De verdwaalweg

Daar gaat hij.
Stap voor stap.
Meter voor meter.
Verder op de weg.
Door met leven.
Overleven.

Waar is hij?
Hij weet het niet.
Zo moe.
Zo leeg.
Zo ver van wie hij was.
Zo ver van waar hij heen wilde.

Achter hem liggen zijn idealen.
Zijn gebroken dromen.
Een weg vol lege woorden.
Een verleden met vraagtekens.

Waar gaat hij heen?
Hij weet het niet.
Zo ongrijpbaar.
Zo idealistisch.
Zo te ver van bereikbaar.


Zijn voeten lopen.
Zijn lichaam draait mee met alle bochten.
Zijn hoofd is verward.
Zijn rugzak voelt zwaar.
Zijn ogen zijn moe van het kijken.
Hyperalert van verbeelding.

De wind waait.
De wolken drijven.
De bladeren ruisen.
Maar hij merkt het niet.

Hij vecht met zijn gedachten.
Hij worstelt met zijn gevoelens.
Hij dwaalt in het verleden.
Zonder doel.

Hij mijmert.
Hij ontleedt.
Hij vergeet.
Hij herinnert.
Hij weet.
Hij wenst.
Hij gelooft.
Hij aarzelt.
Hij vecht.
Hij raakt verward en verstrikt.
Het verleden haalt de toekomst in.

Voort gaat hij.
Naar morgen.
Naar vraagtekens.
Naar stippellijntjes.
Dag na dag.
Stap na stap.
Ademteug na ademteug.
Harteklop na harteklop.
Vleugelslag na vleugelslag.

Hij droomt.
Hij struikelt.
Hij verslikt.
Hij vergeet.
Hij verwondert.
Hij verdwaalt.
Hij lacht zacht.
Hij verwart.
Hij zucht.

Door moet hij.
Verder met leven.
Voort met jagen.
Naar lucht en leegte.
Gevuld met beloften.
Alert op signalen.
Zoekend naar waarheid.
Struikelend in de werkelijkheid.
Bonzend op deuren.
Open voor het verborgene.

De weg lijkt omgekeerd.
Gericht op de achterkant van het verleden.
Verborgen schermen die open gaan.
Openheid die duister blijft.
Verdwaald.
Verdreven.
Ontdaan.
Verward.

Even.
Heel even.
Vangt hij het licht.
Tussen de wolken.
Aan de eindeloze hemel.
Het trekt zijn aandacht.
Het tikt tegen het glas.
Het lokt zijn hart.
Het fluistert.

De stilte is hoorbaar.
Zij klopt.
Aan de deur.
Van het leven.

Wat is er nieuw?
Wat is er veranderd?
Niets toch?

Hij glimlacht.
Neemt afstand.
Hij laat gaan.
Hij laat los.
Hij fluistert.
Een gedicht.
Gericht.
Bedoeld.
Een ultra-zacht lied in de nacht.

Hij gaat.
Door, steeds door.
Verder dan voorbij.
Open voor morgen.

Verder.
Later.
Beter.
Blij.
Toch.
Ondanks.
Alles.