teveel buien, maar als het even droog is wellicht even fietsen. Maar als ik klaar sta, aan het eind van de middag, begint het toch weer even te gieten.

Afijn, de lucht trekt weer schoon, en terwijl het nog druppelt, stap ik op de fiets. Weinig mensen te zien in de lege ruimte tussen Nieuw-Lekkerland en Alblasserdam, zelfs op het molenpad zijn geen toeristen te ontdekken. Donkere, grijze, dreigende wolken rondom, overal waar je kijkt, en al snel begint het weer harder te druppelen. Mijn broek wordt nat, maar nog geen zin om een regenbroek aan te trekken ... Boodschapje doen.

En zomaar ineens, als ik een bocht omdraai, flats, vol in het zonlicht, precies tussen de wolken door. Feller kan licht bijna niet zijn. Recht van boven, maar ook weerspiegelend in het natte asfalt waar ik op dat moment overheen fiets. Geen zonnebril natuurlijk, want het regende ...

En even later, iets verderop, buiten in de polder weer, zie ik dan zomaar ineens dat ene 'shot', wat mij inspireerde tot het gedicht wat ik gisteren op deze blog schreef: 'One shot'.

Ik ben even afgestapt om het in me op te nemen. Geen fototoestel bij me natuurlijk, want het regende ... het is maar de vraag of ik het in één 'shot' had kunnen vangen. En mijn telefoontje neemt maar heel armzalige fotootjes.

De straten nog nat van de stortbui van even daarvoor. Links een dikke, donkergrijze, zware wolkenlaag boven de horizon. Boven mijn hoofd een strook blauwe, heldere hemel. Voor, rechts en achter mij lichtgrijze wolken in allerlei varianten, met hier en daar plukken en slierten regen naar beneden reikend. En helemaal rechts het begin van een kristalheldere regenboog.

Pats. Dat was het beeld wat binnenkwam. Een dag daarvoor ook al in een aantal wolkenfoto's vastgelegd op deze blog. Maar nu meteen, terwijl ik weer op de fiets stapte, om nog droog over te komen, begon het associëren. Werden beelden begrippen. Schoot de titel door mijn hoofd. 'One shot'. Kwam de link naar moeilijkheden en problemen, als invulling van de donkere wolken. Werd de felle zon een heenwijzing naar het onzienlijke licht van God Zelf, wat toch zomaar de weg kan wijzen, ook al kun je er niet rechtstreeks inkijken.

En natuurlijk, het beeld van de regenboog. Als teken van hoop, van belofte, van de toekomst. Het kan afgezaagd overkomen, maar zo, als je het in één keer voor je ziet, drong het diep van binnen door.

En wilde ik het ook meteen vastleggen toen ik thuiskwam. Vormen en kneden, boetseren. Vasthouden. Tastbaar maken. Zomaar even snel. In vijf, tien minuten borrelt er dan van alles omhoog. En dan nog even weer kritisch er overheen. Bijschaven, bijpunten, woordje hier weg. Bekijken en herlezen.

En dan publiceren.

En doorgeven. Wie weet of het aanspreekt. Overkomt. Iets doet. Herkenning oproept. Blijft hangen. Ik hoor het graag nog eens. Als je durft reageren. Als je lef hebt ...

En dan nog even dit. Waarom herkende ik het beeld? Landde het bij mij? Kwam het overduidelijk binnen? Sprak het mij aan? Flitste het door mij heen? Zoog het zich vast? Ontroerde het mij?

Ik heb een flauw vermoeden dat het te maken heeft met de ongelooflijk drukke, spannende, en soms best moeilijke tijd waar ik me momenteel doorheen probeer te worstelen. Als een vis, naar lucht happend, hijgend, watertrappelend als een zwemmer die de bodem kwijt is. Af en toe diepe zuchten slakend. Beseffend hoe ik het niet alleen vol kan houden.

En dan is er de natuurlijke neiging om vast te grijpen wat je grijpen kunt. Als lijfsbehoud. Maar dringt toch langzaamaan het besef door dat niet jij het allemaal vast moet houden, maar dat Hij Degene is die jou vasthoudt. Dat je het dus juist allemaal los zult moeten laten. Over moet geven. Want je kunt het niet alleen, niet zelf, je kunt je niet aan strohalmen vasthouden.

Het kost een paar zuchten, het is moeilijk, want je wilt het allemaal zelf doen. Het vereist inzicht, vertrouwen, geloof, overgave. Maar het levert ook een uitzicht op. Doorzicht. Een zucht geeft dan ook weer lucht. Doet je even diep ademhalen. Frisse lucht.

Heerlijk toch, fietsen in de regen? Met zo'n uitzicht? Met zo'n beeld voor je? Met zo'n diepe boodschap om mee te nemen, vast te houden, vorm te zien worden, door te geven?

Ken je dat? Herken je dat? Geloof je dat ook? Zie je het voor je?

Zonder dat ik er beelden bij gemaakt heb?

2 opmerkingen:

  1. Wel herkenbaar hoor Anton, komt het aan bij de lezer? En zo niet, heb ik het dan wel losgelaten? Schrijven is scheppen, en dat blijft iets wonderlijks.

    BeantwoordenVerwijderen