de zon neigt
langzaam
naar de horizon
het licht hult zich
in een late deken
van schuchter
zwijgen
het mysterie
aan de lucht
groeit traag
tot dromerige
proporties
het leven
kwijnt weg
de nacht
genaakt
maar
de aarde
zucht zich
zoekend
een hoe langer
hoe meer
onzichtbare
weg naar
de wachtende
overzijde
het is zacht
rood het is
een bedauwde
schemer die
de stilte
vlagen geeft
van zware
gedachten
over weleer
de weg
is weg
de dag
lacht
de nacht
nader
het wezen
van het leven
legt zijn
ziel nog niet
bloot
zo wakkeren
ongezien
de dromen aan
op het smeulend vuur
van verlangen
naar voorbij
de grens tussen
hemel en aarde
de vage weg
naar later
de horizon van
de morgen
die ligt verborgen
diep en aandachtig
in het licht
van nu nog
vandaag
er fluistert
een prille belofte
van een lied
van de dauw
van zachte woorden
en de milde regen
van hoop
door de schaduw
van de bomen
die breekbaar buigen
voor de wachter
van de nacht
tot
het leven
weer teder bloeien
zal open zal
breken tot
zachte scherven
geluk zich
zal lachen
en alles baden
zal in weelde
onze ogen
geloken
voor zoveel
tere liefde
van licht
en luister
en wij gewaar
zullen worden hoe
intens anders
alles achter
de grens
van de tijd
van genade
ineens geworden
is
Maar het is het wachten meer dan waard.
BeantwoordenVerwijderen