Sow for yourself righteousness, reap the fruit of steadfast love; break up your fallow ground, for it is the time to seek the Lord, that He may come and rain salvation upon you (Hosea 10:12).

zaterdag 11 juni 2011

De gedachtenvanger

Vorige week zat ik even in een verhalenbundel van mezelf te bladeren, vijfentwintig jaar geleden netjes uitgetypt. Bij één van die verhalen moest ik even glimlachen. Over de gedachtenvanger, Uchebucheltje Kortekaas, die met zijn schepnetje de natuur intrekt en daar stil en geduldig staat te wachten tot hij een interessante gedachte voorbij ziet vliegen. Als hij er genoeg gevangen heeft, gaat hij naar huis, en werkt die gedachten één voor één uit, door ze in een potje inkt te gooien en ze te verwerken in een aaneenschakeling van uitgewerkte ideeën. Na jaren is hij zover dat zijn manuscript ‘Filosofieën over het Leven’ klaar is en hij het aan kan bieden aan de uitgever.

Maar helaas, die moet er smakelijk om lachen. Hij neemt Uchebucheltje wel in dienst, als corrector. Toch, bij de komst van een nieuwe directeur jaren later, wordt de waarde van zijn boek herkend en wordt het alsnog uitgegeven. En na nog een jaar staat er een oude bekende op de stoep, Hendrik Eendebout, die hem vroeger heeft uitgelachen om zijn schepnetje, maar nu geraakt is door zijn gedachten, omdat het leven zelf, en de moeilijke lessen die we allemaal wel eens moeten leren, hem nu ontvankelijk hebben gemaakt voor de boodschap, waar hij eerst niets van moest hebben.

Wat volgt is een diepgaand gesprek, twee zielen die elkaar herkennen. Tot in de late uurtjes. En in de nacht de droom van Uchebucheltje, over Hendrik die in de zee zwemt en flonkerende diamantjes opvist. En een boek schrijft over filosofieën over het leven na dit leven …

Uiterst korte samenvatting van een grappig bedoeld verhaal met een toch wel serieuze ondertoon. De gedachte erachter is namelijk dat je op een bepaalde manier open kunt staan voor zaken die dieper en hoger gaan dan ze op het eerste gezicht lijken. En dat je er dus ook níet open voor kunt staan. Door allerlei oorzaken. Te druk, te oppervlakkig, te ongeïnteresseerd, te anders, te ongeloofwaardig. Afhankelijk van karakter, stemming, opvoeding, en heel veel andere dingen.

Er is meer tussen hemel en aarde, zegt men dan. Maar je moet ervoor openstaan.

Je hebt fantasie.

Iemand kan zich verplaatsen in een andere situatie. In zijn gedachten. Beelden oproepen. Een verhaal aan zichzelf vertellen. Ter plaatse verzonnen. Nog mooier wordt het als een fantasie van één iemand, anderen kan aansteken. Als je een gedicht, een verhaal, een boek schrijft, dat herkenning bij anderen oproept. Prachtig, als je een andere wereld, werkelijkheid op kunt roepen met woorden. Mooi, als je je helemaal mee kunt laten slepen door het verhaal dat je leest. Als je meereist, meebeleeft, ondergaat, deel- en reisgenoot kunt worden.

Je hebt dromen.

Terwijl je lichaam ligt uit te rusten, maakt je geest de meest vreemde situaties mee, echte avonturen, nachtmerries, zelfs vliegen is mogelijk. Beelden uit je dagelijkse leven en alle bezigheden waar je druk mee bent mengen zich op chaotische manier met wensen en verlangens. Zolang je doordroomt is er geen probleem, je lichaam ondergaat alles rustig, behalve je ogen, die schijnen heftig heen en weer te gaan. Maar als je midden in zo’n droom wakker wordt, je bewust wordt dat je droomt, dan voel je soms ineens hoe je lichaam gaat tintelen van angst of hoe de tranen zich in je ogen vullen. Of andersom, hoe je niet droomde dat je naar de WC moest, maar dat het echt nodig is …

Je hebt verlangens.

De werkelijkheid die er is, is niet langer voldoende. Je hebt een visioen, een vergezicht, een plan, een vaag idee wellicht, over wat er nog meer mogelijk zou kunnen zijn. Een andere baan, een andere omgeving. Of je wilt de wereld helpen, verbeteren. Ontsnappen aan het alledaagse, altijd maar hetzelfde. Het kan ontevredenheid zijn, maar ook een verlangen naar meer, hoger, beter, dieper, anders. Idealen gaan groeien. Het kan een stappenplan opleveren, om je verlangens op den duur werkelijkheid te laten worden. Het kan je ook depri maken, omdat het bij dromen blijft, dagdromen. En omdat je eigenlijk niet durft. Of ook misschien helemaal niet wilt. Wat je kent is veilig. Wat niet is, lijkt wel aardig, maar wie weet valt het wel heel erg tegen. En toch, het blijft kriebelen …

Je hebt ontdekkingen.

