Jij?
Je bent een regendruppel.
Een iele, fluisterstille, vederlichte, elastisch ronde vorm.
Ooit gevallen uit de blauwe hemel.
Om precies te zijn van een roze wolk.
Begonnen in de lucht.
In de nacht van ongezien.
Naar adem gesnakt.
Gegroeid bij het vallen.
Snelheid gemaakt.
Hardhandig geland in gebrokenheid.
Wispelturig nagetrild met suizende oren en betraande ogen.
Toen je tot mezelf was gekomen, zag je het eerste licht van de dageraad.
En in dat twinkellicht zag je ook diepe schoonheid en heldere transparantie.
Weerspiegeling.
Van de hemel boven je hoofd in alle immense uitgestrektheid.
Van je diepste zelf, de naakte kern, het kloppend hart, het fladderend gevoel, de gaven en hoedanigheden.
Van de wereld om je heen in al haar veelzijdigheid van vormen, kleuren en geluiden.
Van alle regendruppels die langs dwarrelden en dartelden, zo lijkend op jou, maar ook zo anders, ieder uniek en toch van dezelfde familie.
Je bent deel van een diep rasternetwerk van verbanden, die in elkaar grijpen en elkaar beïnvloeden, van dichtbij, teder en breekbaar, tot oppervlakkig en vluchtig langsgesneld en snellings weggeëbd.
Elke keuze beïnvloedt niet alleen jou, maar ook de ander.
Wij raken elkaar, vaak ongezien, soms doet het pijn, soms ervaren wij vreugde, door daden en gedachten, door woorden en gebaren.
Het leven van ons, druppels, ruist en knispert, ademt en transformeert, wij worden gevormd door aandacht en liefde, af en toe lopen wij dood op vreemde wegen, raken het spoor bijster, of belanden in duistere kringen verzeild, soms bevriezen wij in aandoenlijke hardheid.
Maar wij zijn altijd weer soepel en beweeglijk, heffen ons door wilskracht of met hulp van mededogen weer op naar het licht, worden weer wakker na woeste dromen, stoken het vuur van verlangen weer op rond het kampvuur van de vriendschap, worden geraakt door behulpzame wegwijzers langs het spoor van de voortgang.
Druppel voor druppel, jij en de anderen, vormen wij elkaar, worden wij wie we zijn, zijn we geworteld, zijn we zoals we zijn, dragen we vrucht, leggen we lagen, bouwen we luchtkastelen vroomheid, zaaien we tranen, delen we woorden en diepe inzichten, wieden ons tuintje, geven en delen we gratis groei.
En zo merk je, groei je, broei je, gloei je mee, in een koor van vreemde zangers, in een rij van gaande dagen, wentel je, draai je mee in de kolk van de tijd, meegevoerd in een dartele stroom van geluid en gebruis, vloeiend en draaiend, meanderend door het decor van het steeds van uiterlijk wisselend landschap.
En vroeger of later besef je dat er iets gaande is, vaker dan voorheen leer je het licht waarderen, kijk je omhoog naar de wolken van volgende generaties, leer je de sterren waarderen, huiver je om het lege duister van de volgende universums leegheid.
Hoewel je het niet ziet, leer je de Regendruppelmaker waarderen, koester je de momenten van stilte, die op het eerste gezicht leeg lijken, maar zo gevuld kunnen zijn met diepe aandacht voor het wezen en de waarheid, dat je er wakker van kunt worden en alles met andere ogen beziet.
Geraakt door een hogere liefde, zie je de vreugde van de ontmoeting, maar ook de geplaagden en gekwetsten om je heen, hoor je de woorden die niet worden uitgesproken, kun je harten proeven en lijdt je zomaar mee met een leed dat niet te dragen is, fluister je met breekbare stem een lied dat niet te zingen is.
Het leven van elke druppel regen wordt gestuurd en bepaald door hemzelf, maar ook door de anderen en de omstandigheden, iedereen is verantwoordelijk voor zichzelf en zijn daden en beslissingen, maar ook deel en onderdeel van een groter en ongezien geheel, waar niet aan te tornen of te ontkomen valt, waar je op stuk kunt lopen, aan onderdoor kunt gaan, wat je met woorden of gedachten, stoerheid of hardheid niet kunt klein krijgen, maar het maakt en het vormt je wel, soms kapot, soms misvormd, soms gelegen, soms gelaten, soms verdwaald in een uiterst eenzaam plekje, ongezien.
Maar als de zacht kleurende zon gaat zakken aan de avond van de levensdag, alles in een wonderlijk zacht, glinsterend en reflecterend licht zettend, kun je zomaar beseffen dat het uitloopt, het dartelen en zwoegen, de stroom, het leven zelf, alles wie en wat je maar bent, op de wachtende oceaan van veelvuldigheid, oneindig in onoverzichtelijke wijdsheid en uitgestrekte velden van regendruppels, die tezamen zullen vloeien, tot een grote glazen zee van zeeën, rimpelend, glinsterend, vloeiend en bewogen aaneengesmeed tot een onontwarbare en massale kluwen van eenlingen, ieder een druppel, uniek en ook anders, flonkerend als een miljardenvoudige diamant van opperste schoonheid, de eeuwige zon van het allesomvattende firmament, weerspiegelend in al zijn glorie en grootsheid en opperste waarheid en diepste wijsheid.
En dan, pas dan, zul je zien, hoe alle beslissingen en wegen en kruispunten, alle zijstapjes en weglopingen, onderduikingen en mislukkingen, alle ontsporingen en verdwaalpartijen, ondanks alles, ondanks alle superindividuele regendruppels, mee hebben gewerkt, samen hebben gebracht, deel zijn geworden van een veel groter, ongelooflijk plan, onoverzichtelijk gebleven voor onze ogen, maar deel uitmakend van een geschiedenis van sturen en lokken, wensen en dromen.
Een wirwar van wegen en netwerken, elkaar beïnvloedend op horizontaal vloeiniveau, blijken toch deel uit te maken van een voorzien geheel, uitgedacht, ontwikkeld, ontward en bewerkstelligd op een hoger niveau.
Een ecosysteem van ongekende samenhang.
Zo mooi, zo glinsterend, zo flonkerend, zo diamantachtig bedacht en bedongen, geworden tot een oceaan van liefde en geborgenheid, dwars door alle dreigende, zwiepende stormen en nachten van inktzwarte duisternis heen, ondanks alle diepste gebrokenheid en onze eigenwijsheid heen.
Bedacht in de eeuwigheid.
Gerijpt in de tijd.
Gevloeid in een groot verhaal van genade en wijsheid.
Niet met woorden geschreven, maar als een groot toneelspel voor regendruppels, teer en kwetsbaar, als een schilderij geworden, met spetterende kleuren, als een vloeiend en klaterend watervalmuziekstuk zonder weerga.
Wat een weelderige, wonderlijke, onnavolgbare wijsheid.
Wat een diepe, glinsterende, zuiverende, heilige waarheid.
Wat een Kunstenaar.
Wat een Regenmaker.
Prachtige foto van het bruisende water.
BeantwoordenVerwijderen