Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zondag 25 januari 2015

Het verhaal van de Overkant

Er was eens een verhaal.
Een verhaal over de Overkant.
Voorbij het water.
Achter de horizon.

Ooit is het idee geopperd. Iemand kwam er mee op de proppen. En het vuurtje smeult nog steeds voort, van generatie op generatie wordt het doorgegeven. De eilanders hebben allemaal vage vermoedens, over wat zich aan de Overkant bevindt. Niemand die het echt weet. Maar er wordt wel volop gespeculeerd. 

Sommigen bouwen torens en burchten om de Overkanters tegen te houden, mochten ze ooit komen. Een enkele waaghals vaart de Overkant tegemoet, maar ze keren nooit meer terug. Er worden discussiegroepen opgericht. Er worden hypotheses en dogma’s ontwikkeld door zeer geleerde dames en heren. Proefschriften en vlugschriften zien het licht. Maar niemand weet et zeker. Want niemand heeft ooit gezien. Of komt met verhalen en getuigenissen op de proppen.

Ondertussen beseft niemand dat de Overste van de Overkant elke dag een gedicht van licht zendt vanuit het heelal, om de eilanders leven te geven. Dat hij de nacht geeft, om te rusten en te dromen, dat hij de wind geeft om fluisteringen van stilte te laten hechten aan wachtende harten. En witte wolken als lessen in ijdelheid. Dat hij de zalvende regen geeft tot lessing van dorst. 

Niemand realiseert zich dat zijn werkers ’s nachts komen om luchtige zaadjes van liefde te planten, die langdurig en geduldig zullen gloeien en broeien, om uiteindelijk uit te zullen groeien tot vruchten in veelvoud. Dat heel het Eiland vol hangt van beelden vol kleuren en vormen en metaforen van verborgen boodschappen, die allemaal tot verwondering zouden kunnen leiden. Dat Hij ook woorden stuurt, die blijven hangen, woorden van dorst, woorden van verlangen.

Totdat, ja totdat er iemand ineens wakker wordt gekust en denkt, voelt, zich realiseert, hé, dit is niet van hier. Dit hoort niet bij mij. Dit komt van een Overkant, die ik niet ken. Dan, pas dan, gaat zo iemand herkennen, meer zien dan er te zien  is, tussen de regels door lezen of luisteren. Gaat de hoop groeien. Bloeit er iets op van een andere werkelijkheid. Een realiteit die geen grenzen kent. Eiland en Overkant vloeien als het ware een beetje samen.

Dat verhaal.
Van die Overkant.
Als je dat kent, als je dat herkent.
Als je daardoor bent aangeraakt.
Dan vertel je het door.
Dan geef je het vorm.
Dan laat je het horen.
Dan steek je een kaarsje weerschijn aan.
Dan word je een spiegeltje.
Dan rimpel je het verder.
Dan ga je huppelen in plaats van hinken.

Dan zoek je naar andere resonanties en echo-dragers en stook je samen een vuurtje enthousiasme. Dan zing je samen het duister van je hart aan flarden en prikkel je de hoop tot bloei. Dan fantaseer je de sterren van de hemel een beetje dichterbij. Dan wandel je je akelig bewust van alle bloemen in de bermen, de kronkelweggetjes af, richting de horizon, vol vertrouwen steek je wankele bruggetjes over. De regen deert je niet, de wind krijgt geen vat op je.

Want je bent verwarmd door de liefde, geraakt door het licht, gevuld met een wonderlijk geloof dat alles goed zal komen.

Zul je niet vallen dan, zul je niet meer struikelen, kun je niet verdwalen? Natuurlijk wel, want geen verhaal is nog volmaakt, de nacht zal telkens komen, het leven is nooit maakbaar. Maar het verhaal, het heeft iets wakker gemaakt, de dorst in je hart, het diepste verlangen van je ziel, waardoor je de richting weer gevonden hebt waarin je zoeken moet. De stiltes die vallen en die vroeger zo ongemakkelijk konden zijn, die leren je nu meer te luisteren. Je zintuigen open. Maar ook naar binnen gericht. De stem van je hart wordt gehoord, meer en meer.

En voort, voort gaat het verhaal.
Het gaat aan de haal.
Het wil vliegen, het wil dansen. 
Het ziet kansen, het proeft zoet.
Kom vlinders, fladder mee met mij en deel de dag.
Kom vogels, onbekommerd, onbezorgd, ik vlieg met jullie mee.
Geen zorgen voor morgen, want ik leef vandaag.
Maar ik ben wel op weg, ik zoek wel naar later, ik jaag naar de wolken.
Ik heb de lente ontdekt en het ruikt naar jong en nieuw.
Het wonder van de Overkant.

Wonderlijk is dat toch, de Overkant, die in ons wil komen wonen … Daar worden we echt vrij van en ontspannen. Los en onthecht van de zichtbare wereld, die ons altijd afleidt en wil binden. Want waar we ook zijn, wat er ook gebeurt, de ongrijpbare, altijd vrije wind, als de geest van de waarheid, die vindt zich een tempel, die zucht met ons mee, die voert ons, al fluisterend mee, naar omhoog, op vleugels van vrijheid, naar het land van altijd licht.

2 opmerkingen:

  1. Tja Anton, een modern sprookje in de sfeer van Andersen of misschien Tolkien. Als dit hoofdstuk 1 is van de serie, dan bestel ik nu vast het complete boek met alle hoofdstukken die t.z.t. op deze blogpost moeten volgen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dankjewel Ron voor de vergelijking, maar dat is toch te veel eer ... :-)En flitsende ideeën heb ik wel, maar of ik ook zo'n lange adem heb, dat betwijfel ik zelf al, daar begin ik dan ook maar niet aan. De factor tijd is 'altijd' weer de meest complicerende ...

    BeantwoordenVerwijderen