Dingen die je niet kende worden geopenbaard. Gebieden worden ontgonnen. Tevoorschijn gezocht. De wetenschapper en de ontdekkingsreiziger delen de nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen. Er zijn nog zoveel werelden te ontdekken. Het meer we ontdekken, hoe meer we er achter komen dat we nog maar zo weinig weten.

Je hebt muziek.

Mens, wat kun je geraakt worden, ja zelfs veranderen door muziek. Wat kunnen je worden uitgetild boven jezelf. Het raakt je emoties en gevoelsleven. Terwijl het in feite om geluidgolven gaat, die je haartjes in je oorschelp doen bewegen. Het komt ook binnen. Via je hersenen je hart in. Bam.

Je hebt kunst.

Met bijvoorbeeld verschillende kleuren klodders verf op een plat vlak. Diepte aanbrengen. Vergezichten toveren. Doorkijkjes laten zien. De werkelijkheid afbeelden, nabootsen van wat er al is. Of je fantasie prikkelen, een droomwereld oproepen, iets abstracts vorm geven. Een idee concretiseren. De werkelijkheid opleuken. Of bewust uitvergroten. Of in zekere zin zo eenzijdig weergeven dat het een karikatuur wordt. Het kan herkenning geven of juist niet. Het kan ideeën, gevoelens, verlangens, dromen in jezelf oproepen. Het laat je niet onberoerd. Je bent niet meer hetzelfde.

Je hebt liefde.

Je bent niet meer dezelfde als je echte liefde kent. De ander is er, en die was er al, maar nu anders dan eerst. En die wordt belangrijk. Belangrijker dan alles. Dat is niet weten, dat is voelen. Dat is brandend verlangen. Dat is aangeraakt zijn. Ondersteboven en binnenstebuiten. Dat zijn vinders in je buik en olifanten door de straat.

Je hebt geloven.

Omdat je weet, voelt, beseft, hoopt dat er meer is dan er is. Er is te zien, te voelen, te horen, te beleven en te ondergaan, maar er gaat iets bovenuit. Achter de werkelijkheid zit meer dan wij zien en ervaren kunnen. Er is Iemand die groter is dan jou. Die je ziet. Die meer weet. Die anders is. Die alles is.

Je hebt fantasie en dromen en verlangens en ontdekkingen en muziek en kunst en liefde en geloven. En je hebt nog veel meer dan ik nu maar even noem. Uitstijgend boven het alledaagse, tastbare, waarneembare.

Maar je hebt er een antenne voor nodig. Een geestelijk oog. Een open geest. Een dieper inzicht. Een open hart. Een aanraakbare ziel. Een herkenning bij anderen. Een spiegel, misschien wel een doorkijkspiegel die je even om kunt draaien.

’s Avonds als je niet slapen kunt, wat mij regelmatig gebeurt, mijn hele leven lang al, kunnen de gedachten zich associatief aaneenrijgen. De ene gedachte leidt als het ware tot de andere, en uiteindelijk denk je aan niets, niets bijzonders. Van de hak op de tak. Denk je.

Toch is het mij regelmatig gebeurd dat ik bijzondere invallen kreeg. In de rust, in de associatie, in het meegenomen worden op de stroom van je eigen gedachten, kan het gebeuren dat je jezelf ineens aan de oever ziet staan, iets interessants voorbij ziet komen en gaat vissen. Dat kan van alles zijn. Zoals gezegd, een idee voor een verhaal, een gedicht, een fantasie, een levensles, een droom. Denk even aan de gedachtevanger.

De rust geeft ontvankelijkheid en openheid om te ontvangen. Opschrijven is een must, want de andere ochtend ben je het meestal weer vergeten. Soms lijkt het in de harde werkelijkheid van alledag ineens belachelijk. Maar soms ook niet. Heb je er iets aan. Kun je er iets mee. Doe je er ook iets aan.

Komt het uit mij? Borrelt het uit mijn geest op? Of krijg ik het toegeworpen? Dat vraag ik mij vaak af. Een interessante, maar niet te beantwoorden vraag. Het is een bewijs van iets anders, buiten mezelf. Maar wat?

Als je een droom droomt en doorslaapt, vergeet je die droom, is mijn ervaring. Als je middenin een droom wakker wordt, je eigen droom gaat liggen overdenken, dan herinner je je de andere dag die droom. Althans, het gedeelte wat je vanuit je onbewuste naar het bewustzijn hebt gedacht.

Als je verhalenschrijver of dichter of kunstenaar of schilder of muzikant bent, dan moet je je eerst een heleboel vaardigheden aanleren. Oefenen, gigantisch veel oefenen om echt goed te worden. Het is een vak dat je moet leren. Maar het gaat niet alleen om een vak. Het heeft ook een psychisch, geestelijk, zielsaspect.

Het gaat om tevoorschijn roepen. Niet concreet, maar abstract. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Niet zichtbaar, maar ongrijpbaar. Vandaar de gedrevenheid van kunstenaars. Ze zoeken ernaar, maar kunnen het niet grijpen. Niet altijd. Niet altijd zoals ze willen. Nooit volmaakt. Nooit genoeg. Altijd meer, altijd anders, altijd weer die ervaring proberen te herhalen. Ondergaan. Oproepen. Najagen.

Je kunt er echt gek van worden …

Zo is liefde niet te dwingen. Liefde kan onvervuld blijven. Een najagen van de wind. Eenzaamheid is het resultaat. Heftig verdriet, als liefde niet beantwoord wordt. Of niet gezien wordt.

Zo heb je ook geloof niet in je binnenzak. God is ongrijpbaar. God is.

Moet ik dan niet meer geloven, niet meer zoeken, niet meer verlangen, niet meer dromen? Omdat de meeste dromen bedrog zijn, de meeste verlangens geen werkelijkheid worden? Moet ik niet meer bidden, omdat ik toch niet weet wat God gaat doen?

Ik denk, ik meen, ik vermoed, ik heb de bescheiden mening, dat dit verlangen, deze droom, het geloof het gat is in ons hart. Wat is ontstaan toen wij als God wilden zijn.

Het is dit wat in Handelingen 17 : 27 en 28 staat.
‘Het was Gods bedoeling dat ze Hem zouden zoeken en Hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien Hij van niemand van ons ver weg is. Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.’
Het is een reikhalzend verlangen naar meer dan we zien kunnen. Een vermoeden van goddelijkheid boven menselijke beperktheid. Een keihard werken om de hemel op aarde te verwerkelijken. Een grijpen naar het ongrijpbare. Een jagen naar de onzienbare Jager. Een drift om de toren van Babel te bouwen, hoger dan ooit te voren. Een wens om jezelf aan je haren omhoog te trekken. Het kan niet en toch wil je het.

Maar, ik zeg erbij, nadrukkelijk nog eens, je moet er voor open staan. Je moet het tevoorschijn luisteren. Omdat je bewust en ontvankelijk verwacht. Geduldig wacht. Opmerkzaam bent. Trouw bidt. Achter de dingen leert kijken. Je fantasie gebruikt. Je voorstellingsvermogen aanwakkert. Dromen durft te dromen. Met open handen naar de hemel kijkt.

Het is geen drukknop, geen automaat, geen zelfbediening.

Je moet geduld hebben, veel geduld. Jezelf terugtrekken van de gekte van elke dag. De eenzaamheid opzoeken. De berg opklimmen. Aan de voeten van je Maker durven komen. Vertrouwen hebben. Verwachtingsvol zijn. Aandachtig zijn. Jezelf beschouwen. Jezelf verliezen. Bewust het onbewuste koesteren.

Maar dan nog. Het komt niet altijd. Niet zoals je verwacht. Niet zoals je wilt. Nooit wanneer je het verwacht. Je moet durven ontvangen. Je moet willen aannemen. Ook als het moeite kost. Als het pijn doet. Als je er gek van wordt.

Je moet een beetje gek zijn. Goed gek. Een gedachtenvanger.

Laten we luisteren naar de stem van ons geweten, de deuren van ons hart openzetten, het verlangen in ons koesteren, bewust leven, opmerkzaam zijn op de behoeften en verlangens van anderen. Laten we erkennen dat er een kiem van heimwee en weemoed in ons is, waar we soms geen raad mee weten, maar die ons hart kan verheffen, een verlangen in ons kan wekken naar meer en dieper inzicht, onze geest reikhalzend doet uitstrekken naar ongrijpbaar lijkende abstracties als liefde en vervulling en volmaaktheid.

Laten we God erkennen voor dit ales, dat Hij het is die ons trekt, in ons binnenste fluistert, een vuur brandend houdt, die ons inspiratie geeft op onverwachte momenten.

Laten we bidden, elke dag. Stilzijn. Luisteren. Voelen. Ervaren. Dat we te kort schieten, ja dat ook. Maar niet altijd. Soms zullen we het zien, merken, herkennen. Een stukje van de hemel.

Heel soms. Dat is genoeg. Meer kunnen we niet aan ...!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten